Vitale functies, herhaling. eerste jaars VP

Welkom!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was de eerste week stage? 
  • ervaringen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deze les zal herhaling zijn van vitale functies, om op te frissen wat je nog weet. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je moet bij een patiënt vitale functies meten. Welke controles voer je uit?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ademhaling...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een normale ademhaling? (volgens het vilans protocol.)
A
9-14 per minuut.
B
15-20 per minuut.
C
4-10 per minuut.
D
20-30 per minuut.

Slide 6 - Quizvraag

volgens Vilans protocol is het 15-20 per minuut. volgens EWS is het 9-14 per minuut. 
Waar let je op bij de ademhaling?

Slide 7 - Open vraag

  • regelmaat
  • diepte
  • symmetrie
  • geluid
  • geur
  • symptomen van benauwdheid
  • ongemerkt meten, anders is het te beïnvloeden. 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ademhaling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke opmerking over saturatie is juist?
A
Saturatie is aantal rode bloedcellen gevuld met zuurstof.
B
Bij een saturatie van 92% ben je altijd benauwd.
C
Saturatie moet bij iedereen boven de 97% zijn.
D
bij een lage saturatie moet je altijd zuurstof geven?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierna gaat het over de bloeddruk. 
Wat is het precies?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

systolisch is dus bovendruk, diastolisch is onderdruk. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke opmerking over bloeddruk meten is juist.
A
wordt beïnvloed door gewicht., stress of pijn.
B
wordt beïnvloed door activiteiten of medicijnen.
C
heb je geen invloed op. .
D
A en B zijn beide deels waar.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoogte van de bloeddruk wordt bepaald door:

Slide 15 - Open vraag

Kracht van de hartkamer samentrekkingen
 goede pompfunctie --> krachtiger samentrekking
Elasticiteit van de slagaderwanden -->
 elasticiteit neemt af bij ouderdom
Weerstand in perifere bloedvaten -->
 vernauwing verhoogt de druk
Bloedvolume
 afname bloedvolume leidt tot verlaging bloeddruk
Viscositeit van het bloed
 stroperigheid bloed

Wat merk je van een hoge bloeddruk?
A
Je merkt er vaak niks van
B
Je mond staat ineens scheef
C
Je hebt pijn op de borst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We spreken van een verhoogde bloeddruk bij
een tensie boven de 140 mmHg/ 90mmHg
Juist
Onjuist

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

We spreken van een verlaagde bloeddruk wanneer de systolische bloeddruk onder 90mmHg of minder is.
Juist
Onjuist

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op bij het meten van de hartfrequentie?

Slide 19 - Open vraag

  • regelmaat
  • frequentie 
  • kracht

Wat is een normale hartslag bij volwassenen?

Slide 20 - Open vraag

tussen de 60&100
Hierna gaat het over de temperatuur. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur
Eén ding klopt in dit filmpje. Wie kan zo vertellen wat?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van meten is het meest betrouwbaar?
A
Rectaal
B
Oraal
C
Oor
D
Axillair

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke opmerking is juist?
A
Bij oraal meten mag je 20 minuten voordien niet eten/drinken/roken
B
Bij axillair meten --> niet net na het wassen.
C
Met een hoorapparaat mag je niet gelijk meten als die uit is.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk: 85/50 mmHg
Pols: 81 per minuut
Temperatuur: 36.6 C
Ademhalingsfrequentie: 12 per minuut
Saturatie: 96%

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk 120/80
Pols 110
Temperatuur 38,9
Ademhalingsfrequentie 22
Saturatie 99%

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk 105/55
Pols 135 per minuut
Temperatuur 37,3
Ademhalingsfrequentie 24 per minuut
Saturatie 98%

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je nog oefenen, denk aan stage, vaardigheidskaart. wat moet er nog afgetekend worden?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies