Risico en rendement $3.1: Verhandelbare risico's

Leerdoelen
begrijpen wie vragers en aanbieders op de vermogensmarkt zijn


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
begrijpen wie vragers en aanbieders op de vermogensmarkt zijn


Slide 1 - Tekstslide

►   Vermogensmarkt = geheel van vraag naar en aanbod
       van vermogen
       --> Vermogensmarkt bestaat uit 2 deelmarkten:

             ►   Geldmarkt = geheel van vraag en aanbod van
                    kredieten, leningen e.d. met een looptijd korter 
                    dan twee (één) jaar.

             ►   Kapitaalmarkt = geheel van vraag en aanbod
                    van langlopende leningen met een looptijd 
                    langer dan twee (één) jaar en permanent vermogen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

2

Slide 4 - Video

01:01
Wat was ook alweer de definitie van rendement, die we leerden bij Heden, verleden en toekomst?

Slide 5 - Open vraag

01:45
Noem de verschillen tussen sparen en beleggen

Slide 6 - Open vraag

Vragers naar vermogen:

1.     Consumenten/particulieren die willen lenen

2.    Overheden die willen lenen om te besteden/investeren

3.    Ondernemingen die willen lenen om te besteden/investeren


 --> Financieringskosten = alle kosten die verbonden zijn aan
       het lenen van geld

Slide 7 - Tekstslide

Aanbieders van geld:

1.     Institutionele beleggers = instellingen die grote bedragen 
       te beleggen hebben om rendement mee te behalen, zoals bijv.:
       .  Pensioenfondsen
       .  Levensverzekeringsmaatschappijen
2.    Particulieren die willen sparen of beleggen
3.    Ondernemingen die voor een korte periode hun (overtollige)
       liquiditeiten op de bank of via de beurs beleggen
4.   Overheden = die voor een korte periode hun (overtollige)
      liquiditeiten op de bank of via de beurs beleggen

Slide 8 - Tekstslide

3

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

00:31
Eigen vermogen
Lang Vreemd Vermogen
Kort Vreemd Vermogen
Aandeel
Obligatie
Geef aan wat voor vermogen aandelen en obligaties zijn

Slide 11 - Sleepvraag

00:48

Welke marktvorm heeft de beurs?

Slide 12 - Open vraag

01:44
Wat is het voordeel van een beleggingsfonds?

Slide 13 - Woordweb

Vermogensmarkt = het geheel van vraag en aanbod
van vermogen
--> de vermogensmarkt is een abstracte markt
--> op de vermogensmarkt wordt gehandeld in 
      'vermogenstitels' (= effecten)
      Effecten = rechten/vermogenstitels met een
      financiële waarde

Slide 14 - Tekstslide

--> op de vermogensmarkt wordt gehandeld in 
      documenten met een verwachte waarde
      en een bijbehorend risico
      --> anders gezegd: sommige risico's zijn dus 
            'verhandelbaar'........
            bijv. bij het doorverkopen van een lot of 
            een effect met onbekende waarde (in de
            toekomst) op de kapitaalmarkt

           Speculeren = het handelen in effecten om 
                                       koerswinsten te realiseren 

Slide 15 - Tekstslide

--> effecten vertegenwoordigen een schuld of bezit
--> effecten kennen een nominale waarde en een koerswaarde 
      (=  de koers oftewel de prijs)

 
Aandelen = eigendomsbewijzen van bedrijven
--> hebben een nominale waarde en een koerswaarde 
--> geven recht op dividend (= winstuitkering)

Obligaties = schuldbewijzen van bedrijven/overheden
--> hebben een nominale waarde en een koerswaarde 
--> geven recht op rente/interest

Slide 16 - Tekstslide

Obligaties = schuldbewijzen van bedrijven/overheden
--> hebben een nominale waarde en een koerswaarde 
--> geven recht op rente/interest
--> vaak een grote lening in honderden/duizenden stukjes
      1.  Bedrijfsobligaties = schuldbewijzen voor een (grote) lening
          die een onderneming is aangegaan
      2. Staatsobligaties = schuldbewijzen voor een (grote) lening 
          die de overheid is aangegaan

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video