T3B4

Thema 3 - Mens en milieu
B4 Energie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 - Mens en milieu
B4 Energie

Slide 1 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Aardgas, aardolie en steenkool zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van dode planten en dieren

Slide 2 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen



Fossiele brandstoffen

Voordelen:

  • goedkoop
  • gemakkelijk te gebruiken
  • gemakkelijk te vervoeren

Nadelen:

  • ontstaan CO2
  • CO2 veroorzaakt broeikaseffect
  • afvalstoffen kunnen smog en verzuring veroorzaken
  • ze raken een keer op

Slide 3 - Tekstslide

Kernenergie
Kernenergie komt vrij bij het spitsen van atomen, het wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken

Slide 4 - Tekstslide

Kernenergie

Voordelen:

  • veel electriciteit
  • geen luchtverontreiniging en CO2


Nadelen:

  • radioactief afval

Slide 5 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Zonne-energie -> zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit 

Slide 6 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Windenergie -> windmolens zetten wind om in elektriciteit

Slide 7 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Waterkracht -> bij stuwdammen wordt waterkracht omgezet in elektriciteit

Slide 8 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Biomassa kan als brandstof worden gebruikt
  • energierijke stoffen uit organisch materiaal (hout-, groente-, fruit- en tuinafval).

Uit planten en algen kunnen biobrandstoffen worden gevormd
  • zonnebloem, koolzaad en oliepalmen
  • nadeel: landbouwgrond nodig

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 3.4 opdracht 29 t/m 32

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een monocultuur?
A
Het verbouwen van meerdere gewassen op een groot oppervlak.
B
Het verbouwen van een gewas op verschillende oppervlakten.
C
Het verbouwen van een gewas op een groot oppervlak.
D
Het verbouwen van vraatbestendige gewassen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is genetische modificatie?
A
Zorgen dat een organisme maar één soort nakomelingen krijgt
B
Het plaatsen van genetische informatie van het ene naar het andere organisme
C
Schimmels bestrijden met een nieuw chromosoom
D
Het klonen van een bevruchte eicel

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij IVF
A
Rijpe eicel wordt gewonnen en kunstmatig bevrucht
B
Sperma wordt gewonnen en ingebracht
C
Natuurlijke bevruchting

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van de bio-industrie
A
Op een boerderij kippen varkens en koeien houden
B
Een kleine boerderij hebben
C
Een grote boerderij met veel verschillende dieren
D
Een grote boerderij met veel dezelfde dieren

Slide 14 - Quizvraag

Waarom vindt veel tuinbouw in Nederland in kassen plaats?
A
Omdat in kassen kan worden gezorgd voor zo goed mogelijke omstandigheden voor de groei van planten
B
Omdat het verbouwen van producten in kassen weinig energie kost
C
Omdat de planten niet buiten in de volle grond kunnen groeien

Slide 15 - Quizvraag

Welke uitleg past bij het begrip bio-industrie?
A
Weinig dieren op een oppervlak
B
Milieu vriendelijk productie
C
Allemaal verschillende dieren in 1 bedrijf
D
Zoveel mogelijk dieren op een klein oppervlak.

Slide 16 - Quizvraag