Koningsdag en boodschappen 15 april 2025 LC

Waar gaat deze les over?
Oranje
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Waar gaat deze les over?
Oranje

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?
Oranje


Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?
Oranje


Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?
Oranje


Slide 4 - Tekstslide

Koningsdag en boodschappen 15 april 2025

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je over Koningsdag?

Slide 6 - Tekstslide

We gaan een filmpje bekijken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Oefening
Maak nu oefening 1 op je werkblad.

Slide 9 - Tekstslide

De regels
Regels zijn afspraken die gemaakt worden over wat wel en wat niet mag.
In Amsterdam worden de meeste regels gemaakt door de gemeente Amsterdam.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Wat mag niet op Koningsdag?
A. Kleren verkopen op straat.
B. Meer dan een blikje of flesje alcohol bij je hebben.
C. Fruit verkopen op straat.
D. Vlees verkopen op straat.
E. Alcohol drinken in de trein of op het station.
F. Muziek maken en dansen op straat.

Slide 12 - Tekstslide

Wie is de koning van Nederland?

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel mag het zijn?
Een kilo = 1000 kilogram (kg)
Een pond = 500 kilogram (kg)
Een half pond = 250 kilogram (kg)
Een ons = 100 kilogram (kg)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maak oefening 3

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken

Slide 17 - Tekstslide

Veel plezier op Koningsdag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Boodschappen doen
De vorige keer hebben we soorten winkels geoefend, waar je boodschappen kan doen.
Op de markt heb je verschillende marktkramen, zoals de groente- en fruitkraam, de viskraam enz.
In de winkelstraat of in een winkelcentrum heb je verschillende winkels, zoals een kledingwinkel, een viswinkel, een schoenenwinkel enz.

Slide 20 - Tekstslide

De bakkerij

Slide 21 - Tekstslide

Waar kun je nog meer dingen halen? 
Als je ziek bent?
Als je je huis schoon wil maken?
Als je een cadeau wil kopen voor een kind?
Als je iets wil repareren?

Slide 22 - Tekstslide

Andere winkels
In de huishoudwinkel koop je spullen om je huis schoon te maken.
In de apotheek kun je medicijnen halen. Met een recept van de huisarts.
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je gereedschap kopen.

Slide 23 - Tekstslide

Andere winkels 2
In de speelgoedwinkel kun je speelgoed kopen voor kinderen. 
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je schroeven kopen.

Slide 24 - Tekstslide

De ijzerhandel
                                Gereedschap:
Hamer
Schroeven
Spijkers

Slide 25 - Tekstslide

Gereedschap:
de hamer, de spijker, de schroevendraaier, de schroef, de tang

Slide 26 - Tekstslide

De apotheek
Medicijnen op recept van de huisarts of het ziekenhuis.

Slide 27 - Tekstslide

De drogist
Geneesmiddelen =
Medicijnen
Shampoo 
Bodylotion enz.

Kruidvat enz.

Slide 28 - Tekstslide

Medicijnen op recept/ zonder recept

Slide 29 - Tekstslide

De huishoudwinkel

Slide 30 - Tekstslide

De huishoudwinkel
In de huishoudwinkel koop je dingen om je huis schoon te maken:
- een stofzuiger                              
- een bezem
- een mop
 - een stofdoek
- stoffer en blik

Slide 31 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
In de speelgoedwinkel kun je cadeaus kopen voor kinderen. Speelgoed zijn dingen waar kinderen mee kunnen spelen.
Een springtouw, kleurpotloden, een pop, een speelgoedauto, lego enz.



Slide 32 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
Een springtouw, een pop, een speelgoedauto, kleurpotloden,




lego 

Slide 33 - Tekstslide

Wat weten jullie nog? 
Maak opd

Slide 34 - Tekstslide