H1 - 1.2 - De Eerste Mensen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1.2 De eerste mensen

1.2 De eerste mensen

Bespreek met degene naast je

A) Wat is het verschil tussen een geschreven & ongeschreven bron? Noem bij elk een voorbeeld
B) Wanneer is iets een primaire bron? Wanneer is iets een secundaire bron?

- Je kunt uitleggen waarover scheppingsverhalen gaan.

- Je kunt uitleggen wie Charles Darwin was en wat de evolutietheorie inhoudt.
- In deze paragraaf leer je ook hoe verschillen tussen mensen ontstonden.

Wat zie je? Waar gaat dit over?

Scheppingsverhalen

- De mens heeft altijd willen verklaren waar ze vandaan kwamen en hoe de wereld om hen ontstaan is. 

- Scheppingsverhalen: hoe god(en) de aarde en mens schiep.

- Religie (geloof) is heel lang de kennis geweest waar mensen hun leven op baseerden.

• Meest bekende verhalen:
  - Tenach/Bijbel/Koran: God schiep aarde --> eerste mensen Adam en Eva
  

Evolutietheorie 

• Dieren/planten maakten een langzame verandering door = evolutie
• Verandering soms zo groot = nieuwe soorten. Dit stond in zijn boek Origin of species (Ontstaan van soorten) 1872.
• Survival of the fittest
  
• Wetenschap = systematisch onderzoek + kennis die daardoor ontstaat. 
• Religie botst(e) met de wetenschap van de evolutietheorie.

Verschillen ontstaan...

• De menssoort verspreid zich over de wereld.
  
• Etnische verschillen  = verschillen in kenmerken van verschillende volken  > huidskleur 
• Culturele verschillen = verschillen in doen en laten. Bijv. de omgeving zorgt voor eigen tradities, kleding en soms geloof.

Wat zijn scheppingsverhalen?

1. Verhalen waarin wordt verteld hoe God de wereld en de mens heeft gemaakt
2. Verhalen waarin wordt verteld hoe de wereld is ontstaan
3. Verhalen waarin wordt verteld hoe de geschiedenis werkt
4. Verhalen waarin wordt verteld hoe de mens geëvolueerd is

Wetenschap

Religie

Sleep de woorden naar de goede kolom: Religie  of Wetenschap.

Fossielen

Darwin

Paradijs

Adam en Eva

Scheppingsverhalen

Evolutie

Wat is 'survival of the fittest'?

1. Dat is dat de soort die zich het snelst aanpast aan de omstandigheden, het overleeft.
2. Dat is dat de soort die zich het laatst aanpast aan de omstandigheden, het overleeft.
3. Dat is dat de soort die zich het beste aanpast aan de omstandigheden, het overleeft.
4. Dat is dat de soort die zich niet aanpast aan de omstandigheden, het overleeft.

Waarom botste de evolutietheorie van Darwin met de ideeën van de gelovigen?

1. Omdat het het bestaan van God tegenspreekt.
2. Omdat het niet overeenkomt met hun scheppingsverhaal.
3. Darwin niet gelovig was en was zijn theorie dus sowieso fout.
4. Omdat het nieuw was in die tijd en de gelovigen alles bij het oude wilde houden.

Australopithecus

Homo habilis

Homo erectus

Homo neanderthalensis

Homo sapiens

Hoe ontstonden de etnische en culturele verschillen tussen de mensen?

1. Door de evolutie en survival of the fittest - die zorgen voor de verschillen tussen de volkeren.
2. Doordat verschillende volken zichzelf anders gingen gedragen dan hun buren
3. Doordat ze zich gingen verspreiden over de wereld en zich aanpasten aan de omstandigheden
4. Omdat ze graag een eigen identiteit wilden hebben en zo de verschillen bedachten.

Stap 1: gebruik paragraaf 1.2 in het lesboek.
Stap 2: maak opdracht 1-4 en 7