wederkerend, wederkerig, + andere voornaamwoorden

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- datum toets prikken
- begrippenlijst maken
- oefenen

Slide 2 - Tekstslide

toets: 21 oktober!
Grammatica woordsoorten

lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk vnw, betrekkelijk vnw, bezittelijk vnw, aanwijzend vnw, telwoord, voorzetsel, bijwoord, wederkerig voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Begrippenlijst

lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk vnw, betrekkelijk vnw, bezittelijk vnw, aanwijzend vnw, telwoord, voorzetsel, bijwoord, wederkerig voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord

Slide 4 - Tekstslide

oefenen 
Op de volgende dia kun je oefenen met: wederkerig/wederkerend voornaamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

oefenen
op de volgende dia kun je oefenen met: voornaamwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

oefenen

op de volgende die kun je oefenen met: voorzetsels

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

oefenen
Op de volgende dia kun je oefenen met het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link