Thema 7: Bouwkunst

Thema 7: Bouwkunst
1 / 117
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 117 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 7: Bouwkunst

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gezinsbudget

Slide 3 - Tekstslide

Optimaal gezinsbudget

 Goed zicht op inkomsten en uitgaven/ kosten

Inkomsten moeten hoger zijn dan de kosten 

Slide 4 - Tekstslide

Inkomsten
1. Vast inkomen 

2. Variabel inkomen

3. Occasioneel inkomen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vaste kosten 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden van vaste kosten?

Slide 11 - Woordweb

Variabele kosten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Hoeveel budget heb je over?

Slide 15 - Open vraag

Waar ging het grootste deel van je budget naartoe?

Slide 16 - Open vraag

Moest je inboeten op bepaalde zaken?
Ja
Neen

Slide 17 - Poll

Waarom sparen? 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Spaar-en beleggingsvormen

1. Spaarrekening 
2. Termijnrekening 
3. Aandelen 
4. Obligatie/ kasbon
5.  Beleggingsfonds
6. Vastgoed 

Slide 20 - Tekstslide

De spaarrekening (spaarboekje)
= een rekening , waarop je geld zet dat je niet onmiddellijk nodig hebt. In ruil voor het in bewaring mogen houden van je geld, zal de bank jou een vergoeding betalen (= intrest).

Voordeel:
Geen risico 
Je geld is altijd beschikbaar

Slide 21 - Tekstslide

Termijnrekening 
= een rekening waarop je geld vast zet voor een bepaalde peridode (termijn). Je kan deze termijn zelf bepalen. Je geld is gedurende deze periode/ termijn niet beschikbaar. Je krijgt hier intrest voor.

Voordeel:
Meer opbrengst (hogere rente) dan op een spaarrekening.
Geen risico

Slide 22 - Tekstslide

Spaar-en beleggingsvormen

Slide 23 - Tekstslide

Aandelen
Als je aandelen koopt van een bedrijf, word je een stukje mede-eigenaar van dat bedrijf. 

Je deelt in de winst, maar ook in het verlies van dat bedrijf.

Slide 24 - Tekstslide

Obligaties/ kasbon
Als je een obligatie koopt van een bedrijf (overheid of bank), leen je jouw geld uit. Het bedrijf (overheid of bank) moet je dat geld terug betalen. In ruil voor de lening krijg je een vergoeding.

Slide 25 - Tekstslide

Wat is jouw beleggersprofiel? 
Startpunt voor beleggen

  • Financiële situatie
  • Kennis + ervaring
  • Persoonlijke verwachtingen 
  • Duurzaamheidsverwachtingen
  • Risicoanalyse 


Slide 26 - Tekstslide

Spaar-en beleggingsvormen

1. Spaarrekening 
2. Termijnrekening 
3. Aandelen 
4. Obligatie/ kasbon
5.  Beleggingsfonds
6. Vastgoed 

Slide 27 - Tekstslide

Thema 7: Bouwkunst

Slide 28 - Tekstslide

Ligging

Slide 29 - Tekstslide

(ver)bouwen

Slide 30 - Tekstslide

Type

Slide 31 - Tekstslide

Financieel

Slide 32 - Tekstslide

Stijl

Slide 33 - Tekstslide

Maak een top 5 van wat jij het belangrijkste vindt
Locatie
Bouwen of verbouwen
Type woning (appartement, rijhuis, alleenstaande woning,...)
Financieel
Stijl en interieur
Duurzaamheid 

Slide 34 - Tekstslide

Droomwoning

Beschrijf  & ga op zoek

Slide 35 - Tekstslide

Soorten samenhuizen

  • Cohousing
  • Woongroep of co-wonen
  • Gemeenschapshuis
  • Kangoeroewoning



Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Cohousing?
  1. betekent je privacy opgeven.
  2. is iets voor ouderen.
  3. is niet betaalbaar voor jonge mensen.
  4. is goed voor het milieu.

Slide 38 - Tekstslide

Cohousing
  • Elke bewoner heeft een eigen cohousingwoning met een eigen keuken, badkamer en toilet.
  • Je deelt en beheert vrijwillig een aantal gemeenschappelijke leefruimtes, bijvoorbeeld de woonkamer, keuken, werkruimte,... samen.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

cohousing is niet co-wonen
Co-wonen deel je ook vrijwillig een aantal ruimtes, maar dit zijn geen leefruimtes zoals bij cohousing.
Je deelt dus geen keuken of woonkamer, maar wel bijvoorbeeld de tuin, wasplaats, werkplaats, fietsenstalling, …

Slide 41 - Tekstslide

Soorten samenhuizen

  • Cohousing
  • Woongroep of co-wonen
  • Gemeenschapshuis
  • Kangoeroewoning



Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video


Gemeenschapshuis

  • Meest voorkomende vorm
  • populair in grootsteden
  • Vooral economische keuze voor mensen die (nog) geen appartement of woning kunnen huren of kopen
  • Concept: je huurt samen een huis waarin je een privéslaapkamer hebt.
  • De keuken, badkamer en leefkamer worden gedeeld. 
  • wordt in principe als iets tijdelijks beschouwd. 

Slide 44 - Tekstslide


Kangoeroewoning
Combinatie van twee zelfstandige woningen of wooneenheden onder één dak.

De woonruimtes hebben elk een aparte voordeur en hebben vaak ook een intern afsluitbare verbindingsdeur. 

Slide 45 - Tekstslide

Voordelen

  • Sociaal contact
  • Zorg voor familie 
  • Economisch (groter huis, tuin,...)
  • Financieel
  • Ecologisch
Nadelen

  • Privacy
  • Verantwoordelijkheden 
  • Inrichting
  • ...

Slide 46 - Tekstslide

Andere woonvormen ... 

Slide 47 - Tekstslide

Maak een tijdlijn van je leven p.7

Slide 48 - Tekstslide


Afgestudeerd - samenwonen - kinderen - kinderen uit huis - pensioen - ...

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Werkboek p.8 - 9

Slide 52 - Tekstslide

Huren

Welke stappen moet jij ondernemen als je wilt huren? 

Slide 53 - Tekstslide

6 stappen
  1. Bepaal je budget
  2. Zoek een woning
  3. Huurcontract 
  4. Verzekering
  5. Plaatsbeschrijving - huurstaat
  6. Verhuizen



Slide 54 - Tekstslide

Budget

  • Wat is jouw vast inkomen?
  • Bereken 1/3  

Slide 55 - Tekstslide

Zoek een woning
  • Ligging
    Parkeerplaats, winkels in de buurt, openbaar vervoer, buren,...?
  • Staat
    Vochtproblemen, isolatie, akoestiek, watervoorziening, verwarming,...? 
  • Kosten
    Lift, gemeenschappelijke kosten, energieverbruik, dubbele beglazing - EPC,..?
  • Veiligheid
    Rookmelders, sloten, nooduitgang,...?

Slide 56 - Tekstslide

Wat moet er in een huurcontract staan?

Slide 57 - Woordweb

Huurcontract

  • Huurtermijn (korte of lange termijn)
  • Huurprijs + wanneer en hoe die betaald moet worden
  • Gemeenschappelijke kosten
  • Huurwaarborg: leg de uitkering van deze waarborg vast op een geblokkeerde rekening
  • Registratie
  • Overeenkomsten

Slide 58 - Tekstslide

Verzekeringen
  • De eigenaar/ verhuurder: brandverzekering  
  • De huurder woningverzekering:
    Dekt huurdersaansprakelijkheid zoals brand, blikseminslag, ontploffingen, maar ook stormen en natuurrampen.
  • Met een extra waarborg is uw inboedel bovendien verzekerd tegen diefstal.

Slide 59 - Tekstslide

Plaatsbeschrijving
Geldig als:


  • Jij en de verhuurder bij de opstelling van de huurstaat aanwezig zijn.
  • Jij en de verhuurder het document dateren en ondertekenen.
  • De huurstaat voldoende gedetailleerd is.

Slide 60 - Tekstslide

Verhuizen
  • Zeg tijdig je oude huurcontract op.
  • Meld uw verhuis bij de bevolkingsdienst van uw nieuwe gemeente.
  • Pas definitief gedomicilieerd na bezoek van de wijkagent en adreswijziging bij de gemeente.
  • Geef uw adreswijziging door aan uw werkgever, bank, ziekenfonds, water-, gas- en elektriciteitsmaatschappij, enz.

Slide 61 - Tekstslide

Een woning kopen

Slide 62 - Tekstslide

Kopen


Welke stappen moet je ondernemen als je wilt kopen?
"Geld lenen kost ook geld" 

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Link

Wat is het verschil tussen een bod en een optie? 
Wat is het verschil tussen een bod en een optie? 

Slide 66 - Tekstslide

Bod
Optie 

Slide 67 - Tekstslide

Wat zijn opschortende voorwaarden?

Slide 68 - Tekstslide

Opschortende voorwaarden
Voorwaarden aan verkoopovereenkomst binnen een bepaalde termijn.
Geen extra bedenktijd.
Vaak voorkomende voorwaarden zijn: 

  • Een uiterlijke vervaldatum van het bod. Zo niet, blijft je bod in principe voor onbepaalde tijd doorlopen.
  • Het tijdig verkrijgen van een hypothecaire lening.
  • Het tijdig ontvangen van bepaalde attesten: omgevingsvergunning, positieve elektriciteitskeuring, een blanco bodemattest, bewijzen rond risico’s op overstromingsgevaar,…
  • De garantie op eventuele bijkomende werken door de verkoper.

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Link

Bijkomende kosten

  • Registratierechten 
  • Notariskosten 
  • Dossierkosten lening (bank)



Slide 71 - Tekstslide

Registratiekosten
Vlaanderen 

  • 3%  op enige woning + binnen 2 jaar effectief wonen
  • 12 % op tweede woning
  • 21% op nieuwbouw 

Onder bepaalde voorwaarden betaal je geen registratierechten op de eerste 80.000 euro van het aankoopbedrag. 

Slide 72 - Tekstslide

Slide 73 - Link

Bij je eigen bank krijg je altijd de beste rentevoet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 74 - Quizvraag

Je gaat best eerst naar je eigen bank
A
Waar
B
Niet waar

Slide 75 - Quizvraag

Je moet alleen maar rekening houden met de rentevoet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 76 - Quizvraag

6 bruikbare tips voor een lening
  1. Ga langs bij verschillende banken
  2. Kies voor een vaste of variabele rentevoet
  3. Zeg duidelijk wat je wilt 
  4. Laat merken dat je op de hoogte bent 
  5. Vraag je offerte op papier/ mail 
  6. Informeer pas als laatste bij je eigen bank 

Slide 77 - Tekstslide

Hypothecaire lening

In ruil voor het bedrag dat de bank je leent geeft je jouw toekomstige woning als onderpand.

Deze hypotheek op je woning is een waarborg voor de bank, mocht je niet meer in staat zijn om jouw lening af te betalen.

Slide 78 - Tekstslide

Rente
  • Bovenop je geleende som betaal je een bijkomende maandelijkse kost.
  • Vast of variabel
  • Afhankelijk van looptijd: Hoe langer de gekozen looptijd, hoe lager je maandelijkse afbetaling ligt. Maar ook: hoe hoger je rentevoet – en dus ook jouw totaal te betalen bedrag.
  • Afhankelijk van eigen inbreng, aankoopprijs, waarde van de woning, economie, bank,... 

Slide 79 - Tekstslide

Aflossing
Maandelijks bedrag bestaat uit kapitaal en interesten.

Stel: je leent 200.000 euro van de bank aan een vaste rentevoet van 2%, en dit over een looptijd van 20 jaar.

Aan het eind van die looptijd zal je 242.412 euro betaald hebben.
Het kapitaalgedeelte = 200.000 euro
De interesten 42.412 euro

Slide 80 - Tekstslide

De quotiteit 
De verhouding tussen het bedrag dat je graag wilt lenen en de waarde van de woning die je wenst te kopen.

De meeste banken zullen geneigd zijn om tot 80% quotiteit te gaan, al zijn er nog uitzonderingen mogelijk.

Slide 81 - Tekstslide

Slide 82 - Link


Schuldsaldoverzekering 


  • Levensverzekering die wordt aangegaan als waarborg voor een lening.
  • Je lening wordt verder afbetaald als je overlijdt.
  • De gezondheidstoestand en geschiedenis bepalen mee de premie.
  • Geen verplichte verzekering.

p15

Slide 83 - Tekstslide

Slide 84 - Link

Sociale lening 
  • Het Vlaams Woningfonds (VWF). Het VWF werkt samen met de lokale sociale huisvestingsmaatschappijen: zij starten een leningsdossier op.

  • De Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) heeft haar leningsactiviteit volledig afgebouwd.


Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Link

Slide 87 - Link

Slide 88 - Tekstslide

Slide 89 - Tekstslide

Nadelen sociale lening
  • Als je de woning verkoopt, moet je de lening vervroegd terugbetalen .
  • Bij vervroegde terugbetaling, betaal je wederbeleggingsvergoeding (drie maanden intrest op het terugbetaalde bedrag: saldo van de lening x hypothecaire rentevoet x 3/12"

Slide 90 - Tekstslide

Voorwaarden sociale lening
  • Inkomen
  • Aankoopprijs onder bepaalde grenzen
  • Geschatte verkoopwaarde onder bepaalde grenzen
  • Gelegen in het Vlaams gewest
  • Hoofdzakelijk bestemd zijn voor bewoning
  • Beantwoorden aan de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen
  • moet gedurende de ganse duur van het krediet door minstens 1 van de ontleners bewoond worden
  • Mag niet verhuurd worden.
  • Geen andere eigendom bezitten
  • Voldoende inkomsten hebben - voldoende solvabel zijn

Slide 91 - Tekstslide

Inschrijving

  • Identiteitskaart
  • Aanslagbiljet
  • Loonfiches (3 maanden)
  • Attest gezinssamenstelling

Slide 92 - Tekstslide

Checklist Compromis
  • Namen van de partijen
  • Gedetailleerde omschrijving van de woning
  • Prijs
  • Opschortende voorwaarden 
  • Eventueel voorschot (5% - 10%)
  • Attesten: bodemattest, EPC, elektriciteitskeuring, stedenbouwkundig attest
  • tijdstip eigendomsoverdracht

Slide 93 - Tekstslide

Opschortende voorwaarden
Voorwaarden aan verkoopovereenkomst binnen een bepaalde termijn.
Vaak voorkomende voorwaarden zijn: 

  • Een uiterlijke vervaldatum van het bod. Zo niet, blijft je bod in principe voor onbepaalde tijd doorlopen.
  • Het tijdig verkrijgen van een hypothecaire lening.
  • Het tijdig ontvangen van bepaalde attesten: omgevingsvergunning, positieve elektriciteitskeuring, een blanco bodemattest, bewijzen rond risico’s op overstromingsgevaar,…
  • De garantie op eventuele bijkomende werken door de verkoper.

Slide 94 - Tekstslide

Slide 95 - Link

Wat je zelf doet, doe je meestal beter?!

Slide 96 - Tekstslide

Opdracht

Slide 97 - Tekstslide

Slide 98 - Tekstslide

Slide 99 - Tekstslide

Slide 100 - Tekstslide

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Tekstslide

Slide 103 - Tekstslide

Slide 104 - Tekstslide

Slide 105 - Tekstslide

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Tekstslide

Opdracht
Richt de slaapkamer in.

  • Budget: 1250 euro 
  • Maak een lijst van meubels, voorwerpen die je wilt kopen.
  • Waar koop je wat?  + kostprijs in een tabel

Slide 108 - Tekstslide

Energie

Slide 109 - Tekstslide

EPC 

Document met schatting hoe energiezuinig de woning is.

p23-24

Slide 110 - Tekstslide

Het nieuwe wonen?! 

Slide 111 - Tekstslide

Video 
  • Hoe wordt de Vlaming met de baksteen in de maag verklaard? 
  • Wat zijn belangrijke gevolgen hiervan? 
  • Hoe ziet de toekomst er uit? 
  • Waarom? 

Slide 112 - Tekstslide

Wb. p. 26

Slide 113 - Tekstslide

Het wonen van de toekomst

  • Collectiever en dichter bij elkaar
  • Hoogbouw of creatieve laagbouw
  • Meer publieke ruimte en groen in steden en wooncomplexen
  • Auto weren door betere organisatie van het openbaar vervoer

Slide 114 - Tekstslide

Stel 4 kritische vragen

Slide 115 - Tekstslide

Evaluatie 

DIY opdracht
Herhalingsopdracht 
Woordenschatoefening
Herhalingstoets  

Slide 116 - Tekstslide

Doelstellingen 
Ik kan:
  • verschillende woonvormen onderscheiden 
  • argumenten (voor-en nadelen) voor verschillende woonvormen formuleren
  • de verschillende stappen en aandachtpunten bij het huren van een woning beschrijven 
  • de verschillende stappen bij het kopen van een woning beschrijven 
  • de elementen, die in een compromis moeten staan, opsommen
  • bijkomende kosten bij de aankoop van een woning benoemen 
  • procentuele berekeningen uitvoeren
  • functionele berekeningen uitvoeren op basis van een plan (oppervlakte en omtrek)
  • prijzen vergelijken en berekenen
  • vakjargon uitleggen en toepassen 



Slide 117 - Tekstslide