4.1 - Present Tense

The Present Tense
De tegenwoordige tijd
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

The Present Tense
De tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

The Present Simple
+) I, You, We, They = hele werkwoord
She, He, It (SHIT) = hele werkwoord + s

Spellingsregels
S-klank = werkwoord + es (kisses, catches)
O = werkwoord + es (goes, does)
medeklinker + y = y -> ies (tries, cries)

Slide 2 - Tekstslide

The Present Simple
-) I, You, We, They = do not (don't) + hele werkwoord
She, He, It = does not (doesn't) + hele werkwoord

?) I, You, We, They = Do + onderwerp + hele werkwoord
She, He, It = Does + onderwerp + hele werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

The Present Simple
Gebruik:

* Praten over gewoontes
* Praten over feiten of gevoelens
* Praten over regelmaat

Slide 4 - Tekstslide

_____ (you / always / to do) your homework?

Slide 5 - Open vraag

July ____ (not / go) to the swimming pool after 6 pm.

Slide 6 - Open vraag

All my friends ____ (to be) into heavy metal.

Slide 7 - Open vraag

The Present Continuous
+) I = am + ww + ing
She, He, It = is + ww + ing
You, We, They = are + ww + ing

Spellingsregels
-e vervalt (tremble - trembling)
korte klank verdubbelt (stop - stopping)

Slide 8 - Tekstslide

The Present Continuous
-) am/is/are + not + ww + ing

? am/is/are + onderwerp + ww + ing

Gebruik
Nu bezig, Toekomstig plan, Klagen over iets

Slide 9 - Tekstslide

The musician _____ (to play) a song right now.

Slide 10 - Open vraag

____ (you / to study) for that test at the moment?

Slide 11 - Open vraag

I ___ (not / to try) to be annoying, I promise!

Slide 12 - Open vraag

The Present Perfect
+) I, You, We, They = have + voltooid deelwoord
She, He, It = has + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord = 3e vorm (irregular) of ww+ed (regular)

Gebruik:
Praten over dingen die in het verleden begonnen en nu nog doorgaan
Praten over dingen die net afgelopen zijn en nu nog relevant zijn

Slide 13 - Tekstslide

The Present Perfect
-) have not + voltooid deelwoord
has not + voltooid deelwoord

?) Have + onderwerp + voltooid deelwoord
Has + onderwerp + voltooid deelwoord

Signaalwoorden:
For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since

Slide 14 - Tekstslide

Jerry ____ (to buy) a new car.

Slide 15 - Open vraag

___ (you / to understand) the question?

Slide 16 - Open vraag

We ____ (not / to run) away from home.

Slide 17 - Open vraag

Exercise 1
Put the verbs in the correct form.
Only put the things in parenthesis () in the right form
Don't use any contractions (dus geen ' gebruiken)

Slide 18 - Tekstslide

Listen! Somebody ________ (to sing) a song.

Slide 19 - Open vraag

Where ______ (you / to live)?

Slide 20 - Open vraag

Thomas ______ (to live) in Breda for six years.

Slide 21 - Open vraag

He ______ (currently / to tour) the country.

Slide 22 - Open vraag

________ (you / to do) your homework yet?

Slide 23 - Open vraag

I _____ (not / to go) to the cinema very often.

Slide 24 - Open vraag

Shane _____ (often / to kiss) his boyfriend.

Slide 25 - Open vraag

Be quiet! Ali _____ (to take) a test.

Slide 26 - Open vraag

John _____ (not / to play) football since the accident.

Slide 27 - Open vraag

Ruby and Rose ____ (to sing) their favourite song right now.

Slide 28 - Open vraag

I ____ (never / to go) to the theatre because I don't like musicals.

Slide 29 - Open vraag

My dad _____ (never / to go) to a museum in his life.

Slide 30 - Open vraag