Examentraining vmbo 13-04-2021

Ga naar LessonUp.nl
rechts bovenin kan je een Leerling Pin Code invullen.
Vul hier de code in die links onder op het bord staat. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga naar LessonUp.nl
rechts bovenin kan je een Leerling Pin Code invullen.
Vul hier de code in die links onder op het bord staat. 

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining verbanden

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld gegevens vinden in een verhaaltjessom. 
Farzad krijgt in 2016 een nieuwe baan. Hij schat dat hij 9000 km per jaar zal rijden. Verder schat hij dat de gemiddelde prijs van 1 liter benzine 1.85 euro is in 2016. De scooter van Farzad heeft een verbruik van 1:20. Dat betekent dat hij met 1 liter benzine 20 km kan rijden. 
Bereken hoeveel euro Farzad in 2016 aan benzinekosten uit zal geven. Schrijf de berekening op. 

Slide 3 - Tekstslide

Gegevens vinden in een verhaaltjessom 
Farzad krijgt in 2016 een nieuwe baan. Hij schat dat hij 9000 km per jaar zal rijden. Verder schat hij dat de gemiddelde prijs van 1 liter benzine 1.85 euro is in 2016. De scooter van Farzad heeft een verbruik van 1:20. Dat betekent dat hij met 1 liter benzine 20 km kan rijden.
Bereken hoeveel euro Farzad in 2016 aan benzinekosten uit zal geven. Schrijf de berekening op. 

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord
Voor 20 km gebruikt hij 1 liter. Voor 9000 km gebruikt hij dan:
9000 : 20 = 450 liter. 
1 liter kost 1.85 euro dus 450 liter kost dan: 
450 x 1.85 = 832.50 liter 

Slide 5 - Tekstslide

Als de tijd in maanden is en we de hoogte over 3 maanden willen weten, hoe vullen we dan de volgende formule in?
Hoogte = 2 x tijd + 5
A
3 = 2 x tijd + 5
B
2 x 3 + 5 = 11
C
2 x 5 + 3 = 13
D
2 x 11 + 5 = 3

Slide 6 - Quizvraag

Waar let je op als je een tabel maakt bij de volgende formule:
y = x + 9
A
De stapgrootte is steeds verschillend.
B
Alle mogelijke x en y waarden moeten voorkomen.
C
De variabele (vaak x of t) staat bovenaan in de tabel.
D
De waarde y is de uitkomst.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Waar let je op bij het tekenen van een grafiek?
A
Een grafiek is altijd krom
B
Een grafiek begint altijd bij 0
C
Een grafiek maakt je eerst, daarna een tabel
D
Een grafiek teken je met potlood

Slide 9 - Quizvraag

Waar let je nog meer op bij een grafiek
  • Maak eerst een tabel zodat je weet waar je de grafiek moet tekenen. 
  • Als er nog geen assen zijn gegeven, kies een geschikte verdeling.
  • Gebruik altijd een liniaal of geodriehoek bij het tekenen, waar dat kan. 

Slide 10 - Tekstslide

Gevraagde waarde vinden
  • Heb je een tabel of grafiek moeten maken bij de vorige opdracht? Kijk hier eerst naar. Misschien zit het antwoord er wel tussen. 
  • Welke gegevens heb je die het dichtste bij zitten? Ga vanaf die gegevens verder met rekenen. 
  • Heb je helemaal geen andere gegevens? Schat en reken dit uit. Ga vanuit je schatting verder met zoeken en rekenen.  

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag: 
opdracht spaarekening
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden 
25. Laat met een berekening zien dat er na 3 jaar minder dan 750 euro op de spaarrekening staat. 

Tijd = 3 dus de formule wordt: 
B=700x1,022tijd
700x1.0223=747.22euro

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
26. Teken op de uitwerkbijlage de grafiek die bij de bovenstaande formule hoort. Gebruik de tabel op de uitwerkbijlage. 

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
27. Bereken na hoeveel jaren er voor het eerst meer dan 1000 euro op de spaarrekening staat. Schrijf je berekening op. 
Kijk eerst in de grafiek of tabel of je het gevraagde bedrag al ergens ziet of een bedrag dat erbij in de buurt zit. Schat vervolgens welke jaartallen het dichtste bij zitten en reken deze uit. Beide berekeningen zijn nodig voor een volledig antwoord. 

700x1.02216=991.54
700x1.02217=1013.36

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag: 
opdracht  zonnebloempitten
timer
12:00

Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden
12. Laat met een berekening zien dat de hoogte van de zonnebloem na 50 dagen afgerond 170 cm is. 

Invullen van de formule geeft: 

Dit is afgerond 170 cm. 
2x1.0932502=170.19

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
13. Teken op de uitwerkbijlage de grafiek van de hoogte van de zonnebloem voor de eerste 50 dagen. Vul de tabel in. Maak zelf een goede verdeling bij de verticale as. 

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden
14. Hoeveel dagen na het zaaien heeft de zonnebloem de maximale hoogte bereikt? Laat zien hoe je aan je antwoord komt. 
We weten dat de zonnebloem na 100 dagen ongeveer 240 cm hoog is. Met gericht zoeken vind je 
Dus na 114 dagen. 
170+10x(11450)=250

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
15. Hoeveel keer is het gewicht van de opbrengst groter dan dat van het zaaien? Schrijf je berekening op.
2000 : 25 = 80 
Dus 80 keer zo veel 

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden 
16. Hoeveel miljard kg zonnebloempitten is er nodig per jaar? Schrijf je berekening op.
17.5 x 7 x 1.5 = 184 
Dus 184 miljard kg 

Slide 21 - Tekstslide

Wat vonden jullie van de les op deze manier?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Waar zouden jullie meer uitleg over willen?

Slide 23 - Open vraag

Waar zouden jullie nog meer mee willen oefenen?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide