Les 3 - Betrouwbaarheid van onderzoek

Onderzoeksvaardigheden
Les 3: Betrouwbaarheid van onderzoek
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderzoeksvaardighedenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Onderzoeksvaardigheden
Les 3: Betrouwbaarheid van onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Wat is onderzoek?
Week 2: Onderzoek hoe doe je dat?
Week 3: Betrouwbaarheid van onderzoek
Week 4: Opmaak verslag
Week 5: Zoektechnieken 
Week 6: Zelf onderzoek doen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  • weet wat een onderzoek is; 
  • kan benoemen uit welke onderdelen een onderzoek bestaat;
  • kan benoemen wat het belang van een betrouwbare bron is; 
  • Kan een bron beoordelen op betrouwbaarheid
  • Kan het verschil tussen betrouwbaarheid en validiteit uitleggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderzoeksplan is klaar, maar dan?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een onderzoek bestaat uit: 
  • Titelpagina
  • Voorwoord
  • Samenvatting
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Methode


  • Conclusie
  • Discussie
  • Literatuurlijst
  • Bijlagen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bekijk de verschillende drie onderzoeken die hier onder staan.

Wat zijn de verschillen tussen deze onderzoeken?

Slide 7 - Tekstslide

Vragen stellen over de onderzoeken: 
- wat was de onderzoeksopzet?
- wat was de onderzoeksvraag?
- Wat was de conclusie?
Probleemstelling
Informatie zoeken
Theorie bepalen
Hypothese schrijven
Onderzoeksmethode
Resultaten
Discussie
Conclusie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid in een onderzoek heeft betrekking op de manier van meten.

"Als ik hetzelfde nog een keer zo zou onderzoeken en de omstandigheden zijn niet veranderd, krijg ik dan dezelfde uitslag?”

Validiteit
Je meet wat je moet meten. Je bekijkt of het instrument dat je gebruikt aansluit bij het doel.

“Is de manier waarop ik mijn onderzoek in de praktijk heb uitgevoerd, ook werkelijk de beste manier om mijn hoofd- en deelvragen te beantwoorden?”

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Visueel kun je je het verschil voorstellen als een schietschijf waarop je het midden probeert te raken (zie afbeelding). Een betrouwbaar, maar niet valide onderzoek heeft consistente uitslagen, maar geeft geen precies beeld van het verschijnsel dat je hoopte te meten.
Opdracht
  • 2 voorbeelden
  • Is er sprake van betrouwbaarheid en/of validiteit? 


"Als ik hetzelfde nog een keer zo zou onderzoeken en de omstandigheden zijn niet veranderd, krijg ik dan dezelfde uitslag?”
“Is de manier waarop ik mijn onderzoek in de praktijk heb uitgevoerd, ook werkelijk de beste manier om mijn hoofd- en deelvragen te beantwoorden?”
Betrouwbaarheid
Validiteit

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 1:
Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien en benadert daartoe op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum rechtstreeks een aantal respondenten met de vraag of zij zich hieraan weleens schuldig maken. De vraag leidt telkens tot hetzelfde antwoord: de overgrote meerderheid van de respondenten zegt dit niet te doen. Toch blijkt aan het einde van de middag de straat vol te liggen met kauwgomresten, papiertjes, stokjes, blikjes en plastic bekers. De respondenten hebben slechts sociaal wenselijke antwoorden gegeven toen hun op de man af werd gevraagd of zij weleens rommel op straat gooiden.

Antwoord: De kans is groot dat de enquête, wanneer ze werd herhaald, opnieuw tot dezelfde resultaten zou leiden; in die zin is het een betrouwbaar instrument. Maar het onderzoek is niet valide, omdat het geen antwoord geeft op de gestelde onderzoeksvraag.

Voorbeeld 2: Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld. 

Antwoord: In dat geval is het meetinstrument niet betrouwbaar en kan het ziekenhuis beter andere thermometers kopen. De uitslagen zullen bij herhaling wel telkens rond een verwachte waarde bewegen (van twee graden onder de werkelijke temperatuur tot twee graden erboven), maar de uitslagen zijn niet betrouwbaar genoeg om er uitspraken op te baseren.
Voorbeeld 1
Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien en benadert daartoe op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum rechtstreeks een aantal respondenten met de vraag of zij zich hieraan weleens schuldig maken. De vraag leidt telkens tot hetzelfde antwoord: de overgrote meerderheid van de respondenten zegt dit niet te doen. Toch blijkt aan het einde van de middag de straat vol te liggen met kauwgomresten, papiertjes, stokjes, blikjes en plastic bekers. De respondenten hebben slechts sociaal wenselijke antwoorden gegeven toen hun op de man af werd gevraagd of zij weleens rommel op straat gooiden.

  • Wel betrouwbaar
  • Niet valide

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld. 

  • Niet betrouwbaar
  • Wel valide

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betrouwbare bron?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare bron
  • Een bron die gegevens verstrekt die op waarheid berusten.
  • De kwaliteit van je bron bepaald de betrouwbaarheid van je onderzoek!

    Wikipedia? 

Slide 16 - Tekstslide

Een betrouwbare bron is een bron die gegevens verstrekt die op waarheid berusten. Een blogartikel of Wikipedia kan bijvoorbeeld interessante informatie bevatten, desondanks wil dat niet zeggen dat de informatie die verstrekt wordt door deze bronnen ook daadwerkelijk juist is. Niet elke bron is dus betrouwbaar. Wees daarom kritisch bij het beoordelen van de bron. Op Wikipedia staat bijvoorbeeld enorm veel informatie over uiteenlopende onderwerpen, maar omdat het een open-source software is en iedereen de content kan aanpassen, wordt deze bron niet als betrouwbaar beschouwd.
Hoe beoordeel je of een bron betrouwbaar is?

  • Auteur:  heeft de auteur al meerdere onderzoeken over het thema uitgevoerd, dan kan je ervan uitgaan dat de bron betrouwbaar is. 
  • Aantal citaten: controleer of de bron is geciteerd door andere onderzoekers
  • Datum publicatie: gebruik recentelijke bronnen
  • Opdrachtgever: bekijk wie de opdrachtgever is. Soms wordt een onderzoek uitgevoerd in opdracht van een bedrijf met een winstoogmerk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van betrouwbare  bronnen

  • Wetenschappelijke onderzoeken
  • Onderzoeksrapporten
  • Studieboeken
  • Krantenartikelen
  • Wetenschappelijk tijdsschrift
  • Jaarverslagen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verwijs je naar een bron?
Gebruik je het werk van een andere auteur, dan dien je zowel in je tekst als in de literatuurlijst naar deze bron te verwijzen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je betrouwbare bronnen raadplegen?

  • Databanken:  Google Scholar, Sociaal en Cultureel Planbureau, JSTOR, ScienceDirect enz.
  • Websites voor statistische gegevens: Centraal Bureau voor Statistiek, Eurostat, Euromonitor International

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  • weet wat een onderzoek is; 
  • kan benoemen uit welke onderdelen een onderzoek bestaat;
  • kan benoemen wat het belang van een betrouwbare bron is; 
  • Kan een bron beoordelen op betrouwbaarheid
  • Kan het verschil tussen betrouwbaarheid en validiteit uitleggen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies