H3 17/2/2022

- Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
- Au travail! 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
- Au travail! 

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Tu connais mon amie Sara? - Ken je mijn vriendin Sara?
Oui je la connais.  - Ja ik ken haar
In het Frans kan je het lijdend voorwerp vervangen door le, la, l', les

In het Nederlands zeg je ook niet voortdurend ''mijn vriendin Sara''. Op ten duur ga je het hebben over ''haar''. In het Frans gebeurt dat ook als op de manier als hierboven. 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
VORM
Le -> Mannelijke woorden/personen = Tu sais le prof?
Oui, je le sais
La -> Vrouwelijke woorden/personen = Tu regarde la télé?
Oui, je la regarde.
L' -> Le/la voor een klinker/stomme H = Tu as rencontré le chef?
Oui je l'ai rencontré.
Les -> woord meervoud / meerdere personen = Tu as bu les boissons?
Non, je ne les ai pas bu. 

Slide 3 - Tekstslide

Lees goed de zinnen en kijk naar de dikgedrukte woorden. Met welke woordjes hieronder kan je ze vervangen?
Tu vois ma copine
Vous faîtes les devoirs
Nous avons écouté la chanson
Je vais vendre mon ordinateur
Les
La
L'
Le

Slide 4 - Sleepvraag

1. Tu vois ma copine - Tu la vois
2. Vous faîtes les devoirs - Vous les faîtes.
3. Nous avons écouté la chanson - Nous l'avons écouté
4. Je vais vendre mon ordinateur - Je vais le vendre

Slide 5 - Tekstslide

Vul het juiste woord in op de lege plek van de zin. Type alleen het woord. Kies uit le, la, l', les
- Tu parles la langue française?
- Oui, je ... parle

Slide 6 - Open vraag

Tu parles la langue française?

Oui, je la parle
la langue française = vrouwelijk

je vervangt het dus met la

Slide 7 - Tekstslide

Vul het juiste woord in op de lege plek van de zin. Type alleen het woord. Kies uit le, la, l', les
- Vous avez acheté un café?
- Oui, Nous ...avons acheté.

Slide 8 - Open vraag

Vous avez acheté un café?

Oui nous l'avons acheté.
Un café = mannelijk

Dan zou je het vervangen met le

avons begint met een klinker
le -> l'

Slide 9 - Tekstslide

Vul het juiste woord in op de lege plek van de zin. Type alleen het woord. Kies uit le, la, l', les
- il fait les devoirs?
- Oui il .... fait

Slide 10 - Open vraag

il fait les devoirs?

Oui, il les fait
les devoirs = meervoud

Je vervangt het dan met les

Slide 11 - Tekstslide

Vul het juiste woord in op de lege plek van de zin. Type alleen het woord. Kies uit le, la, l', les
- Tu vois le nouveau chef?
- Oui je ... vois

Slide 12 - Open vraag

Tu vois le nouveau chef?

Oui je le vois
le nouveau chef = mannelijk

Je vervangt het dus met le

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
PLAATS IN DE ZIN
Staat er een heel werkwoord in de zin (Regarder, Choisir, Apprendre, Avoir, Voir, Connaître)? -> Le, La, L', Les komt voor het hele werkwoord:
- Je vais voir un film au cinéma. 
- Je vais le voir au cinéma.
Staat er geen heel werkwoord in de zin? -> Le, La, L', Les komt voor de persoonsvorm:
- Je vois un film au cinéma.
- Je le vois au cinéma.

Slide 14 - Tekstslide

Vervang bij de volgende vraag het lijdend voorwerp met le, la, l' of les en zet deze op de juiste plek in de zin. Schrijf de hele zin op:
il prend un coca.


Slide 15 - Open vraag

il prend un coca
Il le prend
un coca = mannelijk (le coca)
Vervang je door ''Le''

Er staat geen heel werkwoord in de zin.
Prend = persoonsvorm (betekent neemt)

Le komt voor prend

Slide 16 - Tekstslide

Vervang bij de volgende zin het lijdend voorwerp met Le, La, L', Les. Schrijf de hele zin over.
1. On déteste le confinement.
(lijdend voorwerp = le confinement)

Slide 17 - Open vraag

1. On déteste le confinement.
1. On le déteste.



1.Le confinement = mannelijk -> Le
Geen heel werkwoord in de zin.
Déteste = persoonsvorm
Le komt voor déteste te staan


Slide 18 - Tekstslide

Vervang bij de volgende zin het lijdend voorwerp met Le, La, L', Les. Schrijf de hele zin over.
- Je vais voir la chanteuse
(lijdend voorwerp = la chanteuse)

Slide 19 - Open vraag

Je vais voir la chanteuse
Je vais la voir
la chanteuse = de zangeres
la chanteuse = vrouwelijk
Je vervangt het dus met la

Er staat een heel werkwoord in de zin: voir

La komt voor voir te staan.

Slide 20 - Tekstslide

Vervang bij de volgende zin het lijdend voorwerp met Le, La, L', Les. Schrijf de hele zin over.
Elles achètent le maquillage
(lijdend voorwerp = le maquillage)

Slide 21 - Open vraag

Elles achètent le maquillage

Elles l'achètent
Le maquillage = mannelijk
Je vervangt le maquillage dus met le

Er staat geen heel werkwoord in de zin. Le komt dus direct voor achètent te staan.

Achètent begint met een klinker. Le verandert in l'

Slide 22 - Tekstslide

Vervang bij de volgende zin het lijdend voorwerp met Le, La, L', Les. Schrijf de hele zin over.
- Tu as vu ses voitures?
(lijdend voorwerp = ses voitures

Slide 23 - Open vraag

Tu as vu ses voitures?

Tu les as vu?
Ses voitures = meervoud
Je vervangt het dus met les

Er staat geen heel werkwoord in de zin. Les komt dus voor het eerste werkwoord te staan (de persoonsvorm)

in deze zin is dat as (hebt)

Slide 24 - Tekstslide

Ik begrijp hoe je in het Frans het lijdend voorwerp in de zin vervangt met een persoonlijk voornaam woord.
Oui
Un peu
Non

Slide 25 - Poll

Au travail! 
Faire: exercices 19, 20 et 21
Apprendre: E
Réviser: A, B, C, D et H

Slide 26 - Tekstslide