hst 7 paragraaf 4 dichtheid

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dichtheid
  • Wat is dichtheid?
  • Waar herken je dichtheid? 
  • Eerlijk vergelijken

Slide 2 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof

                 

Slide 3 - Tekstslide

Dichtheid (formule)
Dichtheid= massa/volume

Dus wat je nodig?
  • De massa
  • Het volume

Slide 4 - Tekstslide

Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.

Slide 5 - Tekstslide

Volume berekenen
Volume =

Lengte x breedte x hoogte
(Bij een wiskundige figuur zoals een balk of een kubus)

Slide 6 - Tekstslide

Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

(bij een vreemdsoortige vorm)

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid berekenen
ρ
m
V
= dichtheid

= massa

= volume
(g)
(cm3)
(cm3g)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Binas tabel 15, 16 en 17

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Drijven en zinken
als iets een kleinere dichtheid heeft dan drijft het op een voorwerp met een grotere dichtheid.
Olie drijft op water omdat het een kleinere dichtheid heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Dichtheid 
Dichtheid

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze coctail kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken. 

Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen. 

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.

m = 324 g 
V = L x B x H 
V= 4 x 3 x 10 = 120 cm3 

ρ = m:V 
ρ = 324 : 120 = 2,70 g/cm3 

Dit is dus waarschijnlijk aluminium

Slide 20 - Tekstslide