H6 Warmte versie 2

H6 Warmte
Vermeld altijd de berekening, als een berekening gevraagd wordt. Een goede uitkomst zonder berekening levert geen punten op.
• Vermeld bij een berekening altijd welke grootheid berekend wordt.
• Geef de uitkomst van de berekening ook altijd met een juiste eenheid.

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Warmte
Vermeld altijd de berekening, als een berekening gevraagd wordt. Een goede uitkomst zonder berekening levert geen punten op.
• Vermeld bij een berekening altijd welke grootheid berekend wordt.
• Geef de uitkomst van de berekening ook altijd met een juiste eenheid.

Slide 1 - Tekstslide

Een gemiddeld huishouden verbruikt per dag 34,5 MJ aan elektrische energie. Ga ervan uit dat alle energie uit elektriciteitscentrales komt van centrales die steenkool verbranden.

1 kg steenkool heeft een verbrandingswarmte van 29 MJ/kg.
A) Hoeveel kilogram steenkool moet er per jaar in de elektriciteitscentrale worden verbrand om een gemiddeld huishouden voldoende energie te leveren? Rond af op een heel getal.
B) Leg uit of er in werkelijkheid meer of minder steenkool moet worden verbrand.

Slide 2 - Open vraag

De handvatten die aan de pan zitten, zijn vaak van kunststof gemaakt.
Leg uit welke manier van warmtetransport je hiermee vermindert.

Slide 3 - Open vraag

Welk ander materiaal kun je voor de handvatten gebruiken in plaats van kunststof, zodat het warmtetransport naar je handen vermindert.
A
Aluminium
B
Hout
C
Koper
D
Ijzer

Slide 4 - Quizvraag

Op een winterdag stapt Indy naar buiten en ziet dat heeft gesneeuwd. De zon schijnt, het is 5 °C buiten, maar toch smelt de sneeuw niet zo snel als ze had verwacht. Door welke vorm van warmtetransport verwarmt de zon de sneeuw?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komt het dat de sneeuw niet zo snel smelt in de zon?

Slide 6 - Open vraag

Een huis kan op verschillende manieren warmte verliezen aan de omgeving. Welke vorm van warmtetransport ga je vooral tegen als je deuren en ramen gesloten houdt?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling

Slide 7 - Quizvraag

Noteer een reden waarom het belangrijk is om je huis goed te isoleren.

Slide 8 - Open vraag

Noteer nog een andere manier waarop je het huis kunt isoleren, waarbij je gebruikmaakt van minder warmteverlies door straling.

Slide 9 - Open vraag

Noteer nog twee andere manieren om een huis te isoleren.

Slide 10 - Open vraag

Wat ontstaat er niet bij een volledige verbranding?
A
roet
B
waterdamp
C
koolstofdioxide

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een volledige verbranding?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag


143 °C  = .... K 
1
Je weet in welke eenheden we temperatuur kunnen meten en je kunt deze in elkaar omrekenen.
L-
antwoord alleen getal!

Slide 13 - Open vraag

Warmte-
geleiding
Warmte-
stroming
Warmte-
straling
Water geeft warmte via het metaal van een radiator van binnen naar buiten door.
Bij deze vorm van warmtetransport is er geen tussenstof nodig.
Door deze vorm van warmtetransport is het vlak boven een radiator warmer dan er vlak naast.
Door deze vorm van warmtetransport kan de zon de aarde verwarmen.
Deze vorm van warmtetransport kan worden tegengegaan met een isolator.
Deze vorm van warmtetransport kan worden tegengegaan door dubbelglas.

Slide 14 - Sleepvraag

37.    In onderstaande situaties is er sprake van warmtetransport.
Geef voor elke situatie aan of er sprake is van geleiding, stroming of straling. Omcirkel het juiste antwoord.

a. Het warm worden van een lichaam onder een zonnebank.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
b. Pannenkoeken worden warm in een koekenpan.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
c. Een hete luchtballon stijgt op door warme lucht van verbranding.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
d. Als de zon schijnt wordt je lichaam warm.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling

Slide 15 - Sleepvraag

wat is het voordeel van vloerverwarming vergeleken met een radiator?

Slide 16 - Open vraag

A
B
C
D
E
De lucht koelt af
Koude lucht daalt
De lucht wordt door geleiding bij de radiator opgewarmd
De warme lucht stijgt op 
De koude lucht stroomt over de vloer naar de radiator

Slide 17 - Sleepvraag

Je kunt met verschillende materialen je huis isoleren. Wat kom je bij elke manier van isoleren tegen?

Slide 18 - Open vraag

Welke stoffen geleiden warmte en welke stoffen isoleren? 
Geleiden warmte
Isoleren
Dubbel glas
Houten muur
glaswol
surfpak
koekenpan
Wollen handschoen

Slide 19 - Sleepvraag

Een elektrische oven is een warmtebron. Welk voorwerp is ook een warmtebron?
A
Gasfornuis
B
Lamp
C
Televisie
D
Wekker

Slide 20 - Quizvraag

In afbeelding 1 staan vier energie-stroomdiagrammen van een elektrische oven. Welke diagram geeft de energieomzetting juist weer?

A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 21 - Quizvraag

Welk reactieschema van de verbranding van methaan is juist?
A
methaan + koolstofdioxide → zuurstof + water
B
methaan + zuurstof → koolstofdioxide + water
C
water + koolstofdioxide → methaan + zuurstof
D
water + zuurstof → koolstofdioxide + methaan

Slide 22 - Quizvraag

Welke van onderstaande warmtebronnen verbruiken chemische energie?

brander – föhn – gasfornuis – houtkachel

Slide 23 - Open vraag

Welk soort warmtetransport wordt
met deze manier van isoleren
tegengegaan?

Slide 24 - Open vraag

Wat gebeurt er met de vlam van een gasbrander als je de gasregelknop verder opendraait?
A
De vlam wordt hoger.
B
De vlam wordt lager.
C
De vlam wordt blauwer.
D
De vlam wordt geler.

Slide 25 - Quizvraag

Wat gebeurt er als er niet voldoende zuurstof bij de brandstof kan komen?
A
Er ontstaat dan koolstofdioxide en roet.
B
Er ontstaat dan koolstofmono-oxide en roet.
C
Er ontstaat dan alleen koolstofdioxide.
D
Er ontstaat dan alleen koolstofmono-oxide.

Slide 26 - Quizvraag

Het water in de pannen heeft op een bepaald moment een temperatuur van 76 °C. Hoe hoog is deze temperatuur in Kelvin?
A
-349 K
B
-197K
C
197 K
D
349 K

Slide 27 - Quizvraag

Wat is isoleren?
A
het bevorderen van warmtetransport
B
Het tegengaan van warmtetransport
C
zorgen dat warmte snel wordt afgevoerd
D
Straling bevorderen

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor een reactie is verbranding?
A
natuurkundige reactie
B
biologische reactie
C
chemische reactie
D
omkeerbare reactie

Slide 29 - Quizvraag

Sleep de woorden naar het juiste vak
Volledige verbranding

Onvolledige verbranding

roetdeeltjes
weinig zuurstof
blauwe vlam
kleurloos
voldoende zuurstof
gele vlam

Slide 30 - Sleepvraag

Wat heb je nodig voor een goede branddriehoek?
A
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en koolstof
B
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en benzine
C
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en brandstof
D
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en vuur

Slide 31 - Quizvraag

Sleep naar het juiste vak
waar

niet waar

20℃ = 253 K
Aardgas is een fossiele brandstof
Een volledige verbranding herken je aan een blauwe vlam
Brandstoffen bevatten chemische energie
Waterdamp versterkt het broeikaseffect

Slide 32 - Sleepvraag

Welke manieren van warmtetransport zijn er?
A
Straling, stroming, isolatie
B
Stroming, straling, vermogen
C
Straling, stroming, geleiding
D
Isolatie, geleiding, stroming

Slide 33 - Quizvraag

Welke vormen van warmtetransport komen wij tegen bij een radiator?
A
Geleiding en straling
B
Geleiding en stroming
C
Stroming en straling
D
Geleiding, straling en stroming

Slide 34 - Quizvraag

Waarvan is dit plaatje een voorbeeld?
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 35 - Quizvraag

In een koekenpan gaat de warmte van de buitenkant naar de binnenkant.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 36 - Quizvraag

Sleep de zinnen naar het juiste antwoord
Goed

Fout

een radiator geeft de warmte af door straling
warme lucht verplaatst zich in de kamer door stroming
je voelt de warmte van een kampvuur door geleiding
een lepeltje in hete thee wordt warm door straling

Slide 37 - Sleepvraag

Voor een rit van 100 km gebruikt een auto 6,5 L dieselolie.
Bereken hoeveel warmte-energie vrijkomt bij de volledige verbranding van 6,5 L dieselolie.
6,5 L dieselolie is                                                          cm3 dieselolie.
Bij de volledige verbranding van 1 cm3 dieselolie komt
                                            J warmte-energie vrij.(tabel 19-Binas)
Bij de volledige verbranding van 6,5 L dieselolie komt
                                                  J warmte-energie vrij.
6500
36000
234000000

Slide 38 - Sleepvraag

Sleep in de juiste volgorde!
Het warme water wordt naar de radiatoren gepompt
De radiatoren stralen de warmte uit
De radiatoren worden aan de buitenkant warm door geleiding
In de CV-ketel verbrandt aardgas
Het water in de CV-ketel wordt warm
Het afgekoelde water stroomt terug naar de CV-ketel

Slide 39 - Sleepvraag

Schrijf drie energiebronnen waarmee je elektriciteit kunt maken waarbij geen verbrandingsgassen ontstaan.

Slide 40 - Open vraag

Hieronder zie je een schematische tekening van een elektriciteitscentrale.
Zet de cijfers bij de volgende omschrijvingen op de juiste plaats:
Er ontstaat elektrische energie
Het schoepenrad gaat draaien
De generator gaat draaien
Brandstof wordt verbrand
In de ketel wordt water gekookt
De stoom blaast tegen een schoepenrad
De afgekoelde stoom condenseert en gaat terug naar de ketel

Slide 41 - Sleepvraag

Wat ontstaat er bij een onvolledige verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Koolstofmono-oxide
D
Zuurstof

Slide 42 - Quizvraag

Kijk hiernaast en vul in welke brandstof er wordt verbrand. geef dus 6 antwoorden!
1...
2...
soms zijn er meer antwoorden mogelijk!

Slide 43 - Open vraag

Vanaf de ketel pompt een pomp het water door buizen naar de radiatoren.
In de brander van de cv-ketel wordt aardgas verbrand.
De radiator wordt warm en verwarmt de kamer.
Het afgekoelde water stroomt terug naar de ketel om opnieuw te worden verwarmd.
De warmte die daarbij vrijkomt, verwarmt het water in de ketel.
1
2
3
4
5

Slide 44 - Sleepvraag

De volgende vragen gaan over deze situatie:

Energie besparen
________________________________________
Afra en Naut willen een huis bouwen. 
Ze willen tussen de radiatoren en de 
muur radiatorfolie aanbrengen. 
Radiatorfolie is glimmende 
aluminiumfolie. Dat zorgt ervoor dat er 
weinig warmte via de muur verdwijnt.
Zie de tekening.

Slide 45 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste functie van het radiatorfolie?
A
De radiatorfolie gaat vooral de afkoeling van de radiator tegen.
B
De folie gaat vooral de geleiding van warmte tegen.
C
De folie gaat vooral de straling van warmte tegen.
D
De folie gaat vooral de stroming van warmte tegen.

Slide 46 - Quizvraag

Waarom bespaart radiatorfolie bij een steens muur meer gas dan bij een spouwmuur?

Slide 47 - Open vraag

Geef twee redenen waarom het noodzakelijk is om goed te ventileren bij het gebruik van een verwarmingstoestel met gas in een caravan.

Slide 48 - Open vraag

De warmte van een elektriciteitscentrale wordt opgenomen door koelwater. Koelwater kan op een rivier of op een meer worden geloosd.
Wat ontstaat door het lozen van warm koelwater?

Slide 49 - Open vraag

In een traditionele elektriciteitscentrale wordt aardgas, stookolie of steenkool verbrand om elektriciteit op te wekken.

Welke vorm van energie bevatten de genoemde brandstoffen?

Slide 50 - Open vraag

Hieronder zie je een schematische tekening van een elektriciteitscentrale.
Zet de cijfers bij de volgende omschrijvingen op de juiste plaats:
Er ontstaat elektrische energie
Het schoepenrad gaat draaien
De generator gaat draaien
Brandstof wordt verbrand
In de ketel wordt water gekookt
De stoom blaast tegen een schoepenrad
De afgekoelde stoom condenseert en gaat terug naar de ketel

Slide 51 - Sleepvraag

Noteer drie energiebronnen waarmee je elektriciteit kunt maken waarbij geen verbrandingsgassen ontstaan. noteer:
1....
2....
3....

Slide 52 - Open vraag