§7.6 krachten optellen

7.6 krachten optellen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

7.6 krachten optellen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- In een voorbeeld een resulterende kracht bepalen en tekenen met behulp van de kopstaartmethode
- De kopstaartmethode uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Resulterende kracht

Een aantal krachten bij elkaar opgeteld (bijv. alleen de actiekrachten)

Nettokracht

Alle krachten bij elkaar opgeteld

Slide 3 - Tekstslide

Krachten tekenen
Bij 2 krachten die dezelfde richting opstaan:
- Bij elkaar optellen
Bij 2 krachten die in tegengestelde richting staan:
- Van elkaar aftrekken
Bij 2 krachten die onder een willekeurige hoek staan:
- Kopstaartmethode toepassen

Slide 4 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Gelijk gerichte krachten bij elkaar optellen.
Tegengesteld gerichte krachten van elkaar aftrekken.

Je kan uit meerdere krachten één kracht samenstellen.
Deze kracht heet somkracht.

Slide 5 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Leg de staart van de ene pijl tegen de kop van de andere pijl

De kopstaart methode bij krachten die op een lijn liggen.

Slide 6 - Tekstslide

Kopstaartmethode
Stap 1: Teken 2 willekeurige krachten (let op! Ze moeten wel hetzelfde aangrijpingspunt hebben)
Stap 2: Leg de staart van kracht A op de kop van kracht B (richting en lengte moeten gelijk blijven!)
Stap 3: Teken de resulterende kracht van de staart van kracht B naar de kop van kracht A.

Slide 7 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
De kopstaart methode bij krachten die niet langs één lijn lopen.

Slide 8 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Als de krachten niet dezelfde richting hebben leg je ook de staart van  de ene pijl aan de kop van de andere.
Zorg wel dat de richting van de pijl behouden blijft.
Trek daarna de som pijl van aangrijpingspunt naar de kop van de tweede pijl

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Zie de bijlage op magister/ huiswerk sommen uit par. 6 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

7.6 krachten optellen
De somkracht van twee krachten die niet langs één lijn werken kun je vinden met een parallellogram methode.
Dit doe je door te meten.


Slide 12 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
De kracht van F1 = 90.000 N
De pijl is 3 cm lang
90.000 N = 3cm
Dus 90.000/3 = 30.000 N per cm
De pijl van de somkracht is 5,5cm
De somkracht is dus 5,5 x 30.000 N = 165.000 N



Slide 13 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Krachten ontbinden

Slide 14 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Teken de krachten: Gebruik als schaal 1cm = 100N
Krachten ontbinden
De pijl Fmo moet 2,0 cm lang worden en de pijl FSigrid is 1,5 cm lang.

Slide 15 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Fspan netto 14N
pijl 1,4 cm
1 cm = 10 N

Fspan K (lijn AP)
pijl = 1 cm
FSpan K = 1cm x 10N 
FSpan K = 10N

Krachten ontbinden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

7.6 krachten optellen
Bepaal uit je tekening de somkracht van Sigrid en Mo.
Krachten ontbinden
Teken de krachten nauwkeurig 
volgens de kop-staartmethode en 
trek de pijl voor de somkracht.
Deze pijl is 2,5 cm lang.
De somkracht is dus 2,5 x 100N = 250N

Slide 18 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
De driehoek met de 3 krachten Fm,
FS en Fsom vormen een recht-hoekige driehoek.De somkracht is hierbij de schuine zijde.
Loodrechte krachten optellen met de stelling van Pythagoras.
Stel a=Fmo,  b=Fsig en c Fsom
a2 + b2 = c2
2002 +1502 = Fsom2    ,     40000+22500 = √62500
Fsom = 250N

Slide 19 - Tekstslide

7.6 krachten optellen
Krachten ontbinden

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

7.6 krachten optellen
Huiswerk:

Lees, maak en teken paragraaf 7.6 digitaal en vooral in het werkboek.

Slide 22 - Tekstslide