Hoe groot is de O2 productie door fotosynthese bij verlichtingssterkte R ?
A
0,25
B
0,50
C
0,75
Slide 11 - Quizvraag
Transport water
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Antwoord
Houtvaten vervoeren water en mineralen= nr 2
Ze hebben dikke celwanden en ze zijn dood, waardoor ze een soort rietsjes in de stengel vormen.
Wanneer de bladeren water verdampen trekken ze water omhoog door de houtvaten
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Antwoord
Water verdampt vooral uit de cellen van laag 3 (sponsparenchym).
De waterdamp gaat dan via huidmondje naar buiten.
Water wordt weer aangevuld via de houtvaten.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Antwoord
Wortels hebben wortelharen.
Hout-en bastvaten liggen in een soort stervorm.
Er is een laagje in wortel dat blad niet heeft: endodermis
Wortels hebben geen chloroplasten of huidmondjes.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Houtvaten
vervoeren water en mineralen
van wortel naar blad
dikke celwanden
grote openingen
water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping
Slide 27 - Tekstslide
transport in houtvaten
transport van water en mineralen vanaf wortels omhoog
stuwende kracht door:
verdamping via huidmondjes zorgt voor zuigkracht
capillaire werking, doordat het nauwe vaten zijn en het water als een 'draad' omhoog gaat via adhesie/cohesie
worteldruk: nitraat en fosfaat actief opgenomen, hierdoor hogere osmotische waarde, die water uit bodem trekt
Slide 28 - Tekstslide
Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport
Slide 29 - Quizvraag
Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.
A
A:water
B: meest
B
A:water
B:minste
C
A:opgeloste stoffen
B:meeste
D
A:opgeloste stoffen
B:minste
Slide 30 - Quizvraag
Stroming in de houtvaten gaat altijd
A
meestal omhoog
B
meestal omlaag
Slide 31 - Quizvraag
Door welke 3 krachten wordt water in een plant omhoog getransporteerd?
Slide 32 - Open vraag
Opdracht
Maak de opdrachten
68 t/m 70 bij bladmondjes
73 t/m 75
Slide 33 - Tekstslide
Bastvaten
vervoeren water en organische stoffen (sacharose)
van blad naar de rest van de plant
dunnere celwanden dan houtvaten
dikkere celwanden dan parenchym
waterdruk door osmose
Slide 34 - Tekstslide
In de bastvaten is de richting van de sapstroom afhankelijk van de plaats waar de suikers nodig zijn. Noem een situatie waarbij de sapstroom omhoog gaat en een waarbij deze omlaag gaat.