Soeverein, autoritair, democratie (direct en indirect)
Constitutionele monarchie, parlementaire democratie
Links-rechts, liberaal, sociaal-democratisch, christen-democratisch, conservatief en progressief
zetels, fracties, zwevende kiezer
evenredige vertegenwoordiging, districten stelsel
Formatie, demissionair kabinet, coalitie, oppositie
Wetgevende en controlerende taken
Tweedekamer, eerste kamer, koning, kabinet, regering