5.4 Ecoystemen

5.4 Ecosystemen
"Elke morgen ontwaakt in Afrika een gazelle. Hij weet dat hij sneller moet zijn dan de snelste leeuw, anders wordt hij gedood. Elke morgen ontwaakt er in Afrika een leeuw. Hij weet dat hij sneller moet zijn dan de langzaamste gazelle, anders sterft hij van de honger. Het doet er niet toe of je een gazelle of een leeuw bent, je kunt beter maar meteen gaan rennen als de zon opkomt" 
-Thomas L. Friedman
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.4 Ecosystemen
"Elke morgen ontwaakt in Afrika een gazelle. Hij weet dat hij sneller moet zijn dan de snelste leeuw, anders wordt hij gedood. Elke morgen ontwaakt er in Afrika een leeuw. Hij weet dat hij sneller moet zijn dan de langzaamste gazelle, anders sterft hij van de honger. Het doet er niet toe of je een gazelle of een leeuw bent, je kunt beter maar meteen gaan rennen als de zon opkomt" 
-Thomas L. Friedman

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt ecosystemen interpreteren
-Je kunt overweg met energiestromen in een ecosysteem

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is er predatie?

Slide 3 - Tekstslide

Voedselrelaties
Signaalstoffen: Chemische verbindingen die informatie overdragen tussen en binnen organismen
Vraat: Het eten van planten
Predatie: Het eten van dieren

Slide 4 - Tekstslide

Voedselketen
Voedselketen: Geeft de voedselrelaties weer in een ecosysteem
-Reeks populaties waarbij elke populatie een voedselbron is voor de volgende

Slide 5 - Tekstslide

Voedselrelaties
Voedselweb/Voedselnet: Het geheel van voedselrelaties in een levensgemeenschap

Slide 6 - Tekstslide

Hoe lang kan een voedselketen zijn?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe lang kan een voedselketen zijn?
Waar zijn voedselketens langer, op het land of in zee/oceaan? Waarom?

Slide 8 - Tekstslide

Energiestroom
Wat limiteert de lengte van een voedselketen?
Trofisch niveau: Schakel in een voedselketen

-> Wat limiteert het aantal trofische niveaus in een voedselketen?

Slide 9 - Tekstslide

Energiestroom
Producenten: 
Soorten die geen andere soorten als voedselbron nodig hebben
(koolstof)Assimilatie: 

Slide 10 - Tekstslide

Energiestroom
Producenten: 
Soorten die geen andere soorten als voedselbron nodig hebben
(koolstof)Assimilatie: 
Het maken van organische stoffen uit anorganische stoffen 



Slide 11 - Tekstslide

Producenten
Autotroof
1e trofische niveau
Planten en cyanobacteriën


Doen aan:
Assimilatie, voortgezette assimilatie, dissimilatie
Consumenten
Heterotroof
2e trofische niveau, en hoger
De meeste bacteriën, schimmels en dieren

Doen aan:
Assimilatie, voortgezette assimilatie, dissimilatie

Slide 12 - Tekstslide

Assimilatie en dissimilatie

Slide 13 - Tekstslide

Waar vinden we... (welk trofische niveau)
1. Consumenten

Slide 14 - Tekstslide

Waar vinden we... (welk trofische niveau)
1. Consumenten
2. Carnivoren

Slide 15 - Tekstslide

Waar vinden we... (welk trofische niveau)
1. Consumenten
2. Carnivoren
3. Herbivoren

Slide 16 - Tekstslide

Waar vinden we... (welk trofische niveau)
1. Consumenten
2. Carnivoren
3. Herbivoren
4. Omnivoren

Slide 17 - Tekstslide

Waar vinden we... (welk trofische niveau)
1. Consumenten
2. Carnivoren
3. Herbivoren
4. Omnivoren
5. Consumenten van de tweede orde

Slide 18 - Tekstslide

Is dit een duurzaam systeem?
Anorganische stoffen worden omgezet in organische stoffen

Organische stoffen worden gebruikt voor voortgezette assimilatie, dissimilatie maakt er weer de basis producten van 

Slide 19 - Tekstslide

Ecosystemen grafisch weergeven
Ecologische piramide (Biomassa of aantallen)

Hoe ziet het volgende ecosysteem eruit:
Kleine plantjes -> Ongewervelde planteneters -> insectenetende kleine vogels -> Roofvogel

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt ecosystemen interpreteren
-Je kunt overweg met energiestromen in een ecosysteem

Slide 22 - Tekstslide