WI 1HV P5 H10 W2 10.4 - Vergelijkingen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H10 - Formules en Vergelijkingen

WI 1HV P5 H10 W2 

10.4 - Vergelijkingen

Introductie

Wat gaan we doen deze periode?

- Starten met H10, daarna door met H12

- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12

- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen

Leerdoelen W1

10.1 Formules korter maken

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters

Ik kan laten zien dat formules anders geschreven dezelfde uitkomsten geven.

10.2 Formules vereenvoudigen

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

10.3 Werken met formules

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

Leerdoelen W2

10.4 Vergelijkingen

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

10.5 Bordjes leggen

k kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

Schrijf deze formule korter:
Aantal broodjes x 2,5 - 15 = Winst

Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?
q = 12 + 2m + 3p

Vereenvoudig de volgende formules
a. q = -20 + 10m - 3m +30
b. - 5t + 4t + 8r + 20 + 13 = h

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
7 + 4t + 6t = y naar 11 +10t = y.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

p=10+2(q+30)

Geef de uitkomst als q = 2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Geef de uitkomst y als p = 6 en p = -3 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = 3p +5
b. y = -8p - 10

10.4 Vergelijkingen

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen door terug te rekenen

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

Wat is een vergelijking?

Een vergelijking is een formule met het antwoord ingevuld.

WEL vergelijking

20 = 2(p + 6)

3p = 60

2a + 8 = 20

GEEN vergelijking

w = 2(p + 6)

3p = w

2a + 8 = b

Wat is een vergelijking oplossen

Een vergelijking oplossen is de waarde van de variabele vinden zodat de vergelijking klopt.

Bijv. 

De oplossing van 2a + 8 = 20 is a = 6, want als je 6 invult in de vergelijking dan komt daar 20 uit.

Geef aan welke de vergelijkingen zijn.
a. 3q = 6
b. 3q + 2 = 60
c. y = 4x + 6
d. 45 = 4b + 6

1. a, b, c
2. b, c, d
3. a, c, d
4. a, b, d

00:31

Waarom legt hij een bordje
op 20q?

00:50

Waar komt de
120 vandaan?

01:02

Door welke berekening
komt hij uit op q = 6?

01:08

Wat doe hij hier
in de laatste stap?

02:40

Welke laatste stap
staat niet op de stappenplan?

Los onderstaande vergelijking zelf op m.b.v. de bordjesmethode.

110 = 40a + 20

Enquete Leerdoelen

Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandig werken

Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
10.4 Werken met formules

Ga nu aan de slag met 10.4

Kijk dit na en lever in in showbie.