Ethiek in de zorg

Ethiek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
  1. Je kunt aangeven wat ethiek inhoudt.
  2. Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
  3. Je benoemd de richtlijnen bij ethische dilemma's 
  4. Je weet wat ethische dilemma's zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar denk je aan bij het
woord 'ethiek?'

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ethiek?
  • Grieks: èthos=gewoonte of zedelijke handeling

  • “Ethiek is de leer van het moraal. Dat zijn de waarden en normen die richting geven aan jouw handelen
  • Het is het nadenken of  jouw handelen leidt tot goede zorg (Nursing, 2004)


Slide 4 - Tekstslide

De termen ‘ethiek’ en ‘moraal’ betekenen niet hetzelfde. Moraal zijn de waarden en normen die richting geven aan jouw doen en laten, ze sturen de keuzes die je maakt. Ethiek is daarover nadenken. Het is nadenken over de vraag of jouw handelen leidt tot goede zorg. Dat kan echt over van alles gaan: van grote levensvragen tot kleine, dagelijkse keuzes.
Normen en waarden
Moraal: geheel van normen en waarden.
Waarde: ideaal. (materieel /immaterieel) Iets wat iemand of een groep mensen belangrijk vindt.
Normen : op waarden gebaseerde regels hoe we ons wel of niet moeten gedragen. 
Deugd: karaktereigenschappen die we waarderen.

Slide 5 - Tekstslide

Waarden is iets wat iemand of een groep mensen belangrijk vindt. bv. eerlijkheid, rechtvaardigheid en vrijheid
Normen : op waarden gebaseerde regels hoe we ons wel of niet moeten gedragen.  In veel samenlevingen heb je bijvoorbeeld de norm dat je niet mag stelen
Normen kunnen altijd gekoppeld worden aan bepaalde waarden. De waarde geeft aan dat wat er belangrijk is en de norm geeft aan hoe je je moet gedragen. b.v. bij de waarde eerlijkheid is de norm: niet liegen
Voorbeeld normen & waarden
Norm: respect voor het leven
Waarde: iedereen zo lang mogelijk in leven houden
Dilemma's:

  • Wat als iemand in diep coma ligt? 
  • Tot welke leeftijd?
  • Wat als kosten exceptioneel zijn?
  • Wat als iemand dat niet wil? 
  • Wat als familie dat niet wil? 
  • Euthanasie?


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INTRINSIEKE WAARDEN

Waarden die op zichzelf belangrijk zijn
Het zijn doelen op zichzelf
b.v. geluk

Slide 7 - Tekstslide

Iets heeft een intrinsieke waarde als het op zichzelf waardevol is en niet wordt gebruikt om een ander doel te bereiken. Intrinsieke waarden zijn altijd doelen op zichzelf.  Het meest bekende voorbeeld in de filosofie is geluk. Mensen streven geluk na omdat ze gelukkig willen worden en niet omdat ze hier nog een hoger doel willen bereiken. Intrinsieke waarden zijn altijd doelen op zichzelf.
INSTRUMENTELE WAARDEN
Waarden die nodig zijn om een intrinsieke waarde te bereiken, kunnen een persoonlijke beleving zijn maar ook toegekend worden aan gebeurtenissen. Zijn vaak collectief

b.v.
Instrumenteel: hard werken, ambitieus
intrinsiek: een voorspoedig leven
Instrumenteel: verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid
Intrinsiek: echte vriendschap

Slide 8 - Tekstslide

Instrumentele waarden: Dit zijn waarden die door personen of groepen worden verleend aan personen, fenomenen of gebeurtenissen. Deze waarden zijn vaak collectieve waarden, maar kunnen ook een persoonlijke beleving zijn
Welke uitspraak over Ethiek is de meest juiste?
A
Het gaat bij ethiek vooral over je eigen mening over iets
B
Het gaat bij ethiek over het filosofisch benaderen van een vraag over goed en kwaad
C
Het gaat bij ethiek over wat waar en wat niet waar is
D
Het gaat bij ethiek over belangrijk en onbelangrijk

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een norm?
A
hetzelfde als een waarde
B
een karaktereigenschap
C
een deugd
D
een gedragsregel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een deugd?
A
hetzelfde als een waarde
B
een positieve karaktereigenschap
C
hetzelfde als een norm
D
een kind wat niet luistert

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gewetensbezwaar?
A
Iemand verbieden een handeling uit te voeren
B
Het naleven van een wettelijke norm die voorschrijft wat goed en kwaad is
C
een handeling om iets niet te doen omdat dit niet past bij je gevoel over wat goed en kwaad is
D
Je verzwijgt dat je een handeling hebt uitgevoerd omdat er bezwaar tegen gemaakt kan worden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepscode

  • De Beroepscode voor Verpleegkundigen en Verzorgenden biedt richtlijnen om de eigen handelswijze en die van collega’s te toetsen.
  • De beroepscode kan helpen bij het oplossen van morele kwesties (moraal: het geheel van normen en waarden die gelden voor een bepaalde groep)
  • V & VN

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medisch tuchtrecht 
  • Medisch tuchtrecht is de vorm van rechtspraak die geldt voor de beroepen die zijn ingeschreven in het BIG-register. 
  • Het tuchtcollege beoordeelt of de zorgverlener binnen de grenzen van het eigen deskundigheidsterrein zorgvuldige zorg heeft geleverd. 
  • Straffen kunnen zijn: waarschuwing, ontzegging tot beroepsregister. Bij overtreden wetgeving geldt strafrecht.

Slide 14 - Tekstslide

De Artikel 34-beroepen vallen niet onder het tuchtrecht én kunnen zich niet registeren in het BIG-register. Maar ze vallen wél onder de Wet BIG.
Maar al hoef je je niet te registreren in het BIG-register, je kan wel onder artikel 34 van de Wet BIG vallen. Omdat je bijvoorbeeld een bepaald aantal handelingen wel mag uitvoeren. Denk dan aan injecteren, katheteriseren en een maagsonde inbrengen.
Een “gewone” verzorgende (AG) mag, buiten medicatie geven, bovengenoemde handelingen niet uitvoeren. De verzorgende IG (IG staat voor individuele gezondheidszorg), mag die handelingen wél uitvoeren. Dit komt omdat ze tijdens hun opleiding extra stof behandeld hebben waardoor ze extra kennis hebben gekregen. Helpenden hebben deze extra lesstof niet gehad tijdens hun opleiding, dus zij mogen geen voorbehouden en/of risicovolle handelingen uitvoeren.
Zorgethiek
Een stroming die wil begrijpen hoe zorg in elkaar zit.

Zorgethiek gaat er van uit dat er in elke zorg iets "goeds" zit.
Zorgethiek kijkt naar specifieke en unieke situaties.

Belangrijk is dat je in gesprek gaat met de zorgvrager
Deze mensen hebben vaak een kwetsbare gezondheid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma's

Welke keuze je ook maakt,  het heeft altijd vervelende gevolgen voor iemand.

Slide 16 - Tekstslide

en ethisch dilemma is een situatie waarbij iemand verschillende keuzen tot handelen heeft die betrekking hebben op moraliteit. Deze beslissing kan uitmonden in onwenselijke situaties. Een ethisch dilemma bevat altijd verschillende waarden.Iemand doden is niet ethisch verantwoord, maar dat is iemand pijn doen ook niet. Toch zal een arts zijn patiënt soms bewust pijn moeten doen: ten behoeve van een behandeling. Omdat hier de gezondheid op het spel staat, worstelt de arts niet met een ethisch dilemma.
Dagelijkse ethische dilemma's
- Pesten op het werk
- Emoties bij de omgang met cliënten (verliefdheid, agressie)
- Omgaan met mantelzorgers en/of verwanten (bemoeizucht, kritiek)
- Scheiding werk en privé niet los kunnen laten

Grote ethische dilemma’s;
- Opvattingen over leven en dood
- Problemen en vraagstukken rondom zeggenschap van cliënten en verwanten
- Recente structurele veranderingen in de zorg zoals zorgprofielen



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan voor ethische afweging
1. Verkennen: Wat is er aan de hand? Welke opties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?
2. Onderzoeken: Wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) spelen er?
3. Afwegen: Weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg voor de cliënt van jouw handeling of het nalaten daarvan?
4. Besluiten: Zoek naar de balans tussen alle betrokkenen met het oog op goede en kwalitatieve zorg.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 1
  • Situatie: 21-jarige client  komt keurig zijn dialyse-afspraken na. Maar hij gaat ook regelmatig stappen en drinkt dan meer dan volgens de richtlijnen toegestane hoeveelheid alcohol.


  • Ethische vraag: ‘Moet ik de keuze van de client leidend laten zijn als dit niet leidt tot een optimale gezondheidsuitkomst?’



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 2
  • Situatie: Een vrouw krijgt van de thuiszorg palliatieve zorg. De twee thuiszorgmedewerkers die haar om beurten verzorgen, verschillen van mening over hoeveel hulp zij moeten verlenen.


  • Ethische vraag in dit dilemma: ‘Moet ik kwetsbare patiënten verzorgen door extra taken over te nemen of laat ik hen meer in hun waarde door hen zoveel mogelijk zelf te laten doen?’

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 3
  • Situatie: Een 27-jarige man met een lichamelijk verstandelijke beperking heeft een chronische ziekte. Voor zijn gezondheid moet hij zeer trouw een bepaalde therapie volgen. Hij heeft daar  moeite mee. Zijn ouders willen betrokken zijn; tegelijkertijd heeft de arts een geheimhoudingsplicht.


  • Ethische vraag: ‘Mogen ouders betrokken worden bij de zorg voor jongvolwassenen als deze zich niet aan de therapie houden?’

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere vraagstukken 
  • Dure behandeling voor mensen ouder dan 80 
  • Vergoeding van extreem hoge kosten voor zeldzame ziekte
  • Hoge kosten medicatie 
  • Zorgvragers die niet therapietrouw zijn
  • Orgaantransplantatie bij mensen met ongezonde leefstijl
  • Zorgvrager die abortus inzet ipv anti-conceptie te gebruiken
  • Medicatiefouten door organisatie op afdeling
  • Ondervoeding van zorgvragers in instelling
  • Technologische hulpmiddelen inzetten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke ethische dilemma's wordt jij geconfronteerd op je werk/stage?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Heb je nog vragen over
dit onderwerp?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd? 
  1. Je kunt aangeven wat ethiek inhoudt.
  2. Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
  3. Je benoemd de richtlijnen bij ethische dilemma's 
  4. Je weet wat ethische dilemma's zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies