KD Oriëntatie op Ondernemerschap 14 januari 2021

Moeten we "aan de avondklok"?
A
Ja
B
Nee
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
OndernemerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moeten we "aan de avondklok"?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quizvraag

KD Oriëntatie op Ondernemerschap
Donderdag 14 januari 2021:

- herhalen rechtsvormen van vorige week
- introductie Financiën
- financieringsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een B.V. en een éénmanszaak?
A
Een B.V. kun je niet alleen beginnen
B
Bij een B.V. is het privé-vermogen afgeschermd

Slide 4 - Quizvraag

Bij het starten van een Vennootschap onder Firma is een notariële akte noodzakelijk
A
Waar
B
Niet waar, een schriftelijke overeenkomst is gewenst
C
Niet waar, een schriftelijke overeenkomst is verplicht

Slide 5 - Quizvraag

Het is mogelijk om van rechtsvorm te veranderen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

3 belangrijke vragen voor de rechtsvorm
1)  Onderneem ik alleen of met meerdere eigenaren?
2) Wil ik ondanks de extra jaarlijkse kosten mijn privé vermogen afschermen?
3) Is mijn winst hoger dan EUR 120.000? 
Bij EUR 120.000+ betaal je minder belasting bij een B.V. dan bij een éénmanszaak, VoF of CV.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voor wie maak je de boekhouding?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vlottende activa
Vaste activa
Eigen vermogen
Vaste passiva / lang v.v.
Vlottende passiva / kort v.v.
Liquide middelen
Machines EUR 35.000
Debiteuren EUR 5.500
Eigen vermogen ?
Lening bank EUR 30.000
Te betalen huur EUR 1.200
Bank EUR 700

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe hoog is het Eigen Vermogen?

Slide 14 - Open vraag

 Vaste activa
 - machines                EUR 35.000

Vlottende activa
 - debiteuren              EUR   5.500

Liquide middelen
 - bank                            EUR      700
TOTAAL                          EUR 41.200

Eigen vermogen
 - eigen vermogen  EUR 10.000
(41.200 - 31.200 = ....)
Langlopende passiva
 - lening bank             EUR 30.000

Vlottende passiva
- te betalen huur       EUR    1.200
TOTAAL                         EUR 41.200 

Slide 15 - Tekstslide

 Vaste activa
 - machines                EUR 35.000

Vlottende activa
 - debiteuren              EUR       500

Liquide middelen
 - bank                            EUR   5.700
TOTAAL                          EUR 41.200

Eigen vermogen
 - eigen vermogen  EUR 10.000
(41.200 - 31.200 = ....)
Langlopende passiva
 - lening bank             EUR 30.000

Vlottende passiva
- te betalen huur       EUR    1.200
TOTAAL                         EUR 41.200 

Slide 16 - Tekstslide

 Vaste activa
 - machines                EUR 35.000

Vlottende activa
 - debiteuren              EUR       300

Liquide middelen
 - bank                            EUR   5.700
TOTAAL                          EUR 41.000

Eigen vermogen
 - eigen vermogen     EUR 9.800
(41.000 - 31.200  = ....)
Langlopende passiva
 - lening bank             EUR 30.000

Vlottende passiva
- te betalen huur       EUR    1.200
TOTAAL                         EUR 41.000 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht in groepjes
Zoals jullie wellicht weten ben ik verantwoordelijk voor de financiën van Lifestyle, Sport en Bewegen. Het jaar 2021 is net begonnen. Hoe denken jullie dat de begroting er voor dit jaar uitziet als het gaat om de opbrengsten en kosten van onze school? Maak een voorspelling van winst- en verliesrekening van onze school. Ga uit van 800 studenten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welk resultaat verwachten jullie voor 2021 voor onze school?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

BE-point, een voorbeeld
Een bakker heeft EUR 100.000 aan vaste kosten.
De verkoopprijs van een taart is EUR 12 per stuk. De variabele kosten per taart zijn EUR 7 per stuk. 
Hoeveel taarten moet de bakker per jaar verkopen om geen winst/geen verlies(=break even) te hebben?
BE-point = 100.000  = 100.000 = 20.000 stuks
                       (12 - 7)                5

Slide 24 - Tekstslide

Bij hoeveel stuks draait de bakker Break Even als de verkoopprijs per taart stijgt naar EUR 13,25?

Slide 25 - Open vraag

BE-point, een voorbeeld
Een bakker heeft EUR 100.000 aan vaste kosten.
De verkoopprijs van een taart is EUR 13,25 per stuk. De variabele kosten per taart zijn EUR 7 per stuk. 
Hoeveel taarten moet de bakker per jaar verkopen om geen winst/geen verlies(=break even) te hebben?
BE-point = 100.000  = 100.000 = 16.000 stuks
                       (13,25 - 7)          6,25

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waar moet je rekening mee houden als je geld leent van familie/vrienden?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Waarom zou je kiezen voor het leasen van een auto?
A
Maandelijkse kosten in plaats van volledige investering betalen
B
Dat is op de lange termijn goedkoper

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Crowdfunding?

Slide 34 - Woordweb

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan vandaag?
- herhaling rechtsvormen
- inleiding Financiën (balans, winst- en verliesrekening, Break Even)
 - financieringsvormen (6 verschillende vormen)

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
Maken:
 - opdracht 23 - Welke spullen heb ik nodig?
Uitleg: welke investeringen moet je doen om met jouw bedrijf te kunnen starten. Ga ervan uit dat je alles nieuw moet kopen (bijv. telefoon / computer)
Voor de huisvesting hoef je geen pand te kopen.
 - opdracht 24 - Hoe kom ik aan geld?
Uitleg: welk eigen vermogen ga je investeren? Welk geld moet je dan lenen en via welke vorm ga je dat doen?

Slide 38 - Tekstslide

Volgende week
We gaan verder met fase 3 -> marketing

Slide 39 - Tekstslide