WI 1HV P5 H12 W3 - 12.3 Vermenigvuldigen en optellen

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.2 Vermenigvuldigen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.2 Vermenigvuldigen

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Wat gaan we doen deze periode?
- Starten met H10, daarna door met H12
- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12
- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen
- Groene slides: herhaling. 
- Witte slides: theorie 
- Blauwe slides: verwerking van therie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen W1
10.1 Formules korter maken
Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters
Ik kan laten zien dat formules anders geschreven dezelfde uitkomsten geven.

10.2 Formules vereenvoudigen
Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

10.3 Werken met formules
Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen W2
10.4 Vergelijkingen
Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.
Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

10.5 Bordjes leggen
k kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen W3
12.1 Optellen en aftrekken
Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

12.2 Vermenigvuldigen
Ik kan formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen W4
12.3 Vermenigvuldigen en optellen
Ik kan formules met machten korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

Slide 6 - Tekstslide

vettewinst=1003×bakjesfriet
Schrijf deze formule korter:

Slide 7 - Woordweb

y=4p+5(q20x)+30
Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?

Slide 8 - Woordweb

Vereenvoudig de volgende formule.

y=4m+5(t20)+30
y=4m+5(t20)+30
y=4m20+30+5m

Slide 9 - Open vraag

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
b = -100 - 10m - 3m + 40 naar 140 - m = b.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

Slide 10 - Open vraag

p=q2+4
Geef de uitkomst als q = 2 en als q = -2
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 11 - Woordweb

Geef de uitkomst y als p = 5 en p = -4 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = -p x p x p + 5
b. y = -10p + 30

Slide 12 - Open vraag

Geef aan welke de vergelijkingen zijn.
a. 3q = 6
b. 3q + 2 = p
c. 20 = 4x + 6
d. 80 = 4b + 6
A
a, b, c
B
b, c, d
C
a, b, d
D
a, c, d

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitspraak past het beste bij "een vergelijking oplossen"?
A
Het antwoord uitrekenen.
B
Het antwoord uitrekenen zodat de vergelijking klopt.
C
De variabele uitrekenen m.b.v. de bordjesmethode.
D
De variabele uitrekenen zodat de vergelijking klopt.

Slide 14 - Quizvraag

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien m.b.v. de bordjesmethode (inclusief de controle).


aantalrotteappels=3×aantalweken+15
2001,5×tijdinuren=155

Slide 15 - Open vraag

Waar komt het bordje te staan bij de vergelijking?
En wat komt er op het bordje te staan?


10t + 80 = 60
A
bordje op 10t op bordje komt: -20
B
bordje op 10t + 80 op bordje komt: -20
C
bordje op 80 op bordje komt: -20
D
bordje op 10t op bordje komt: 140

Slide 16 - Quizvraag

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

155 = 60q + 55 - 35q

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:


y=2×8q

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:

y=602×10×c×2c

Slide 19 - Open vraag

12.3 Vermenigvuldigen en optellen

Ik kan formules met machten korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

Slide 20 - Tekstslide

Gelijksoortige termen herhalen
Je hebt al geleerd dat gelijksoortige termen delen of stukjes van een berekening zijn die bij elkaar horen.
Je mag (moet) ze bij elkaar optellen of vermenigvuldigen om een formule korter te schrijven.


y=4g×6g=4×6×g×g=24g2
y=3x+9x=12x

Slide 21 - Tekstslide

Machten optellen en aftrekken
Termen gaan niet alleen over getallen en variabelen, maar ook over machten van variabelen. 

De formule hierboven heeft drie termen: 
Ze zijn alle drie niet gelijksoortig. 
Dus de formule kan je niet korter schrijven.
y=4x+5+6x2
4x
5
6x2

Slide 22 - Tekstslide

Korter schrijven van machten
Maar stel de formule is: 


Zitten hier gelijksoortige termen in? JA!!
Dus deze formule is korter te schrijven naar






y=4x2+5+6x2
4x2
6x2
y=10x2+5

Slide 23 - Tekstslide

         of        ?
Schrijf korter:
Zitten hier gelijksoortige termen in? JA!!
Dus deze formule is korter te schrijven naar

AFSPRAAK: 
de 1 (of -1)  voor de          schrijven we niet op.
Dus de formule moet zijn: 




y=4x2+53x2
4x2
3x2
y=1x2+5
1x
x
x2
y=x2+5

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf de volgende formule korter:

y=6x2+3x+2x2

Slide 25 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:

y=5x23x5x2+3x

Slide 26 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:

y=5x2+5x×3x

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:

y=20x25x×3x

Slide 28 - Open vraag

Schrijf de volgende formule korter:

y=15x2+5x×3x5x+3x

Slide 29 - Open vraag

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 30 - Tekstslide

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Ik kan formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Ik kan formules met machten korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
12.3 Werken met formules
Ga nu aan de slag met 12.3
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 42 - Tekstslide