WI 1HV P5 H10 W1 10.3 - Werken met formules

H10 - Formules en Vergelijkingen
WI 1HV P5 H10 W1 
10.3 - Werken met formules
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H10 - Formules en Vergelijkingen
WI 1HV P5 H10 W1 
10.3 - Werken met formules

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Wat gaan we doen deze periode?
- Starten met H10, daarna door met H12
- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12
- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen W1
10.1 Formules korter maken
Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters
Ik kan laten zien dat formules anders geschreven dezelfde uitkomsten geven.

10.2 Formules vereenvoudigen
Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

10.3 Werken met formules
Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf deze formule korter:
Aantal kippen x 5,5 - 55 = Winst

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?
q = 12 + 2m

Slide 5 - Woordweb

Vereenvoudig de volgende formules
a. q = 16 + 5m - 3m -4
b. - 3q + 4r + 8r + 20 - 6 = h

Slide 6 - Open vraag

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
7 + 4t + 6t = y naar 17t = y.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

Slide 7 - Open vraag

10.3 Werken met formules

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen met getallen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bereken je een uitkomst bij een formule?
Stel je hebt de volgende formule en opdracht.
p = 4t + 11, waarbij t de tijd in uren is en p de prijs in euro's
Bereken p als t = 5. 
"Bereken p als t = 5." betekent rekent uit wat p wordt als je voor t het getal 4 invult. 
Dus de berekening wordt:
p = 4 x 5 + 11
p = 20 + 11
p = 21
Dus bij 5 uur hoort een  prijs van 21 euro.




Slide 9 - Tekstslide

Hoe bereken je een uitkomst bij een formule?
Het komt er dus op neer dat je de variabele vervangt voor een getal!
Welk getal je vervangt voor de variabele staat in de tekst.
Vervolgens je verder zoals je dat gewend bent met de rekenregels.



Slide 10 - Tekstslide

Geef de uitkomst y als p = 4 en p = -2 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = 3p +5
b. y = -3p - 4

Slide 11 - Open vraag

Geef de uitkomst als q = 2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 12 - Woordweb

Geef de uitkomst als q = 2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 13 - Woordweb

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
10.3 Werken met formules
Ga nu aan de slag met 10.3
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 18 - Tekstslide