Levensbeschouwing h2 Hoofdstuk 3

H3 Feesten (1 en 2)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 Feesten (1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Vandaag:
  • introductie
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen waarom tijd als een cirkel kan worden ervaren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de 2 geboden
1. Respect
2. Luisteren naar elkaar
----------------------------
Gezelligheid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom denk jij dat mensen feesten?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom eigenlijk?
Het leven van alledag bevat veel routine.
Op zon- en feestdagen hoeven de dagelijkse plichten even niet. Als je feest ben je vrolijk, vergeet je de stress en ellende even. Feesten helpt je om te zien wat goed is in het leven. Je viert het leven. 
Meestal heeft een feest ook een reden, er wordt iets gevierd. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 
Maak opdracht 2 en Op-pad-opdracht 1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tijd als cirkel 
Om goed de betekenis van feesten te kunnen begrijpen, moeten we nadenken over tijd. 
Tijd is beleven we namelijk niet altijd als een lijn, maar als cirkel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

About what comes around
Dit cirkelachtige van tijd ervaar je ook als je naar je eigen dagen in de week kijkt. Maar alle zeven cirkels van de dagen vormen die van de week, en die van de weken een jaar. En ook die cirkels van het jaar volgen elkaar op. 

Bij weekenden en vakanties valt er te spreken over iets dat bedacht is, door de mens. Maar dat is niet het geval met de seizoenen. Dat is de cirkel van de natuur. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 4 en 5

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de cirkelgang van de natuur 
Vroeger leefde men meer dan nu in en met de natuur, meer dan ons moeten ze de cirkel van de seizoenen dus hebben ervaren. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 6 en verdiepingsopdracht 1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoezo kan tijd als een cirkel worden ervaren?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H3 Feesten (3 en 4)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Vandaag:
  • herhaling 
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen welke winterfeesten we vieren 
  • Je kunt uitleggen welke lentefeesten we vieren
  • Je kunt uitleggen welke verbintenis het christendom vaak maakt met oudere gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rad van fortuin!!!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterfeesten: natuurfeesten
De feesten in de meeste oude culturen knoopten direct aan bij de cirkelgang van de natuur. De patronen van tijd, als dag en nacht, maanden en jaargetijden, zouden door de goden zijn vastgesteld. 
De mens moest helpen om die religieuze orde in stand te houden en daarvoor gebruikte men rituelen. 

Zo had men begroetingsrituelen bij het opkomen van de zon. 
Op de kortste dag van het jaar, zong men de zon toe zodat er weer langere dagen zouden komen.  Men voelde zich dus medeverantwoordelijk voor de komst van de seizoenen. Vb: Babylonië 

Slide 17 - Tekstslide

Men was ervan overtuigd dat deze rituelen invloed hadden op de onzichtbare machten en krachten. 

Zonnegroet doen?
Opdracht 
Maak opdracht 7, 8 en Op-pad-opdracht 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterfeesten: Germaanse midwinterfeest (joelfeest)
Al voor onze jaartelling vierden de Germanen tijdens de donkerste dagen het midwinter- of joelfeest. 
Men had weer behoefte aan warmte, licht en nieuw leven, en ook zou de duisternis vol boze geesten zitten. Die moesten verjaagd worden. Hoe? Door veel lawaai te maken.
Men maakte grote vuren aan, niet alleen voor warmte maar ook om de terugkomst van de zon te versnellen. 
Het verlangen naar licht in donkere tijden, gaat samen met het verlangen naar nieuwe vruchtbaarheid

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 10, 11, 12 en op-pad-opdracht 3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterfeesten: Kerstfeest 
Het christendom kent een eigen feestkalender. Die kalender sluit echter aan bij de oude kalender waarin men feestte bij belangrijke momenten in de cirkelgang van de natuur. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winterfeesten: Kerstfeest
De Romeinen kenden een feest van het licht, op 25 december vierden ze de terugkeer van de zon en het licht (het feest van de onoverwinnelijke zon). 
Toen het christendom meer invloed kreeg, werd dit omgevormd naar een christelijk feest: de geboorte van Jezus. Men ging de komst van Jezus ook verbinden aan de komst van het licht.
 De kerstmaaltijd stamt ook uit voorchristelijke tijden. Men hoopte met die maaltijd dat het komende jaar dezelfde goede oogst zou leveren. 
Tegenwoordig is het een feest voor licht en leven, het positieve, vrede en geluk.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 13, 14, 15 en de op-pad-opdracht 4 en 5

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten
Vroeger leefde men meer met de seizoenen: het land bewerken, zaaien en oogsten. Daarna die oogst zo bewaren zodat je de winter kon doorkomen.
Als in het voorjaar de natuur weer tot leven kwam, was dat een reden om te feesten, en als de oogst werd binnengehaald. Een aantal feesten kunnen hieraan worden gekoppeld. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten: Carnaval
Dit wordt meestal gevierd in de katholiekere streken. 
Carnaval betekent 'vaarwel aan het vlees'.
Het feest wordt gevierd op de drie dagen voor de vastentijd. Heel vroeger mocht men in die tijd geen vlees eten, en ook geen seks hebben. Daarom werd er van tevoren nog lekker gefeest.
Maar er zijn gebruiken die ouder zijn: het dragen van maskers zou de boze geesten wegjagen zodat de goede zich konden bemoeien met het voorjaar, en de harde muziek zou ze ook wegjagen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 16 en op-pad-opdracht 6

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vast jij zelf wel eens? Waarom doe je dat wel of niet?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten: paasei en paashaas
Het ei is een oud voorjaarssymbool, het vertelt dat de natuur weer tot leven komt. De oude Germanen verstopten deze al in het veld om vruchtbaarheid af te dwingen.
De kerk verbood lange tijd om eieren te eten tijdens vastentijd, dat mocht pas met Pasen en de oudste werden dan gebruikt om te beschilderen.
Ook de haas staat voor vruchtbaarheid. Ze zijn waakzaam en slapen licht en kunnen goed op de eieren passen.
Verder worden ze door jagers bedreigd maar kunnen ze toch overleven door hun grote vruchtbaarheid. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten: meifeest 
De Romeinen, Kelten en Germanen kenden al vruchtbaarheidsfeesten in de maand mei. 'Mei' komt van Maia, een Griekse/Romeinse vruchtbaarheidsgodin. Men vierde dan dat de natuur weer tot leven was gekomen.
Het christendom verbood deze feesten, en droeg de maand over op Maria. Toch zijn ze hier en daar blijven bestaan. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 17 en op-pad-opdracht 7

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten: Christelijk Pasen 
In het Nieuwe Testament staat dat Jezus op de avond voor dat hij sterft een maaltijd deelt met zijn leerlingen, vlak voor het Joodse paasfeest dat begint met het sedermaal: het laatste avondmaal.
Bij het Joodse paasfeest bestonden er rituelen als het eten van speciaal brood, het drinken van wijn en het slachten van een lam (dit was overgenomen van de herders). Dit namen de christenen over, maar dan anders. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lentefeesten: Christelijk Pasen
Bij het joodse paasfeest verwijst het brood naar de uittocht van de joden uit de slavernij in Egypte. In het christendom is het Jezus' lichaam. De wijn is zijn bloed, het verwijst naar zijn lijden en sterven.
De eerste christenen slachtten ook geen paaslam meer. Jezus neemt de plaats in van het lam. Hij wordt geofferd. Jezus wordt ook soms afgebeeld als lam, met overwinningsvaandel. Zijn overlijden was een overwinning op de dood. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 18 en 19

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je de leerdoelen nog beantwoorden?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H3 Feesten (5 en 6)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Vandaag:
  • introductie
  • afwisseling bespreken stof, opdrachten en vragen

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen dat feesten ook stil kunnen staan bij de voortgang van de tijd
  • je kunt de zeven kenmerken van een feest benoemen. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rad van fortuin!!!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkijken
Van toen je heel jong was, kun je je waarschijnlijk weinig herinneren. Naarmate je ouder wordt is het minder moeilijk terug te halen.
Je kunt terugkijken in je eigen verleden, net zoals je ouders of grootouders je ook een kijk in hun verleden kunnen bieden. 
Je leert daardoor beter begrijpen waar je bent terecht gekomen: het wordt je duidelijker wie je bent.
Daarvoor kan het zijn dat je ook in de geschiedenis van de wereld duikt, en andere culturen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitkijken
Je kunt ook over de toekomst nadenken, iets minder ver vooruit of juist wel ver vooruit.
Je kunt ook nadenken over de toekomst van anderen. 
Met feesten staan we stil bij de cirkelgang van de tijd, maar ook bij de voortgang van de tijd (met wat is gebeurd en wat er voor ons ligt)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 20, Verdiepingsopdracht 2 en Op-pad-opdracht 8

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feesten en verhalen
Bij feesten spelen niet alleen rituelen en symbolen een rol, maar ook verhalen. Feesten zijn een moment om belangrijke gebeurtenissen uit het verleden in herinnering te roepen. Door mee te doen aan zo'n feest, beschouw je jezelf als lid van een gemeenschap. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeven kenmerken
1. gezellig samen zijn
2. onderbreking van de sleur
3. symbolen en rituelen die bij het feest horen 
4. verhalen die bij het feest horen
5. vieren van de terugkeer van de tijd
6. vieren van de voortgang van de tijd
7. levensvragen die bij het feest horen 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 23

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het in als feesten ook stilstaan bij de voortgang van tijd?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen vind je niet duidelijk?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies