Gezonde voeding

Gezonde voeding
3.5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gezonde voeding
3.5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk zoveel mogelijk voedingsgerelateerde problemen in Nederland..

Slide 3 - Woordweb

Problemen
Te dik
Hart en vaatziekten
Hoge bloeddruk
Moeilijke stoelgang

Eutrofiëring

Slide 4 - Tekstslide

Te dik

Slide 5 - Tekstslide

Een dieet: op welk vak bezuinigen?
A
groente en fruit
B
smeer en bereidingsvetten
C
brood, graanproducten, aardappelen
D
vis, vlees, peulvruchten, noten, zuivel

Slide 6 - Quizvraag

Kijk in BiNaS 67G en 82A. Waarom kun je beter bezuinigen op koolhydraten dan op vetten?

Slide 7 - Open vraag

Hart en vaatziekten

Slide 8 - Tekstslide

Hart en vaatziekten worden geassocieerd met hoge insulineconcentraties. Wat moet je minder eten?
A
biefstuk
B
bruin brood
C
snoep en chocolade
D
boter

Slide 9 - Quizvraag

Verzadigd en onverzadigd
vetzuren
dubbele binding

verzadigde vetten hebben een hoger smeltpunt

Slide 10 - Tekstslide

Hart en vaatziekten worden geassocieerd met het eten van teveel verzadigde vetten. Wat moet je minder eten?
A
Boter
B
olijfolie
C
Reuzel (spekvet)
D
zonnebloemolie

Slide 11 - Quizvraag



plantaardig is beter dan dierlijk
vloeibaar is beter dan vast

Slide 12 - Tekstslide

Moeilijke stoelgang

Slide 13 - Tekstslide

Uit welke vakken van de schijf meer eten voor een betere stoelgang?

Slide 14 - Open vraag

Een betere stoelgang

Voor de volgende dia: wat is de beste poep?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de beste poep?
A
1/2
B
3/4
C
5/6
D
7

Slide 16 - Quizvraag

Wat is verstandig als je (bijna) altijd 1/2 hebt?
A
Meer water drinken
B
Meer vezels eten
C
Naar de dokter
D
Meer bewegen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is verstandig als je (bijna) altijd 5/6/7 hebt?
A
Meer water drinken
B
Meer vezels eten
C
Naar de dokter
D
Meer bewegen

Slide 18 - Quizvraag

Hoge bloeddruk

Slide 19 - Tekstslide

In welk voedingsmiddel zit het meeste zout?
A
pizza
B
kaas
C
soep
D
chips

Slide 20 - Quizvraag

Zoutconsumptie Nederland
Volwassen mannen eten gemiddeld 9,9 gram per dag
vrouwen 7,5 gram per dag. 

jongens ligt dat gemiddeld op 8,3 gram
meisjes op 6,8 gram per dag. 

79% van het zout is al aanwezig in gekochte voedingsmiddelen. De belangrijkste bronnen van zout zijn brood, vleesproducten en kaas.

Slide 21 - Tekstslide

Maar hoeveel zout heb je per dag nodig?
A
2 gram
B
3 gram
C
8 gram
D
10 gram

Slide 22 - Quizvraag

Welk orgaan heeft het meest te lijden onder teveel zout in het eten?
A
Hart
B
Longen
C
Nieren
D
Lever

Slide 23 - Quizvraag

Eutrofiëring

Slide 24 - Tekstslide

In het blauwe vak staan symbolen voor water, thee en koffie. In de vorige versie stond hier ook nog een glas melk. Leg uit waarom het glas melk weg is.

Slide 25 - Open vraag