H5.2 Borp

Welkom
4 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 5 - Hoe werkt de overheid?


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 5 - Hoe werkt de overheid?


Slide 1 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen

voorzieningen waarvan iedereen gebruik kan maken
en die betaald en geleverd worden door de overheid

Slide 2 - Tekstslide

Waarom levert de overheid goederen en diensten? Wat zijn hun motieven

Slide 3 - Open vraag

Waarom levert de overheid goederen en diensten?

  • Ze zijn voor iedereen van belang
  • De overheid wil zelf de kwaliteit ervan bewaken
  • Je kunt mensen er niet apart voor laten betalen
  • Ze moeten voor iedereen betaalbaar blijven

Slide 4 - Tekstslide

Particuliere sector
  • Marktsector
  • Burgers en bedrijven
  • Verkoop goederen en diensten
  • Doel is: winst maken


Slide 5 - Tekstslide

Leg uit aan de hand van het begrip 'marktwerking' waarom bedrijven hun kosten zo laag mogelijk houden

Slide 6 - Open vraag

Marktwerking
  • Aanbieders in de particuliere markt van producten moeten met elkaar concurreren om klanten te krijgen.

  • Zij concurreren door de prijzen laag te houden en/of door goede kwaliteit te leveren. Daarom moeten ze hun kosten zo laag mogelijk houden.

  • Om de kwaliteit te verhogen, moeten ze hun product telkens weer verbeteren en goede service bieden.

Slide 7 - Tekstslide

Privatiseren
  • Privatiseren is het uitbesteden van taken van de overheid aan bedrijven uit de particuliere sector.
  • De overheid doet dit, omdat ze denkt dat particuliere bedrijven dit goedkoper of beter kunnen doen dan de overheid zelf.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zou de overheid een deel van hun taken privatiseren?

Slide 9 - Open vraag

Waarom privatiseren?
Het idee achter privatisering is dat door marktwerking er efficiënter gewerkt gaat worden. Concurrentie zou bedrijven moeten dwingen betere producten tegen een lagere prijs te leveren. 
Dat is gunstig voor de consumenten.

Slide 10 - Tekstslide

Nationaliseren
Het tegenovergestelde is nationaliseren:
de overheid neemt dan een particulier bedrijf over.

Voorbeeld:
In 2008 nationaliseerde de overheid ABN AMRO-bank om de financiële dienstverlening veilig te stellen.


Slide 11 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
Kan je het verschil tussen een planeconomie en een vrijemarkteconomie uitleggen
Kan je uitleggen wat een sociale markteconomie inhoudt
Weet je door welke instellingen de overheid geadviseerd wordt

Slide 12 - Tekstslide

Planeconomie
Er zijn landen waar de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. Van marktwerking is geen sprake. 
Zo’n economie noem je een planeconomie.

China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog.

Slide 13 - Tekstslide

Vrijemarkteconomie
  • Vraag & aanbod bepaalt de prijs
  • overheid grijpt niet in met regels/wetten
  • V.S. lijkt hier op
  • Nergens helemaal → overal een overheid die maatregelen neemt 

Slide 14 - Tekstslide

Sociale markteconomie
De Nederlandse economie is een mengvorm van een plan- en vrijemarkteconomie. Bedrijven mogen zelf weten wat ze verkopen. Vraag en aanbod bepalen daarbij de prijzen.

Als het nodig is, grijpt de overheid in en stelt regels op voor bijvoorbeeld het minimumloon, uitkeringen en arbeidsomstandigheden. Dit om iedereen een redelijk bestaan te garanderen.

In Nederland hebben we een sociale markteconomie.

Slide 15 - Tekstslide



Invloed van de overheid op de economie
Planeconomie
Sociale markteconomie
Vrijemarkt-economie



Overheid:

Slide 16 - Tekstslide

De overheid kan voor economisch advies terecht bij:


  • CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)
Verzamelt informatie over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling.

  • CPB (Centraal Planbureau)
Onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.

  • SER (Sociaal-Economische Raad)
Adviseert over onderwerpen zoals werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.



Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H5.2 tot en met opdracht 6
Einde van de les bespreken opdracht 5
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken, leerdoelen checken -> Herhalingsopdrachten
Niet af? Huiswerk!
Tot einde van de les

Slide 18 - Tekstslide

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 5 - Hoe werkt de overheid?


Slide 19 - Tekstslide

Marktwerking
  • Aanbieders in de particuliere markt van producten moeten met elkaar concurreren om klanten te krijgen.

  • Zij concurreren door de prijzen laag te houden en/of door goede kwaliteit te leveren. Daarom moeten ze hun kosten zo laag mogelijk houden.

  • Om de kwaliteit te verhogen, moeten ze hun product telkens weer verbeteren en goede service bieden.

Slide 20 - Tekstslide

Welk soort economie kennen we in Nederland?
A
Planeconomie
B
Sociale martkeconomie
C
Vrijemarkt economie

Slide 21 - Quizvraag

Sociale markteconomie
De Nederlandse economie is een mengvorm van een plan- en vrijemarkteconomie. Bedrijven mogen zelf weten wat ze verkopen. Vraag en aanbod bepalen daarbij de prijzen.

Als het nodig is, grijpt de overheid in en stelt regels op voor bijvoorbeeld het minimumloon, uitkeringen en arbeidsomstandigheden. Dit om iedereen een redelijk bestaan te garanderen.

In Nederland hebben we een sociale markteconomie.

Slide 22 - Tekstslide



Invloed van de overheid op de economie
Planeconomie
Sociale markteconomie
Vrijemarkt-economie



Overheid:

Slide 23 - Tekstslide

De overheid kan voor economisch advies terecht bij:


  • CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)
Verzamelt informatie over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling.

  • CPB (Centraal Planbureau)
Onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.

  • SER (Sociaal-Economische Raad)
Adviseert over onderwerpen zoals werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.



Slide 24 - Tekstslide

BBP bruto binnenlands product
Het bbp (bruto binnenlands product): is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land.
Als het bbp toeneemt, spreken we van economische groei.

Het bbp wordt ook wel het nationaal inkomen genoemd

Slide 25 - Tekstslide

Leg uit wat voor gevolg de groei van het bbp heeft voor de inkomsten en uitgaven van de overheid

Slide 26 - Open vraag

Recessie
Recessie betekent letterlijk 'teruggang' of 'terugval'. In de economie betekent dit dat de economische groei daalt en lager is dan gemiddeld. 
In de praktijk: groei van het bruto nationaal product gedurende twee of meer opeenvolgende kwartalen negatief is

Slide 27 - Tekstslide

Wat kan de overheid doen om uit een recessie te komen?

Slide 28 - Open vraag

Gevolgen recessie
Om uit een economische recessie te komen, kan de overheid de economie stimuleren. Zo kan zij bijvoorbeeld:

  • meer geld investeren in de infrastructuur.
  • de inkomstenbelasting verlagen.
  • subsidie geven aan bedrijven die willen investeren in vernieuwende producten.
  • investeren in verbetering van het onderwijs.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H5.2 
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken, leerdoelen checken -> Herhalingsopdrachten/rekenopdrachten
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 30 - Tekstslide