Les 34.4

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Soorten energie

Chemische energie

Kern energie

Elektrische energie

Stralingsenergie

Bewegings energie

Zwaarte energie

Veer energie of elastische energie

Warmte energie

Energie overgangen

Chemische  energie

Energie overgangen

Kern energie

Energie overgangen

Elektrische energie

Energie overgangen

Stralings energie

Energie overgangen

Bewegings energie

Energie overgangen

Zwaarte energie

Energie overgangen

Veer of elastische energie

Energie overgangen

Warmte energie 

Energie overgangen

Al deze energie vormen hebben iets gemeen

in alle gevallen wordt er energie omgezet

Energie overgangen

Energie overgangen

Energie kan je meten, dus ook mee rekenen

De eenheid van energie is de Joule

 

Zwaarte-energie = massa * graviteit * hoogte

E_z = m*g*h

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.

1. warmte energie --> chemische energie
2. elektrische energie --> warmte energie
3. chemische energie --> warmte energie
4. warmte energie --> elektrische energie

Elektrisch vermogen

Hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet (W of J/s)

Elektrisch vermogen = spanning x stroomsterkte

P = U x I

Een scheerapparaat werkt om 5 Volt (spanning). Hij gebruikt 0.3 Ampere aan stroom.

P = U x I = 5 x 0.3 = 1.5 W

Energie verbruik

Rekenen met energie

Energie moet worden betaald, meer energie = meer betalen

Voor elektrische energie:

E = P * t  en P = U * I

Dus hoe sterker de stroom door een apparaat hoe hoger het vermogen en hoe meer men moet betalen

Rekenen met energie

zwaarte-energie = massa * graviteit * hoogte

Ez = m * g * h

kinetische energie= 1/2 * massa * snelheid ²

Ek = 1/2 * m * v²

Rekenen met energie

Energie gaat niet verloren