Passive Voice uitgelegd

Wat is de passive
The passive wordt in het Nederlands ook wel de lijdende vorm genoemd. Dit houdt in dat niet het onderwerp, maar het lijdend voorwerp in de zin vooral belangrijk is. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is de passive
The passive wordt in het Nederlands ook wel de lijdende vorm genoemd. Dit houdt in dat niet het onderwerp, maar het lijdend voorwerp in de zin vooral belangrijk is. 

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het?
In de lijdende vorm (passive) gaat het er niet om wie of wat iets doet, maar wat er met iemand of iets gebeurt. Als je een zin wilt maken die het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp meer centraal stelt, dan kun je een zin in de passive zetten (de lijdende vorm).

Slide 2 - Tekstslide

Examples

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt actieve en passieve zinnen. Met een actieve zin beschrijf je wat het onderwerp doet. Met een passieve zin beschrijf je wat er met het lijdend voorwerp / meewerkend voorwerp gebeurt.
Active: I play tennis every Monday evening.
Passive: Tennis is played every Monday evening (by me).
Je hebt actieve en passieve zinnen. Met een actieve zin beschrijf je wat het onderwerp doet. Met een passieve zin beschrijf je wat er met het lijdend voorwerp / meewerkend voorwerp gebeurt.

Active: I play tennis every Monday evening.
Passive: Tennis is played every Monday evening (by me).

Slide 4 - Tekstslide

The door has been opened by the teacher

  • “the door” (het lijdend voorwerp: de deur wordt namelijk opengedaan).
  • Het onderwerp is dan eigenlijk “the teacher”, want de leraar doet de deur open. 
 

Slide 5 - Tekstslide

Alle tijden van de passive
- The food is preserved (present simple)
- The food was preserved (past simple)
- The food is being preserved (present continuous)
- The food was being preserved (past continuous)
- The food has been preserved (present perfect)
- The food had been preserved (past perfect)
 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe herken je de passive?
De passive heeft altijd 2 elementen:
 het werkwoord to be + een voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive

  1. Zoek het lijdend voorwerp (of meewerkend voorwerp) in de actieve zin.
  2. Zet voorop in de nieuwe zin.
  3. Zoek het werkwoordelijk gezegde = persoonsvorm + andere werkwoorden.
  4. Bepaal de tijd van het werkwoordelijk gezegde uit de actieve zin.
  5. Zet om volgens het rijtje 'Alle tijden van de passive'.
  6. Herschrijf de zin (laat eventueel het onderwerp uit de oorspronkelijke zin weg).

Slide 8 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
1. Zoek het lijdend voorwerp (of meewerkend voorwerp) in de actieve zin.
John has bought many houses.

Slide 9 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
2. Zet voorop in de nieuwe zin.
Many houses ...

Slide 10 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
3. Zoek het werkwoordelijk gezegde = persoonsvorm + andere werkwoorden.
John has bought many houses.

Slide 11 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
4. Bepaal de tijd van het werkwoordelijk gezegde uit de actieve zin.
has bought = present perfect
 

Slide 12 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
5. Zet om volgens het rijtje 'Alle tijden van de passive'.
has bought = have (many houses = meervoud) been bought
 
 

Slide 13 - Tekstslide

STAPPENPLAN van active naar passive
6. Herschrijf de zin (laat eventueel het onderwerp uit de oorspronkelijke zin weg).
Many houses have been bought (by John).
 
 
 

Slide 14 - Tekstslide