massaverhoudingen


fase overgang
chemische reactie
mengsel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 1 - Tekstslide

bloksschema
= schematische voorstelling van een scheikundig proces
In het blokje staat de naam van het proces, of de plek waar het plaatsvindt (reactievat 3, tank 22)
De pijlen geven aan welke stoffen er in gaan of uit gaan

Slide 2 - Tekstslide

blokschema

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen
wet van behoud van massa:
-kennen
-kunnen uitleggen
- ermee kunnen rekenen (= toepassen)

massaverhouding van een reactie
- weten dat elke soort reactie zijn eigen massaverhouding heeft
-kunnen uitleggen wat daarmee wordt bedoeld
- ermee kunnen rekenen

Slide 9 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide



Slide 12 - Tekstslide

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 13 - Tekstslide

wet van behoud van massa

waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg

Slide 14 - Tekstslide

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
3   g           :              8  g       ->                                         


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
9 g                  8 g                                             
Hoeveel gram aluminiumoxide ontstaat er?
Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?

aluminium         9              ?     
zuurstof          8            25

Slide 17 - Tekstslide

                           ijzer   +    zuurstof -> ijzeroxide
massaverhouding         3,1      :       1                                                       


Hoeveel zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?




Slide 18 - Tekstslide

zelf aan het werk
havo: §2.4 lezen tot overmaat/ondermaat
maken opgave 38 tm 40

klaar? dan verder werken

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Vragen?
§3.2 goed doorlezen
opgave 10 tm 16 maken (17 niet)

Slide 20 - Tekstslide

rekenen met massaverhoudingen
koolstof (s)   +   zuurstof (g) ->   koolstofdioxide (g)
12   g         :      32  g     ->                             
Met een verhoudingstabel (kruislings vermenigvuldigen)
Hoeveel gram zuurstof reageert met 20 gram koolstof?

koolstof        12       20
   zuurstof         32        ?      


vorige les

Slide 21 - Tekstslide

vandaag wet van behoud van massa practicum
practicum staalwol verbranden
staalwol  (s)    + zuurstof  (g)   --> ijzeroxide (s)

Voorspel of het reactieproduct meer massa heeft dan de staalwol

Weeg het plukje staalwol voor en na de reactie
Voor = ........gram
Na = .......gram

Slide 22 - Tekstslide

vandaag
leerdoelen §2

Je kunt een reactieschema opstellen. (met fase)
Je kunt rekenen met de wet van behoud van massa.
Je kunt rekenen met massaverhoudingen.
Je kunt rekenen met overmaat.

Slide 23 - Tekstslide

vandaag zelf aan het werk


extra oefening massaverhoudingen 1
extra oefening massaverhouding 2
 toepassen (einde H3) opgave 31 en 34 tm 38 maken,
nakijken en verbeteren, vragen stellen!

Slide 24 - Tekstslide

rekenen met massa verhoudingen
aluminium     +      zuurstof  --> aluminiumoxide
9        :          8                                        

Hoeveel zuurstof reageert er met 125 gram aluminium?

Slide 25 - Tekstslide

overmaat
aluminium     +      zuurstof  --> aluminiumoxide
9        :          8                              17     
                                 
   Je hebt 210 g    aluminium  en  230 g zuurstof.
hoeveel gram zuurstof reageert er?
Hoeveel zuurstof houdt je over = overmaat?

Slide 26 - Tekstslide

vandaag
leer je over reagens  en  aantoningsreacties
leer je reactieschema's maken


Slide 27 - Tekstslide

reactie schema (met woorden/namen)
probeer zo veel mogelijk de fase aanduiding te gebruiken
(s) (l) (g)
voorbeeld:
koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide

Slide 28 - Tekstslide

koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide

1: welke stof(fen). is/zijn de beginstoffen
2: welke stof(fen) is/zijn de eindproducten
Maak je reactieschema     (met + -> )

koolstof + zuurstof (g) -> koolstofmono-oxide

Slide 29 - Tekstslide

Bij een vergisting ontleedt glucose in alcohol en koolstofdioxide
.


Beginstof(fen)?
Eindproduct(en)?

Slide 30 - Tekstslide

ammoniak ontstaat door stikstof met waterstof te laten reageren

Slide 31 - Tekstslide

Fotosynthese is een proces, waarbij zonne energie gebruiktt wordt om glucose en zuurstof te produceren uit koolstofdioxide en water.

Slide 32 - Tekstslide

Natriumcarbonaat kan ontleden. Er onstaan dan koolstofdioxide, natrium en zuurstof.

Slide 33 - Tekstslide

(in tweetallen) 20 minuten
Zoek op en noteer in je schrift:
- Wat zijn aantoningsreacties?
- Wat is een reagens? (meervoud reagentia)
-Wat wordt bedoeld met selectief en gevoelig?
- Welke aantoningsreacties zijn er voor:
Water,    koolstofdioxide,   zetmeel,   zwaveldioxide, waterstof, zuurstof
Blafje
vervolg

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

CO2 = koostofdioxide
Aantonen met kalkwater (reagens)
Heldere kleurloze vloeistof wordt wit troebel

Slide 36 - Tekstslide

Welke opstelling klopt er?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide