Leerjaar 2 Nederlands Op weg naar 1F H5 moeilijke woorden les 2

H5 Vervoer
Moeilijke woorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H5 Vervoer
Moeilijke woorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les ken je 15 moeilijke woorden die te maken hebben met vervoer.

Slide 2 - Tekstslide

Het bewijs dat je betaald hebt om ergens regelmatig gebruik van te maken.

Slide 3 - Tekstslide

Het geld dat je als straf moet betalen.

Slide 4 - Tekstslide

Iemand die een wagen bestuurt, bijvoorbeeld een auto of bus.

Slide 5 - Tekstslide

Iemand die in een trein of tram de vervoersbewijzen controleert.

Slide 6 - Tekstslide

De vaste tijden waarop treinen, trams of bussen rijden.

Slide 7 - Tekstslide

Een lange rij met auto's die stilstaan of langzaam vooruitgaan.

Slide 8 - Tekstslide

Iemand die een trein bestuurt.

Slide 9 - Tekstslide

Een onverwachte gebeurtenis die vaak schrik en soms pijn veroorzaakt.

Slide 10 - Tekstslide

Alle treinen, bussen en trams waar iedereen gebruik 
van kan maken.

Slide 11 - Tekstslide

Een bewijs dat je iets mag besturen, bijvoorbeeld een auto.

Slide 12 - Tekstslide

De momenten van de dag dat het heel druk is in het verkeer.

Slide 13 - Tekstslide

Alle mensen, fietsen en voertuigen die op straat lopen of rijden.

Slide 14 - Tekstslide

Een bewijs dat je betaald hebt voor een reis, zoals een treinkaartje.

Slide 15 - Tekstslide

                                                          Een middel waarmee jij je verplaatst.

Slide 16 - Tekstslide

Als je door omstandigheden later aankomt dan normaal.

Slide 17 - Tekstslide