WI 1HV P5 H12 W3 - 12.1 Optellen en aftrekken

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.1 - Optellen en aftrekken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12 - Rekenen met variabelen
WI 1HV P5 H12 W3 
12.1 - Optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Wat gaan we doen deze periode?
- Starten met H10, daarna door met H12
- Toets: Week 6 (x2) over H10 en H12
- LET OP!!! Rare periode met veel uitval vanwege studiedagen en vrije dagen
- Groene slides: herhaling. 
- Witte slides: theorie 
- Blauwe slides: verwerking van therie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen W1
10.1 Formules korter maken
Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters
Ik kan laten zien dat formules anders geschreven dezelfde uitkomsten geven.

10.2 Formules vereenvoudigen
Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.

10.3 Werken met formules
Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen W2
10.4 Vergelijkingen
Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.
Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

10.5 Bordjes leggen
k kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen W3
12.1 Optellen en aftrekken
Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf deze formule korter:
150 - aantal bakjes friet x 1,5 = vette winst

Slide 6 - Woordweb

y=3x2+2q8
Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?

Slide 7 - Woordweb

Vereenvoudig de volgende formules
a. a = 100 - 10p - 20p -100
b. -20r + 4t + 20r -4t + 13 = h

Slide 8 - Open vraag

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
b = -100 - 10m - 3m + 40 naar 140 - m = b.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

Slide 9 - Open vraag

p=3q4(q30)
Geef de uitkomst als q = 2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 10 - Woordweb

Geef de uitkomst y als p = 6 en p = -3 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = p x p + 5
b. y = 10p + 30

Slide 11 - Open vraag

Geef aan welke de vergelijkingen zijn.
a. 3q = 6
b. 3q + 2 = p
c. 20 = 4x + 6
d. 80 = 4b + 6
A
a, b
B
b, c
C
c, d
D
a, c

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitspraak past het beste bij "een vergelijking oplossen"?
A
Het antwoord uitrekenen.
B
Het antwoord uitrekenen zodat de vergelijking klopt.
C
De variabele uitrekenen m.b.v. de bordjesmethode.
D
De variabele uitrekenen zodat de vergelijking klopt.

Slide 13 - Quizvraag

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

320 - 15p = 140

Slide 14 - Open vraag

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

5q - 3q - 15 = 10

Slide 15 - Open vraag

Waar komt het bordje te staan bij de vergelijking?
En wat komt er op het bordje te staan?


10t + 80 = 60
A
bordje op 10t op bordje komt: -20
B
bordje op 10t + 80 op bordje komt: -20
C
bordje op 80 op bordje komt: -20
D
bordje op 10t op bordje komt: 140

Slide 16 - Quizvraag

12.1 Optellen en aftrekken

Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn gelijksoortige termen?
Gelijksoortige termen zijn delen of stukjes van een berekening die bij elkaar horen.
Voorbeeld:
in y = 3p + 6 + 8p zijn drie termen te vinden: 3p en 6 en 8p.
3p en 8p zijn gelijksoortig. 6 is niet gelijksoortig met de de p's.
Zoals je hebt geleerd mag je gelijksoortige termen samen nemen.
y = 3p + 6 + 8p moet worden:
y = 11p + 6

Slide 18 - Tekstslide

Formules korter schrijven

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf de volgende formules korter:
a. a = 2x + 3y -6x + 20
b. 8p - 55 - 88x + 55 + 8x +3p = z

Slide 22 - Open vraag

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen (met of zonder de bordjesmethode) door terug te rekenen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
10.5 Werken met formules
Ga nu aan de slag met 10.5
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 33 - Tekstslide