Les 1 - INS: Articles, plural and word order

Welcome to the 1st English lesson
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the 1st English lesson

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

English this year

Slide 3 - Tekstslide

Iedereen maakt in elk geval alle toetsen, of je ook alle lessen actief moet volgen, bekijken Britt en ik gedurende het eerste blok.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TODAY'S LESSON
  • Lidwoorden          -   Articles
  • Meervoud              -   Plural
  • Woordvolgorde   -   Word order

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

But first: Introduce yourself

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Articles

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Articles
Lidwoorden

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord a/an/the
 een .......... a / an
de / het .......... the

een tafel - a table           een ei - an egg
de tafel - the table          het ei - the egg



 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher         a bycicle
a car                a door               a room
 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear       an investigation       an officer
an apple   an Englishman        an answer
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet --> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h --> dan gebruik je a.


 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
an hour  (je hoort our) = een uur
  • an honor (je hoort onour) = een eer

  • a university (je hoort juniversity) = de universiteit
  • a uniform (je hoort juniform) = het uniform
  • a European (je hoort jeuropean) = de Europeaan

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud


De verschillende regels in het Engels

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthoud:
nooit 's in het meervoud! 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

one piano
--> two pianos

one photo
--> two photos  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden die eindigen op f(e)
Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves

one knife --> two knives
one life --> two lives
one calf --> ten calves


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden die eindigen op medeklinker + y
Eindigt het woord op medeklinker + y --> meervoud wordt -ies

one baby --> two babies
one hobby --> two hobbies
one story --> three stories

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden die eindigen op klinker + y
Eindigt het woord op klinker + y--> meervoud wordt -s

one boy --> two boys
one toy --> two toys
one key --> three keys

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere onregelmatige woorden:
De volgende woorden veranderen niet in het meervoud!!!!
one sheep --> two sheep
one fish --> two fish
De volgende woorden staan altijd in het meervoud!!!!!
glasses (bril)
scissors 
trousers



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van girl?
A
girl's
B
girl
C
girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van knife?
A
knifes
B
knive
C
two pairs of knife
D
knives

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van sheep?
A
sheep's
B
sheeps
C
sheep
D
B en C zijn goed

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van bus?
A
buses
B
busses
C
bus
D
bussen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordvolgorde
How does it work?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie / doet / wat / waar / wanneer?
  • Zij at thuis vorige week een appel.
    --> Zij at een appel thuis vorige week.
    --> She ate an apple at home last week.

  • Hij  praatte gisteren Engels in de winkel.
    --> Hij praatte Engels in de winkel gisteren.
    --> He spoke English in the shop yesterday.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Henry
runs
around
school
everyday

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
felt
Jess
pain
last week
in her back

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
every morning
in our garden
our dog
likes
to run

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
at 2 pm
his knee
scratched
Peter
in the park

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
just now
in London
the pilot
landed
his plane

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



That's it for today

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies