Directe en indirecte bronnen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

Pak je spullen:

• Geschiedenisboeken (leg het gemaakte huiswerk open)
• Map + pen

          Welkom M2A

Agenda voor vandaag

1. Standenmaatschappij opdracht
2. Bespreken huiswerk
3. Indirecte en directe bronnen uitleg

Opdracht Standenmaatschappij

• Werken in groepjes van 4
  
  
• Bedenk bij welke stand alle personen horen (maak 3 stapels)
  
  
• Vul het schema in

• Maak met elkaar de overige vragen (daarvoor heb je het schema nodig). 

Bronnen

Indirecte en directe bronnen

Op de achtergrond een brief van Lodewijk XIV

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• weet je wat een directe bron is en
   wat indirecte bron is (R)

• kun je voorbeelden van directe en inderecte bronnen herkennen. (T1)

• kun je bepalen of een bron direct of indirect is (T2)

• kun je uitleggen waarom een bron direct of indirect is.  (I)

Historische bronnen geven informatie over het verleden

Ongeschreven bronnen

Bronnen zonder tekst:

• Gebouwen
• Voorwerpen
• Meubels
• Botten
• Bodemlagen

...maar ook:

• Films
  
• Interviews
  
• Schilderijen

Historici willen altijd meerdere bronnen hebben.

Geschreven bronnen

Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:

• Boeken
• Brieven
• Rekeningen
• Documenten

Waarom willen historici altijd meerdere bronnen hebben?

Directe en 

indirecte bronnen

Directe bronnen (1)

• Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt

• Zijn meestal gemaakt door iemand die zelf bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Directe bronnen (2)

• Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

• ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet de waarheid vertelt, zijn mening geeft of niet alle informatie heeft.
  

Directe bronnen (3)

Voorbeelden:

• Dagboek van Anne Frank
• Brieven van Lodewijk XVI
• Meubels uit het paleis van Versailles
• Filmbeelden van de moord op president Kennedy
• Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
• Spotprent

Indirecte bronnen (1)

• Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

• Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)

Indirecte bronnen (2)

• Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

• ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.
  

Indirecte bronnen (3)

Voorbeelden:

• Jouw geschiedenisboek
• Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
• Een documentaire over de de Franse Revolutie

Een tekening van de bestorming van de Bastille door de Parijzenaar Jean-Pierre Houël (1735-1813) is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

Een onderzoek naar de Bataafse Republiek uit 1880 is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

De grondwet die voor de Franse Republiek geschreven in 1793 is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

Het paleis van Versailles is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:

1. Indirecte bron
2. Directe bron

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen