paddentrek rekenen

NB rekenen B1 paddentrek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NB rekenen B1 paddentrek

Slide 1 - Tekstslide

de paddentrek=
A
padden die takken verzamelen
B
kikkers die insecten eten
C
padden die in het water springen
D
padden die wandelen naar een andere plaats

Slide 2 - Quizvraag

lesdoel
Je begrijpt de woorden in de tekst.
Je kunt de rekenvragen bij de tekst beantwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Lees de tekst- schrijf op een blaadjes welke woorden je niet begrijpt.
Hulp bij het oversteken
Ieder voorjaar, zo vanaf eind februari, vindt de paddentrek
plaats. Tijdens hun tocht naar water moeten de padden vaak
drukke verkeerswegen oversteken. Om te voorkomen dat ze
hierbij worden doodgereden, helpen vrijwilligers de dieren veilig
naar de overkant te brengen. Zo worden veel padden en andere
amfibieën gered.
Het onderzoeksbureau Ravon houdt al jaren bij hoe het gaat met
amfibieën. Een aantal van hun gegevens zie je hieronder in de
tabel. Je ziet hoeveel werkgroepen van vrijwilligers in een
bepaald jaar amfibieën helpen met oversteken. Je ziet ook
hoeveel amfibieën ze in totaal overgezet hebben. In 2020 zette
elke werkgroep gemiddeld 1645 amfibieën over.

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden in de tekst begrijp
je niet helemaal.

Slide 5 - Woordweb

woorden om te onthouden, schrijf ze in je woordenschrift.
voorkomen = actie ondernemen om iets niet te laten gebeuren
overzetten = naar de overkant brengen
oversteken = een weg oversteken
de gegevens = de data
de gegevens bijhouden = de data registreren,  opschrijven in bestanden zoals excel
de vrijwilliger = een persoon die bepaald werk doet zonder ervoor betaald te worden
het gemiddelde = ...
naar schatting = ongeveer, logisch gedacht
schatten = raden op grond van de informatie die je hebt

Slide 6 - Tekstslide

Begrijp je alle woorden in deze tekst?
Amfibieën zijn koudbloedige dieren die op het land en in
het water leven. Om te paren verhuizen amfibieën van
het land naar het water.
Vrijwilligers van paddenwerkgroepen helpen allerlei
amfibieën bij het oversteken van drukke verkeerswegen.
In hun emmers zitten vooral padden, maar ook kikkers
en salamanders.
In de tabel hieronder kun je lezen welke soorten
amfibieën er zijn overgezet.

Slide 7 - Tekstslide

allerlei =
A
meerdere
B
meerdere verschillende
C
sommige
D
zeldzame

Slide 8 - Quizvraag

paren =
A
baby's maken
B
zwemmen in het water
C
iets van de grond optillen
D
springen

Slide 9 - Quizvraag

in de tekst worden 3 soorten amfibieen genoemd. Welke zijn dat?

Slide 10 - Open vraag

Weet jij wat het verschil is tussen een reptiel en een amfibie?

Slide 11 - Open vraag

De trek van de padden en andere amfibieën vindt plaats
tussen half februari en half april. Padden ontwaken uit hun
winterslaap bij een temperatuur tussen de 8 en 10 graden.
Na 3 warme dagen vertrekken de mannetjes en na 6 of 7
dagen ook de vrouwtjes. Het liefst vertrekken ze wanneer het
buiten heel vochtig is. Wanneer plotseling het weer kouder
wordt of de lucht droger, dan stellen ze hun reis even uit.
Padden trekken niet wanneer het kouder is dan 5 graden en
als het droog weer is.
Boswachter Bergman ging dit jaar in Bant aan de slag. Hij maakte binnen 3 dagen een
plastic hek van ongeveer 2100 meter lang. Daardoor kon hij heel veel padden helpen
met oversteken.
Hieronder zie je een grafiek van de website padden.nu. De grafiek laat zien op welke
dagen verschillende amfibieën in welke aantallen zijn gaan trekken.

Slide 12 - Tekstslide

ontwaken =
A
klimmen op een andere pad
B
eitjes leggen
C
wakker worden
D
eten

Slide 13 - Quizvraag

vochtig =
A
er is veel wind
B
droog
C
warm
D
nat

Slide 14 - Quizvraag

uitstellen =
A
iets naar een later tijdstip verplaatsen
B
spullen klaarzetten
C
cancelen
D
iemand kalmeren

Slide 15 - Quizvraag

Welke woorden heb je geleerd tijdens deze opdracht?

Slide 16 - Open vraag

Maak Nieuwsrekenen B1
De opdracht staat in Teams

Schrijf ook de berekening op.
Laat mevrouw Stiphout even weten of je kunt schrijven in het bestand.
Je hebt  minuten de tijd voor de opdracht.

Slide 17 - Tekstslide