8.5 machten van negatieve getallen

8.5 Machten van negatieve getallen, blz. 66/ TL: H9 blz. 92
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8.5 Machten van negatieve getallen, blz. 66/ TL: H9 blz. 92

Slide 1 - Tekstslide

 Programma                           
  • Start
  • Terugblik 8.4
  • Uitleg 8.5 
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Tekstslide

Bereken: 10 - 2 x -3 =
A
16
B
-16
C
24
D
-24

Slide 3 - Quizvraag

Bereken. Schrijf de tussenstappen op.
-8 x 3 -7--3 x 2 + 5=

Slide 4 - Open vraag

Bereken. Schrijf de tussenstappen op.
18 : -6 -5 : -1 =

Slide 5 - Open vraag

8.5 machten van negatieve getallen
Wat gaan we deze les leren:
  • hoe je kwadraten en machten berekent als het grondtal  negatief is.


Slide 6 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 

Slide 7 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64


Slide 8 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.


Slide 9 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 


26

Slide 10 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 


26

Slide 11 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 


26

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met machten

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met machten

Slide 14 - Tekstslide

Machten met een negatief grondtal
Wat is het verschil tussen:

                 (-4)3 =                       
                  -43  =

Slide 15 - Tekstslide

Bij een negatief grondtal geldt:
Als de exponent even is,  dan is de uitkomst positief.


Als de exponent oneven is, dan is de uitkomst negatief.



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bereken:
72
A
-49
B
49

Slide 18 - Quizvraag

Bereken:

(3)2
A
9
B
-9

Slide 19 - Quizvraag

Bereken:

(33)2
A
81
B
-81
C
9
D
-9

Slide 20 - Quizvraag

Bereken:

(3)3
A
27
B
-27
C
9
D
-9

Slide 21 - Quizvraag

Bereken:

(3)4
A
81
B
-81
C
12
D
-12

Slide 22 - Quizvraag

(3)4=81
(3)3= 27

Slide 23 - Tekstslide

Bereken:

332+3
A
-36
B
36
C
-24
D
24

Slide 24 - Quizvraag

Bereken:

20(2)2
A
-16
B
16
C
576
D
-576

Slide 25 - Quizvraag

Bereken:

5+72232=
A
7
B
-7
C
15
D
-15

Slide 26 - Quizvraag

Bereken:
(21)3+(21)3=
A
1/8
B
- 1/8
C
-1/6
D
0

Slide 27 - Quizvraag

Wiskunde - Aan de slag!
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen 


groen = Je mag tijdens het werken met elkaar praten
(houd het geluidsniveau respectabel..)
§8.5 'Machten van negatieve getallen'
Lezen:
Theorie 

Maken 8.5:
opdrachten

Schrijf je tussenstappen op!
Vergeet niet je controle stap!


timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Klaar?
maak van 8.5
opgaven 36 t/m 47

Slide 29 - Tekstslide