7.4

• Nask / Techniek
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Lesopbouw

• boeken en huiswerk controle
  
• Tim
• terugkijken  en waarom doen we dit?
• uitleg 7.4
• zelfstandig werken
• huiswerk 7.4 af

Doel

je leert:

• hoe je kan aflezen hoeveel energie een elektrisch apparaat iedere seconde verbruikt
• hoe je berekent hoeveel elektrische energie een apparaat iedere seconde verbruikt

U= I x R

P = U x I

Doel

je weet:

• hoe je het energieverbruik van een apparaat of lamp meet en berekent
• hoe je berekent hoeveel het energieverbruik van een apparaat of lamp kost

Wat is dit?

EPT

E = P x t

Energie =  Power x tijd

Energie => Joules

E = P x t

Energie = Power x tijd

Joule = Watt x seconde

omrekenen

de energiemaatschappijen rekenen met kWh, wat betekenen deze letters?

• k = kilo = 1.000
• W = Watt
• h = hour = uur
• hoeveel seconden zitten er in een uur?
• 3.600 x 1.000 = 3.600.000 
• 1 kWh = 3.600.000 Joule

Accu's & capaciteit

• Accu's gaan leeg, bij een grote stroom is dit sneller dan bij een kleine
• Capaciteit = stroomsterkte x tijd
• de eenheid van Capaciteit is Ah
• bij kleine accu's en batterijen gebruik je mAh
• wat betekenen de letters:
• m = milli = 1/1000
• A = Ampère
• h = hour = uur

Accu's & capaciteit

mAh betekent:

milli x Ampere x uur

Tim PowerPoint

1. Iedereen kan zichzelf zijn.

2. Iedereen kan goed werken en laat anderen goed werken.

telefoon in bak, geen eten & drinken in de klas

niet praten als docent praat

toestemming vragen

discussies na de les

de klas zet de toon

1. Iedereen kan zichzelf zijn.

2. Iedereen kan goed werken en laat anderen goed werken.

boek vergeten is ook vergeten huiswerk

niet nakomen is contact met thuis

bij 5 minuten op de gang:

niet eten/drinken

geen contact andere leerlingen

Toets doornemen

doel: herhaling stof en controle

niets op tafel, alleen de toets zelf!

bij vragen even de vinger opsteken!

na de bespreking neemt docent de vragen door

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.

Elektriciteit - hoofdstuk 4

4.1 Stroomkring

4.2 Spanning en Stroom

4.3 Parallel en serie

4.4 Weerstand

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

Doelen

je leert:

• wat nodig is om een lampje te laten branden of een apparaat te laten werken
• dat er verschillende soorten spanningsbronnen zijn.

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

filmpje

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

                                            Stroomkring

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

Spanningsbron

gelijkstroom 

wisselstroom 

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

geleiders en isolatoren

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

schakelschema

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

lesopbouw

• 5 minuten werken in stilte 
• paragraaf afmaken
• als je klaar bent met volgende paragraaf verder
• afsluiten

bij vragen vinger opsteken!

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.

Lesopbouw

5 minuten werken in stilte

5 minuten kans om vragen te stellen

paragraaf afmaken

afsluiten

Doelen behaald?

• wat is er nodig om een lampje te laten branden of een apparaat te laten werken?
• welke spanningsbronnen kennen wij?

was de les leerzaam voor jou?

Beschrijf het verschil tussen direct en indirect licht. Vraag studenten om voorbeelden te geven.