Insulae 2.3 HSX

Insulae 2.3
Dichtheid.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Insulae 2.3
Dichtheid.

Slide 1 - Tekstslide

Stoffen 


Dichtheid

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. Je weet dat stoffen een verschillende dichtheid hebben.
  2. Je kunt uitleggen aan de hand van de dichtheid van stoffen dat voorwerpen zinken, zweven of drijven.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1:





Wat is dichtheid?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is dichtheid?
We weten allemaal dat bepaalde stoffen zwaar zijn of licht. Wil je een doos met ijzeren spijkers optillen of een even grote doos met veren?

Het heeft te maken met de massa (gewicht) van een stof maar dat is niet alles.

Slide 5 - Tekstslide

Misschien is het jou op gevallen dat in de vraag "een even grote doos" stond.

Wat is zwaarder? 1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 6 - Tekstslide

Het heeft ook nog te maken met hoe groot het is. Dit noemen we het volume. Het volume geeft de inhoud aan.

Kun je het volume van een kubus, cilinder, balk, enz. uitrekenen?

Slide 7 - Tekstslide

De dichtheid heeft te maken met de massa en met het volume.
Als je massa en volume verrekent van een stof krijg je de dichtheid.

Voorbeeld:
De dichtheid van water is 1,00 kg per dm3
De dichtheid van olie 0,80 kg per dm3

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid is een stofeigenschap die aangeeft wat de massa van een stof per volume is. 




De eenheid bij deze getallen kan g per cm3 of kg per dm3 zijn

Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft het volume van een stof aan?
A
gewicht
B
inhoud
C
oppervlakte
D
massa

Slide 10 - Quizvraag

Dichtheid beschrijft:
A
De massa van een stof
B
Het volume van een stof
C
De massa per volume
D
Het volume per massa

Slide 11 - Quizvraag

Wat is zwaarder? Hout of water?
A
Hout
B
Water
C
Ze zijn even zwaar
D
Dat ligt aan het volume

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoel 2:
Zinken, drijven of zweven?

Slide 13 - Tekstslide

Demonstratie
We voegen achtereen volgens slaolie, een munt, een kurk en een plasticdop toe aan een bekerglas met water.

Wat gaat er gebeuren?
Schrijf op wat je verwacht te zien.

Slide 14 - Tekstslide

Op de volgende slide wordt de proef uitgevoerd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat gebeurt met stoffen met verschillende dichtheid?

Als je een voorwerp of een stof in een vloeistof doet, kan het voorwerp of die stof gaan drijven, zinken of zweven.
Maar wanneer gebeurt nu wat?

Slide 17 - Tekstslide

Drijven
Het makkelijkste voorbeeld is olie en water. 

De dichtheid van water is 1,00 kg/dm3
De dichtheid van olie 0,80 kg/dm3

De stof met de kleinste dichtheid drijft 
op de stof met de grootste dichtheid.

Slide 18 - Tekstslide

Zinken
Deze is ook niet moeilijk: zand en water.

De dichtheid van water is 1,00 kg/dm3
De dichtheid van zand 1,60 kg/dm3

De stof met de grootste dichtheid zinkt
in de stof met een kleinere dichtheid.

Slide 19 - Tekstslide

Zweven
Deze is een stuk moeilijker. Om iets te laten zweven heb je een vloeistof en een vaste stof nodig die dezelfde dichtheid hebben.

Bekijk het volgende filmpje om te zien hoe je een ei kunt laten zweven. Waarom wordt zout aan het water toegevoegd?

Slide 20 - Tekstslide

Op de volgende slide kun je zien hoe de dichtheid van water verandert als je er zout in doet.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Als een voorwerp drijft op water is de dichtheid van het voorwerp...de dichtheid van water.
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 23 - Quizvraag

De dichtheid van water is .... die van ijs
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 24 - Quizvraag

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 25 - Quizvraag

Als een voorwerp zweeft in water is de dichtheid van het voorwerp...
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
D
weet ik niet

Slide 26 - Quizvraag

Herhaling
Het volgende filmpje herhaalt de stofeigenschappen en voegt dichtheid daarbij aan toe.........

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Verdiepingsstof
De dichtheid berekenen:

Slide 29 - Tekstslide

De volgende opdracht is erg moeilijk. 


Misschien kom je met wat hulp er wel wijs uit. 
Lukt het niet? Helemaal niet erg.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de dichtheid van het ‘blokje’?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Resumerend:
De leerdoelen waren:

  1. Je weet dat stoffen een verschillende dichtheid hebben.
  2. Je kunt uitleggen aan de hand van de dichtheid van stoffen dat voorwerpen zinken, zweven of drijven.

Doelen bereikt?

Slide 34 - Tekstslide

EINDE

Slide 35 - Tekstslide