7.1/7.2 deel 2

7.1/7.2 deel 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.1/7.2 deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
-  Herh. vorige les
- 7.1 deel: Evolutie van de mens
- 7.2 deel: Soortvorming

Slide 2 - Tekstslide

Nodig voor Evolutie:
1. Iedereen is een beetje anders (genetische variatie)

2. Het leven is zwaar door bijv. milieu en concurrentie (selectiedrukken)

3. Individuen met de meest gunstige eigenschappen hebben meer kans op overleving en voortplanting (survival of the fittest)

4. Genen van de “fittest” erven over naar de volgende generatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Darwin gebruikte bij het opstellen van zijn evolutietheorie het begrip 'survival of the fittest'. Deze uitdrukking wordt meestal vertaald met 'het overleven van de sterksten'. Welke van de onderstaande individuen worden in deze uitdrukking bedoeld met 'de sterksten'?
A
De individuen die de meeste kracht kunnen leveren.
B
De individuen die het langste leven.
C
De individuen die de meeste nakomelingen krijgen.
D
De individuen van de soorten die boven in de voedselpiramide staan.

Slide 4 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde:
I - Dankzij zijn kleur valt een zwarte koolmees niet op bij katten. Hij leeft lang en krijgt veel nakomelingen
II - Het aantal allelen voor de zwarte kleur neemt toe in de populatie
III - Door natuurlijke selectie zijn er veel zwarte koolmezen ontstaan
IV - Door een mutatie ontstaat een zwarte koolmees in een populatie
A
II - IV - II - III
B
I - II - IV - III
C
IV - I - II - III
D
IV - II - III - I

Slide 5 - Quizvraag

Vb: Examenvraag
Vaak begint kanker in een cel door een spontane mutatie, die deze cel een
groeivoordeel geeft waardoor de cel zich sneller deelt dan normale cellen. Er
komt een soort "Natuurlijke selectie" op gang waarbij nakomelingen van de cel met het gemuteerde gen steeds meer in aantal toenemen. Onder deze
nakomelingen zijn cellen die gezonde cellen verdringen, resulterend in een
tumor, een genetisch “lichaamsvreemd deel” in het omringende weefsel.

(3p) Leg in drie stappen uit wat “Natuurlijke selectie” van deze cellen in een
menselijk lichaam inhoudt.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
- Door een mutatie ontstaat er variatie, kankercellen hebben een groeivoordeel over gewone lichaamscellen (1p)

- Deze snel groeiende kankercellen kunnen zich sneller delen en verdringen gewone lichaamscellen, selectie (1p)

- De dochtercellen van deze kankercellen erven de mutatie en daarmee het groeivoordeel over, overerving (1p)

Slide 7 - Tekstslide

Seksuele selectie
Bij de partnerkeuze wordt op specifieke eigenschappen gelet. Deze eigenschappen hebben daarom een hoge fitness, hoewel ze misschien niet erg handig zijn voor het individu (lange pauwenstaart, groot gewei enz.).

Dit proces heet seksuele selectie.

Slide 8 - Tekstslide

Kunstmatige selectie
Mensen kiezen bij het kweken van planten en het fokken van dieren bewust bepaalde eigenschappen uit.

Dit proces heet kunstmatige selectie.

Slide 9 - Tekstslide

In een bepaalde populatie komen ongeveer evenveel slakken met lichtgekleurde huisjes voor als slakken met donkergekleurde huisjes. De kleur van de huisjes is erfelijk bepaald. Door een verandering in de omgeving wordt de ondergrond waarop ze leven donkerder. Vogels eten daardoor slakken met lichte huisjes eerder op dan die met donkere. Na een paar generaties blijken er in die populatie bijna geen slakken met lichte huisjes meer te zijn.
Is er in deze populatie sprake van selectie?
A
Nee
B
Ja, van kunstmatige selectie.
C
Ja, van natuurlijke selectie.
D
Ja, van seksuele selectie.

Slide 10 - Quizvraag

Evolutie treedt op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 11 - Quizvraag


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

In de theorie van Darwin is evolutie de verklaring voor het ontstaan van soorten en daarmee is dat voor hem het uitgangspunt ter verklaring van de grote soortendiversiteit op aarde. Waardoor treedt volgens Darwin evolutie op?

Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 14 - Quizvraag

Waneer behoren organismen tot dezelfde soort?

Slide 15 - Open vraag

Aan welke vink is Geospiza difficilus S. het minste verwant?
A
Camaryngus psitaculla P.
B
Geospiza difficilus P.
C
Geospiza fuliginosa S.
D
Alle soorten zijn even nauw verwant

Slide 16 - Quizvraag

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.). Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?

A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus als tot dezelfde soort
D
niet tot hetzelfde genus noch tot dezelfde soort

Slide 17 - Quizvraag

Evolutie van de mens
Aan de hand van fossiele vondsten is het ontstaan van de huidige mens te reconstrueren.

Schedelvorm, tanden, vondsten van gereedschappen.

Consensus: moderne mens ontstond 200.000 jaar geleden in Afrika.
BINAS 94B

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Evolutie van de mens
Aan de hand van DNA zijn migratiepatronen afgeleid.

--> Hierbij keek men naar overeenkomsten in haplotype (welke allelen liggen op hetzelfde chromosoom).

- Y-chromosoom voor de mannelijke lijn
- Mitochrondriaal DNA voor de vrouwelijke lijn.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 4 t/m 8 van §7.1
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Soortsvorming: Hoe ontstaan soorten?
Als twee populaties van dezelfde soort van elkaar gescheiden raken en daardoor niet meer onderling voortplanten (reproductieve isolatie)

dan kunnen deze populaties genetisch zo van elkaar gaan verschillen (door mutaties én selectiedruk) dat ze samen geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

-> Er zijn twee nieuwe soorten ontstaan.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:

Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten
Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Geen van beide heeft gelijk
C
Alleen Katrien heeft gelijk
D
Alleen Marion heeft gelijk

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Lezen blz .220 “Verschillende typen soortvorming”.
Welke twee typen soortvorming zijn er? Wat is het verschil?


Slide 29 - Open vraag

Allopatrisch vs. sympatrisch
  • Allopatrische soortvorming: doordat twee populaties geografisch van elkaar gescheiden worden                                
  • Sympatrische soortvorming: twee populaties raken door een andere (niet geografische) barrière reproductief geïsoleerd 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Zet de afbeeldingen 
in de juiste volgorde.
ALLOPATRISCH
1
2
3
4
5

Slide 35 - Sleepvraag

Zet de teksten 
in de juiste volgorde.
ALLOPATRISCH
1
2
3
4
5

Slide 36 - Sleepvraag

Zet de afbeeldingen 
in de juiste volgorde.
SYMPATRISCH
1
2
3

Slide 37 - Sleepvraag

Zet de teksten 
in de juiste volgorde.
SYMPATRISCH
1
2
3

Slide 38 - Sleepvraag

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:

Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten
Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Geen van beide heeft gelijk
C
Alleen Katrien heeft gelijk
D
Alleen Marion heeft gelijk

Slide 39 - Quizvraag

Huiswerk
- 7.1 opdr. 4 t/m 7
- 7.2 opdr. 12, 14 en 15

Slide 40 - Tekstslide