herhaling grammatica H3 BKTH

Herhaling grammatica H3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammatica H3

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Herhalen wat we tot nu toe geleerd en geoefend hebben.

Even weer alle kennis opfrissen!

Slide 2 - Tekstslide

Alle onderdelen op een rij
  • persoonsvorm
  • zinsdelen
  • resten
  • onderwerp
  • naamwoordelijk deel
  • lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

De persoonsvorm
• Zet de zin in een andere tijd.
• Maak de zin vragend.
• Verander de zin van getal.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de pv in de volgende zin? Maarten heeft hem het slechte
nieuws na het eten verteld.

Slide 5 - Open vraag

de zinsdelen
Gebruik de zinsdeelproef; alles wat vóór de persoonsvorm staat of kan staan, is één zinsdeel.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? Maarten heeft hem het slechte
nieuws na het eten verteld.

Slide 7 - Open vraag

de resten
• Alle overige werkwoorden
• Werkwoorden waar “aan het” of “te” voor staat
• Stukjes van werkwoorden ( opbellen; hij belt op )

Slide 8 - Tekstslide

Noteer de rest/ resten uit deze zin: Maarten heeft hem het slechte
nieuws na het eten verteld.

Slide 9 - Open vraag

het onderwerp
Wie/ wat+ persoonsvorm+ resten?
 Antwoord= onderwerp

Slide 10 - Tekstslide

Noteer het onderwerp uit deze zin: Maarten heeft hem het slechte
nieuws na het eten verteld.

Slide 11 - Open vraag

het naamwoordelijk deel
• Zoek het belangrijkste werkwoord.
          • Is het ww één van de koppelwerkwoorden: zijn, worden, lijken, blijken, blijven, schijnen, heten, dunken of voorkomen?
• Is er een zinsdeel dat meer info geeft over het onderwerp?
• Ja, dan geef is dat het naamwoordelijk deel.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het nwd in deze zin:
Zij zal altijd eerlijk zijn.

Slide 13 - Open vraag

het lijdend voorwerp
Wie/ wat+ persoonsvorm+ onderwerp+ resten? Antwoord= lijdend voorwerp

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin: Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld.

Slide 15 - Open vraag

samen oefenen: redekundig
Onze  moeders  droegen  vroeger graag  een  minirok.

Gewone  kniekousen  waren  toen  geen  trend.

Zij  leenden  elkaar  ook  hun mooie  jurkjes.

Slide 16 - Tekstslide

samen oefenen: taalkundig
Onze  moeders  droegen  vroeger graag  een  minirok.

Gewone  kniekousen  waren  toen  geen  trend.

Zij  leenden  elkaar  ook  hun mooie  jurkjes.

Slide 17 - Tekstslide

samen oefenen: redekundig
Die  modetrend  werd  vooral  na  de  jaren  50  zeer  populair.

De  eigenaar  van  die  hond  is  zeer  lief  geweest.

Vanaf  vanochtend zijn  zij  hem  de  hele  tijd  al aan  het  plagen.


Slide 18 - Tekstslide

samen oefenen: taalkundig
Die  modetrend  werd  vooral  na  de  jaren  50  zeer  populair.

De  eigenaar  van  die  hond  is  zeer  lief  geweest.

Vanaf  vanochtend zijn  zij  hem  de  hele  tijd  al aan  het  plagen.


Slide 19 - Tekstslide