1f, H5.2 + 5.3 Breuken optellen en aftrekken,

BREUKEN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeLager onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

BREUKEN

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een breuk?
Wat is een breuk?
De teller verteld je hoeveel delen je moet nemen.
De breukstreep is een andere schrijfwijze voor 'gedeeld door'.
De noemer zegt in hoeveel gelijke delen het geheel verdeeld is.

Slide 3 - Tekstslide

21en84

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

µ



hebben dezelfde noemer

1/3 en 2/3
4/15  en 11/15

noemer behouden
teller optellen/ aftrekken
4



hebben niet dezelfde noemer

1/3 en 2/5 
9/15 en 6/17

eerst gelijknamig maken
daarna teller optellen/aftrekken


gelijknamige breuken
ongelijknamige breuken

Slide 7 - Tekstslide

gelijknamig maken

Slide 8 - Tekstslide

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+51=53
De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 
Hier verandert niks aan.

Slide 9 - Tekstslide

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+61=
De noemers zijn niet gelijk, je moet de breuken gelijknamig maken.

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen met gelijknamige breuken optellen......

Slide 11 - Tekstslide

3/7 + 2/7 =

Slide 12 - Open vraag

3/7 + 4/7 =

Slide 13 - Open vraag

3/7 + 6/7 =

Slide 14 - Open vraag

Even oefenen met gelijknamige breuken aftrekken......

Slide 15 - Tekstslide

3/7 - 2/7 =

Slide 16 - Open vraag

12/7 - 5/7 =

Slide 17 - Open vraag

12/7 - 2/7 =

Slide 18 - Open vraag

Even oefenen met ongelijknamige breuken optellen......

Slide 19 - Tekstslide

1/6 + 2/3 =

Slide 20 - Open vraag

2/6 + 2/3 =

Slide 21 - Open vraag

5/6 + 2/3 =

Slide 22 - Open vraag

Even oefenen met ongelijknamige breuken aftrekken......

Slide 23 - Tekstslide

2/3 - 1/6 =

Slide 24 - Open vraag

4/3 - 2/6 =

Slide 25 - Open vraag

5/3 - 2/6 =

Slide 26 - Open vraag

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

A
3/10
B
3/5
C
3/25
D
4/5

Slide 27 - Quizvraag

hoeveel is 2/9 + 4/9?
A
4/7
B
6/18
C
6/9
D
8/9

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel is 4/6 + 2/6?
A
1/6
B
6/12
C
5/6
D
1

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel is 3/8 + 1/8?
A
1/2
B
4/16
C
7/8
D
4/8

Slide 30 - Quizvraag

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

wat is 2/9 + 4/18 ? (denk aan het verkleinen van breuken)
A
94
B
188
C
32
D
3616

Slide 32 - Quizvraag

Denk je dat je nu weet hoe je breuken moet optellen?
A
nee
B
alleen gelijknamige breuken
C
ik kan het bijna
D
ja

Slide 33 - Quizvraag