lesweek 4.1 voeding en sport

Voeding en sport
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
fitnessMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voeding en sport

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Theorie voeding en sport
  •  dumbbelltraining
  • fitnessquiz
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Voeding en sport
Als assistent-fitnesstrainer zul je niet al te veel kennis over voeding over hoeven te dragen aan klanten. Enige basiskennis kan echter toch om twee redenen van belang zijn:
  1. Klanten kunnen vragen stellen over voeding waar je toch enigszins antwoord op wilt kunnen geven.
  2. Verkeerde voeding of verkeerde timing van eten kan negatieve invloed hebben op het sporten.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gezond eet jij?
Ga naar: https://eettest.voedingscentrum.nl
en doe de eettest.

Slide 4 - Tekstslide

Macronutriënten
Koolhydraten, vetten en eiwitten worden macronutriënten genoemd. Het lichaam heeft er vrij veel van nodig: de hoeveelheden eiwitten, vet en koolhydraten worden dan ook gemeten in grammen. Deze voedingsstoffen zijn de brandstof voor het lichaam dat zonder deze energie niet kan functioneren.

Slide 5 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn ook nodig voor de opbouw en onderhoud van de spieren, organen, zenuwstelsel, hormonen, enzymen en het bloed.

Slide 6 - Tekstslide

Micronutiënten
Vitamines, mineralen en spoorelementen noemen deskundigen ook wel de micronutriënten. 
Ze leveren geen energie, maar zijn nodig voor het vrijmaken van de energie uit de macronutriënten en van de aminozuren uit eiwit.
Ook zijn ze belangrijk bij het goed laten verlopen van veel processen in het lichaam.
De hoeveelheden worden aangegeven in milligrammen (mg) of microgrammen (mcg).

Slide 7 - Tekstslide

Aangezien tijdens het sporten meer van het menselijk lichaam wordt gevraagd, wordt de samenstelling van de voeding en de aanwezigheid van stoffen in het lichaam nog belangrijker.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De schijf van vijf
Over het algemeen doen klanten van een fitnesscentrum aan diverse activiteiten. Als een klant op de voeding wil gaan letten, moet men kijken naar het hele scala aan activiteiten die de deelnemer doet.
Met daarbij ook rekening houdend met de algemene dagelijkse bezigheden (werk/hobby/etc.)

Slide 10 - Tekstslide

De schijf van vijf
Indien een klant zo'n drie keer per week of minder aan verschillende activiteiten doet, is de normale Nederlandse voeding volgens de schijf van vijf, uitstekend.
Indien een klant meer dan drie keer per week sport met een hoge intensiteit, kan enige aanpassing van de voeding voordelen opleveren.

Slide 11 - Tekstslide

Test: wat weet jij van eten?

Slide 12 - Tekstslide

https://www.voedingscentrum.nl/nl/thema/ik-ben-9-13-jaar/test-wat-weet-jij-van-eten-.aspx

Slide 13 - Tekstslide

Warming-up
Kies een cardio-apparaat.
Warming-up 10 minuten.
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

dumbbellTraining

Slide 15 - Tekstslide

organisatie
  • Werk in tweetallen
  • Circuit met 7 stations
  • Telkens 1 minuut arbeid
  •  deelnemer 1 werkt, deelnemer 2 kijkt of de techniek goed is.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

fitnessquiz

Slide 18 - Tekstslide

1. Koolhydraten, vetten en eiwitten noemen we ook wel:
A
macronutriënten
B
micronutriënten

Slide 19 - Quizvraag

2. Vitamines, mineralen en spoorelementen noemen we ook wel:
A
macronutriënten
B
micronutriënten

Slide 20 - Quizvraag

3. Alle koolhydraten zijn ongezond.
A
feit
B
fabel

Slide 21 - Quizvraag

Alle koolhydraten zijn ongezond – Fabel
Koolhydraten zijn namelijk een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Koolhydraten uit volkorenproducten, zoals volkorenbrood, zilvervliesrijst en volkorenpasta staan dan ook niet voor niets in de Schijf van Vijf. Koolhydraatrijke voedingsmiddelen die arm zijn aan voedingsstoffen, zoals frisdrank, koek en snoep zijn niet goed voor de gezondheid.

Slide 22 - Tekstslide

4. Eiwitten zitten niet alleen in ei.
A
feit
B
fabel

Slide 23 - Quizvraag

Eiwitten zitten niet alleen in ei - feit
Eiwitten komen in veel meer voedingsmiddelen voor. Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten. Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, melk, kaas en eieren. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen.

Slide 24 - Tekstslide

5. Alle soorten vet zijn ongezond.
A
feit
B
fabel

Slide 25 - Quizvraag

Alle soorten vet zijn ongezond - fabel
Vet komt voor in verschillende vormen: onverzadigd en verzadigd vet. Vet in voedingsmiddelen bestaat altijd uit een combinatie van beide. Verzadigd vet is het slechte vet, het verhoogt het LDL-cholesterol (slechte cholesterol). Onverzadigd vet is het goede vet en dat verlaagt juist het LDL-cholesterol.

Slide 26 - Tekstslide

6. Per dag moet je minimaal 1,5 tot 2 liter drinken
A
feit
B
fabel

Slide 27 - Quizvraag

Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter vocht per dag nodig in de vorm van dranken. De hoeveelheid hangt van verschillende factoren af. Ouderen hebben iets meer vocht nodig. Water, koffie en thee zonder suiker zijn de beste keuze. Zuivel telt ook mee.

Slide 28 - Tekstslide

Vitamines komen alleen voor in groente en fruit
A
feit
B
fabel

Slide 29 - Quizvraag

Vitamines komen alleen voor in groente en fruit – Fabel
In groente en fruit komt veel bijvoorbeeld veel vitamine C en vitamine B11 voor. Maar in zuivel, vlees en vis zit bijvoorbeeld veel vitamine B12. Er zijn 13 verschillende vitamines en ze zijn allemaal even belangrijk.

Het gaat dus om een gevarieerde voeding, zodat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt!

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting
Het klinkt tegenstrijdig, want van sporten raak je soms best uitgeput. Toch zorgt fitness echt voor meer energie, wat alleen maar fijn is. Lichaamsbeweging zorgt ervoor dat je meer endorfine aanmaakt, waardoor je meer energie krijgt.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide