Ik sta paf - 6: Tante en oom in Laren

Les 6: Tante en oom in Laren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Let op: zorg bij deze lessenserie dat het vinkje bij 'devices in de klas' (linksonder op het scherm) uit staat. In deze les leren de kinderen het lied 'Tante en oom in Laren'.

Instructies

De lesinstructie is te vinden in de bijlage en in de notities bij elke slide. Deze kan je zien door rechtsonder op het notitieblok te klikken.

De liedtekst is eveneens te vinden in de bijlage. Hierin is te zien welke gedeeltes de kinderen uiteindelijk meezingen, deze tekst is vet gedrukt. In het lied 'Tante en oom in Laren' zingen de kinderen alleen het eerste couplet mee.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Les 6: Tante en oom in Laren

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij les 6!

Deze les is ter voorbereiding van de voorstelling 'Ik sta paf'. 

In deze les leren de kinderen het lied 'Tante en oom in Laren' 
De kinderen leren alleen het eerste couplet. De liedtekst vind je in de bijlage, met daarin vetgedrukt de gedeeltes die de kinderen zingen.

In de lessenserie komen acht liedjes voorbij. Herhaal de liedjes zo vaak mogelijk in de klas tussen andere activiteiten door. Zo hebben de kinderen tijdens de voorstelling de beste ervaring. 

Slide 2 - Video

Herhaal het lied en de bewegingen van 'De geit van dokter Sanders' met de kinderen.
Boomhut

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek met de kinderen wat ze zien.
Wat is een boomhut? 
Is er iemand wel eens in een boomhut geweest?
Hoe zouden ze het vinden om in een boomhut te wonen?
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
van laag
naar hoog

Slide 4 - Tekstslide

Vertel dat jullie in een boom van laag op de grond, naar hoog in de boom gaan klimmen. Oefen langzaam klimbewegingen met de kinderen.
Vraag de kinderen of ze dat ook heel snel kunnen en speel de video af, de kinderen moeten heel snel mee omhoog klimmen!

Mocht je een xylofoon of een ander melodisch instrument in de klas hebben of bespelen, dan is deze oefening nog veel leuker om met een echt instrument te doen. 
naar laag
van hoog

Slide 5 - Tekstslide

Nu ze eenmaal omhoog zijn geklommen, moeten de kinderen natuurlijk ook weer naar beneden klimmen! Oefen langzaam het 'naar beneden klimmen' met de leerlingen. Als ze dit kunnen kan je het een keertje sneller oefenen op het geluid uit de video.
Tante en oom in Laren

Slide 6 - Tekstslide

Laat het lied 'Tante en oom in Laren' horen en bespreek met de kinderen:
- In wat voor boom wonen tante en oom? (Een eikenboom)
- Wat hangt er aan de tak van de boom? (Een kinderwagen)

De kinderen zullen in deze les alleen het eerste couplet leren. De gehele tekst is te vinden in de bijlage. Het gedeelte van de tekst dat vetgedrukt is wordt gezongen door de kinderen. 
Tante en oom in Laren - couplet 1
Ik heb een tante en een oom,
die zitten in een eikenboom,
een eikenboom in Laren!
Ze hebben zelf van eikenhout,
daar in die boom een huis gebouwd,
ze wonen er al jaren.

Slide 7 - Tekstslide

Zing of spreek het stukje tekst: "Een eikenboom in Laren" voor en laat de kinderen dit ook zingen of spreken. Maak er eventueel een beweging bij. 

Vraag de kinderen om eerst dit eens een keer mee te zingen als je het liedje laat horen en zorg dat iedereen meezingt. 
Tante en oom in Laren - couplet 1
Ik heb een tante en een oom,
die zitten in een eikenboom,
een eikenboom in Laren!
Ze hebben zelf van eikenhout,
daar in die boom een huis gebouwd,
ze wonen er al jaren.

Slide 8 - Tekstslide

Zing of spreek nu het eerste stuk tekst van het couplet, maar laat aan het eind van de zin steeds een woord weg. Kijk op de momenten dat je een woord weglaat de kinderen vragend aan, zij zullen dan het woord invullen. Als ze dit nog niet kunnen help je ze met het juiste woord of kan je het stukje nog eens luisteren.

Ik heb een tante en een oom, die wonen in een ...? (kinderen zeggen: "eikenboom!")
Een eikenboom in ... ? (kinderen zeggen: "Laren!")

Spreek of zing vervolgens deze regels helemaal met alle kinderen, en zing ze hierna mee met de muziek. Moedig de kinderen aan om ook de rest mee te zingen. 

Sleep het fragment naar de juiste persoon
Hoe klinkt tante?
Hoe klinkt oom?

Slide 9 - Sleepvraag

Bekijk met de kinderen de afbeeldingen.
Wie zijn dit? (tante en oom)
Beluister de audiofragmenten. In het ene fragment hoor je tante zingen. In het andere fragment hoor je oom zingen. Horen de kinderen verschil tussen beiden?
Sleep met de kinderen de audiofragmenten naar de juiste persoon.
Vraag de kinderen in de klas of ze met de stem van tante en/of oom kunnen praten. 
Tante en oom in Laren - couplet 1
Ik heb een tante en een oom,
die zitten in een eikenboom,
een eikenboom in Laren!
Ze hebben zelf van eikenhout,
daar in die boom een huis gebouwd,
ze wonen er al jaren.

Slide 10 - Tekstslide

Spreek de tekst van het eerste couplet met z'n allen eens als tante (met een hoge stem) of als oom (met een lage stem).

Kunnen jullie de tekst nog op andere manieren spreken? Vraag aan de kinderen of ze nog een manier weten en spreek de tekst ook op die manier. Zing ten slotte de tekst nog eens mee, maar nu iedereen als zichzelf en op z'n allermooist.