11.3 Je lijkt op ... 1

Thema 11: Erfelijkheid
11.3   Je lijkt op ...
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 11: Erfelijkheid
11.3   Je lijkt op ...

Slide 1 - Tekstslide

Deze les ...
  • terugblik vorige les
  • Uitleg 11.3 Eigenschappen mengen
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • doorgeven chromosomen
  • mitose
  • meiose


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je;
  • hoe genen worden weergegeven
  • wat homozygoot / heterozygoot is
  • wat dominant / recessief is
  • of eigenschappen kunnen mengen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe worden eigenschappen doorgegeven?

Slide 5 - Tekstslide

Homozygoot / heterozygoot
Twee dezelfde genen op elk chromosoom van 1 paar: 
HOMOzygoot
Twee verschillende genen op elk chromsoom van 1 paar:
HETEROzygoot

homo = hetzelfde
hetero = anders

Slide 6 - Tekstslide

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


Slide 7 - Tekstslide

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Dominant/recessief
Lang niet alle overervingen zijn intermediair. 
Soms wint een van de 2 genen het van de ander. 
Dat gen heet DOMINANT.
Het gen dat heeft 'verloren' heet RECESSIEF.

Dominant gen: HOOFDLETTER
Recessief gen: kleine letter

Slide 10 - Tekstslide

Een gen dat een ander gen onderdrukt, noem je ...
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 11 - Quizvraag

Als je twee verschillende genen voor een eigenschap hebt, ben je ......... voor die eigenschap
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noteren we dit?

Gebruik hoofdletters die verschillend zijn van kleine letters!


Homozygoot dominant: AAheeft de dominante eigenschap

Homozygoot recessief: aaheeft de recessieve eigenschap

Heterozygoot: Aa = heeft dominante eigenschap; A wint van a


Er zijn dus altijd 3 mogelijkheden

Slide 13 - Tekstslide

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


AA
aa

Slide 14 - Tekstslide

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Aa

Slide 15 - Tekstslide

Waardoor heeft Stefan het fenotype rood haar?
A
Hij is heterozygoot.
B
Hij is homozygoot voor de recessieve genen
C
Hij is homozygoot voor de dominante genen.

Slide 16 - Quizvraag

Kunnen eigenschappen ook mengen?
Intermediair fenotype = Genen voor eigenschappen hebben evenveel invloed. Gevolg is een tussenvorm in fenotype. Altijd heterozygoot!




                                                                                                  Rode, witte en 
                                                                                             roze anjers.

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel gehaald?
Check of je nu weet;
  • hoe genen worden weergegeven
  • wat homozygoot / heterozygoot is
  • wat dominant / recessief is
  • of eigenschappen kunnen mengen

Slide 18 - Tekstslide

Maken en Lezen
Maken 11.3 Opdracht 1, 4, 5, 7, 8, 9
Leg uit wat het volgende begrip betekend:
- Homozygoot dominant, - Homozygoot recessief, - Heterozygoot

Marieke en Harold hebben bruine ogen. Ze hebben een kind met blauwe ogen. Wat is het fenotype van Marieke? Wat is het genotype van Marieke en Harold? Is hun kind voor zijn oogkleur Homozygoot dominant, Homozygoot recessief of Heterozygoot?


Slide 19 - Tekstslide