H1: Bevolking par. 9 Cultuur en integratie

Cultuur en integratie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cultuur en integratie

Slide 1 - Tekstslide

Par. 9: Cultuur en integratie 
Wat leer je?

- Je weet wat cultuur is.
- Je weet waarom Nederland een multiculturele samenleving is
- Je weet waardoor een bevolkingsgroep meer of minder integreert. 

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur
* Cultuur: kenmerken en de manier van leven waardoor een groep mensen        anders is dan andere mensen
* Zichtbare kenmerken:
    - kleding
    - voedsel
    - gebouwen
* Onzichtbare kenmerken:
    - taal & godsdienst
    - gewoonten

Slide 3 - Tekstslide

Welke kenmerk hoort bij de Nederlandse cultuur? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Lunchen bij McDonald's
B
Oranje kleding dragen tijdens het WK voetbal
C
Sinterklaas vieren
D
Stokbroden en croissants

Slide 4 - Quizvraag

Multiculturele samenleving
* Samenleving waarin groepen mensen met verschillende 
    culturen samen wonen
* Cultuur van de inwoners die er  vanaf het begin wonen is meestal
    de grootste
* Migranten passen zich aan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een multiculturele samenleving?

Slide 7 - Open vraag

Vanuit welke landen zijn veel mensen in Nederland komen wonen? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Nederlandse Antillen
B
Turkije
C
Rusland
D
Australië

Slide 8 - Quizvraag

Integratie 
* Het opnemen van bevolkingsgroepen met eigen cultuurkenmerken in een samenleving
* In hoeverre iemand integreert verschilt per groep en  per persoon
    - veel migranten integreren  voor een deel
* Integratie gaat makkelijker als migranten
 naar school gaan of werk

Slide 9 - Tekstslide

Wat is integratie?

Slide 10 - Open vraag

Waarom gaat de integratie van kinderen van migranten makkelijker als ze naar school gaan?

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig werken
Par. 9 opdrachten 1, 3 t/m 6, 9, 10, 12, 13, 15 en 16
op blz. 20 en 21



Klaar? 
Maken par. 7 alle opdrachten (blz. 16 en 17)

Slide 12 - Tekstslide