de wet van Ohm

de wet van ohm
wet van ohm: U = I x R
Deze kun je gebruiken als we twee van de drie gegevens weten. Ook kun je de formule omzetten als dat nodig is. Hoe dat moet?
Dat zien we zo!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

de wet van ohm
wet van ohm: U = I x R
Deze kun je gebruiken als we twee van de drie gegevens weten. Ook kun je de formule omzetten als dat nodig is. Hoe dat moet?
Dat zien we zo!

Slide 1 - Tekstslide

formulegebruik
Weerstand berekenen? de R.
R = U / I
Stroomsterkte berekenen? de I.
I = U /  R
De spanning berekenen? de U.
U = R / I

Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld 1
Een stroomkring bestaat uit een lampje, spanningsbron en een schakelaar. De spanning (U) is 1,5 V. De stroomsterkte (I) is 0,5 A. Bereken de weerstand (R).
R = U / I
R = 1,5 / 0,5
R = 3 Ohm

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een stroomkring heeft een weerstand van 5 ohm en een stroomsterkte van 2 ampère. Bereken de spanning?
U = I / R
U = 2 / 5
U = 0,4 volt.

Slide 4 - Tekstslide

Samengevat
Wet van Ohm:   Weerstand (R) = Spanning (U) : Stroomsterkte (I)
Als we twee gegevens hebben kan de formule omgezet worden:

Weerstand (R) = Spanning (U) : Stroomsterkte (I)     R = U / I
Spanning (U) = Weerstand (R) x Stroomsterkte (I)    U = R x I
Stroomsterkte (I) = Spanning (U) / Weerstand (R)     I =  U/ R

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In een stroomkring is de spanning 12 volt en de stroomsterkte 3 ampère.
Reken zelf uit wat de weerstand is.
A
weerstand is 3 ohm
B
weerstand is 4 ohm
C
weerstand is 5 ohm
D
weerstand is 6 ohm

Slide 7 - Quizvraag

Uitwerking van de vraag:
Formule die we gebruiken:
weerstand:  spanning / stroomsterkte

R = U / I
R = 12 / 3
R = 4 Ohm 

Slide 8 - Tekstslide

Een stroomkring heeft een weerstand van 15 ohm en een stroomsterkte van 40 ampère. Bereken de spanning?
A
6 Volt
B
60 Volt
C
600 Volt
D
900 Volt

Slide 9 - Quizvraag

Uitwerking van de vraag
Formule die we gebruiken:
spanning = stroomsterkte x weerstand

U = I x R
U = 50 x 15
U = 600 volt


Slide 10 - Tekstslide

Een stroomkring heeft een weerstand van 2 ohm en een spanning van 9 volt. Bereken de stroomsterkte?
A
3 Ampère
B
4,5 Ampère
C
6 Ampère
D
10,5 Ampère

Slide 11 - Quizvraag

Uitwerking van de vraag
Formule die we gebruiken:
stroomsterkte  = spanning /  weerstand

I = U / R
I = 9 / 2
I = 4,5 Ohm


Slide 12 - Tekstslide