1.3 ontwikkelingen in verschillende snelheden

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
• Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor het verschil in ontwikkeling te noemen.
• Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.
• Je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is.

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
• Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor het verschil in ontwikkeling te noemen.
• Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.
• Je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is.

Slide 1 - Tekstslide

Centrum
Centrum
Semiperiferie
Semiperiferie
Periferie

Slide 2 - Sleepvraag

Dit geeft de situatie weer in een ...... land : 
Centrum

Periferie

Slide 3 - Sleepvraag

In welke periode werd de wet van vraag en aanbod geïntroduceerd?
A
Handelskolonialisme
B
Koude Oorlog
C
Vrijemarkteconomie
D
Industrieel kolonialisme

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Interne factoren

1. Natuurlijke oorzaken
  • Vruchtbaar, bergachtig etc.
  • Zeeligging, landlocked

2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: democratie, dictoriaal, corruptie
  • Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw, vb. vergrijzing.
  • Mate van (sociale) ongelijkheid
Externe factoren

Reden voor welvaart hangt af van soort relatie met rijk land.
  • Koloniaal verleden: arm land in dienst van het moederland.
  • Rol van het land in wereldeconomie

Slide 7 - Tekstslide

Natuurlijke oorzaken
Vruchtbaarheid & klimaat

Slide 8 - Tekstslide

wat is een nadeel van een ongunstig klimaat voor landbouw?

Slide 9 - Open vraag

natuurlijke oorzaak 
ligging van een land 

Land-locked country

wat is een nadeel van een Locked country?

Slide 10 - Tekstslide

Heeft Nederland een gunstige ligging?

Slide 11 - Open vraag

Wat voor regeringsvorm heeft Nederland

Slide 12 - Open vraag

Landen naar democratisch gehalte

Slide 13 - Tekstslide

menselijke oorzaak 
Bevolkingsgroei & leeftijdsophouw

Slide 14 - Tekstslide

Japan 
- weinig jeugd 
- veel mensen die nu werken 
- in Japan krijgt elke vrouw gemiddeld 1.44 kind 

- wat zal in de toekomst een probleem worden?

Slide 15 - Tekstslide

Ongelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Ongelijkheid
- Sociale ongelijkheid neemt toe als land economisch ontwikkelt.

Sociale ongelijkheid kun je meten met de Gini-coëfficiënt (inkomen en aantal inwoners).

Slide 17 - Tekstslide

Welvaart en de wereld

Slide 18 - Tekstslide

gevolg van teveel ongelijkheid 

Slide 19 - Tekstslide

afsluitende vragen 

Slide 20 - Tekstslide

stemrecht verhoogt de kans op een snelle economische ontwikkeling?
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

In rijke landen is het verschil tussen arm en rijk groter dan in arme landen
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Arm en rijk
Noorden (VS)
  • Inkomen: €22.000 per jaar
  • Veilig
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs

Zuiden (Mexico)
  • Inkomen: €7.000 per jaar
  • Lang niet alle kinderen naar school
  • Gezondsheidszorg niet vanzelfssprekend
  • Misdaad en geweld

Slide 23 - Tekstslide

Koloniaal verleden
- Exploitatiekoloniën

-> leveren van grondstoffen, landbouwproducten en laagwaardigheden industriegoederen.

Gevolg: levert minder op dan hoogwaardige industrieproducten en diensten

Slide 24 - Tekstslide

Koloniaal verleden
Er waren koloniën waar juist 'dingen' werden weggehaald. Maar er waar ook koloniën waar mensen zich gingen vestigen:
vestigingskoloniën.

-> Australië & Verenigde Staten

Slide 25 - Tekstslide

rond welke periode begin het handelskolonialisme
A
1300
B
1400
C
1500
D
1600

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Rol in wereldeconomie
Wanneer ben je interessant voor een bedrijf (MNO) om in te investeren?

-> Politiek (Stabiel/Instabiel)
-> Loon (hoog/laag)
-> opleidingsniveau (hoog/laag)
-> omvang afzetmarkt (groot/klein)
-> belastingvoordelen
- Rust/onrust

Slide 29 - Tekstslide

Amerika was een Exploitatiekolonie?
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video