Plinius Persoonlijk

Hoofdstuk 10: Plinius persoonlijk
(hoezo heeft dit pas de titel persoonlijk?)
1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnWOStudiejaar 6

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10: Plinius persoonlijk
(hoezo heeft dit pas de titel persoonlijk?)

Slide 1 - Tekstslide

inde quod interdiu, 
quibus horis te visere solebam, 
ad diaetam tuam ipsi me, 
ut verissime dicitur, 
pedes ducunt; 
quod denique aeger et maestus ac similis excluso
 a vacuo limine 
recedo

timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide


inde quod interdiu,
quibus horis te visere solebam,

ad diaetam tuam ipsi me,
ut verissime dicitur,
pedes ducunt;
quod denique 
aeger 
et maestus 
ac similis excluso
 a vacuo limine
 recedo


vandaar dat overdag
op die uren waarop ik gewoon was jou te bezoeken
naar jouw drempel vanzelf mij
zoals zeer waar wordt gezegd
voeten leiden [mij];
(vandaar) dat ik tenslotte
ziek
en bedroefd
en gelijk aan iemand die is buitengesloten
van een lege kamer
 terugga

Slide 3 - Tekstslide

Unum tempus his tormentis caret, 
quo in foro et amicorum litibus conteror. 
Aestima tu, quae vita mea sit, 
cui requies in labore [sit],
in miseria curisque solacium [sit]. 
Vale.

timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide



Unum tempus his tormentis caret,
quo in foro et amicorum litibus conteror.

Aestima tu, 
quae vita mea sit,
cui requies in labore [sit],
in miseria curisque solacium [sit].
Vale.



Eén tijdstip heeft deze kwellingen niet
wanneer op het forum en van vrienden met rechtszaken ik me bemoei
Beoordeel jij
wat mijn leven is / wat voor leven ik heb
voor wie rust (gelegen) is in werk
in narigheid en zorgen troost is 
Gegroet.

Slide 5 - Tekstslide

Haal de 7 fouten uit de vertaling

1 Je vraagt, hoe ik bij de Etrusken/in Etrurië mijn zomerdag indeel. Ik word wakker, wanneer ik dat (graag) wilde, meestal rond(om) het eerste uur, dikwijls eerder, zelden later. De vensters blij-ven gesloten; want op wonderbaarlijke wijze [volg ik], van de stilte en duisternis verwijderd door de dingen die de aandacht afleiden, en vrij en aan 5 mijzelf overgelaten, [volg ik] met mijn gedachten niet mijn ogen, maar met mijn ogen mijn gedachten, (mijn ogen) die hetzelfde als mijn geest zien, zovaak als ze geen andere dingen zien. Ik denk erover na, als ik iets onder handen heb, ik denk erover na net alsof ik woord voor woord schrijf en verbeter, nu eens weinig dan weer veel, al naar gelang ze of moeilijk of makkelijk konden uitwerken of onthouden. Ik roep mijn secretaris en, hij laat de dag toe, 10 dicteer ik wat ik uitgedacht had; hij gaat weg en wordt weer teruggeroepen en wordt weer weggestuurd
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

De goede vertaling
1 Je vraagt, hoe ik bij de Etrusken/in Etrurië mijn dag in de zomer indeel. Ik word wakker, wanneer ik dat (graag) wilde, meestal rond(om) het eerste uur, dikwijls eerder, zelden later. De vensters blij-ven gesloten; want op wonderbaarlijke wijze [volg ik], door de stilte en duisternis verwijderd van de dingen die de aandacht afleiden, en vrij en aan 5 mijzelf overgelaten, [volg ik] met mijn gedachten niet mijn ogen, maar met mijn ogen mijn gedachten, (mijn ogen) die hetzelfde als mijn geest zien, zovaak als ze geen andere dingen zien. Ik denk erover na, als ik iets onder handen heb, ik denk erover na net alsof ik woord voor woord schrijf en verbeter, nu eens minder, dan weer meer, al naar gelang ze of moeilijk of makkelijk konden worden uitgewerkt of onthouden. Ik roep mijn secretaris en, nadat het daglicht is toegelaten, 10 dicteer ik wat ik uitgedacht had; hij gaat weg en wordt weer teruggeroepen en wordt weer weggestuurd

Slide 7 - Tekstslide

1. Welk stijlfiguren zie je in regel 4 en 5?

Slide 8 - Tekstslide

1. Welk stijlfiguren zie je in regel 4 en 5?
trikolon (abductus, liber, relictus (ook polysyndeton)
chiasme: oculus animo animum oculis

Slide 9 - Tekstslide

Vragen over 1-2 
(andere LessonUp - de reden dat ik dit soort dingen erbij zet is omdat ik het anders vergeet en dan ga denken: oh, shit, waar had ik nou die vragen gelaten?)

Slide 10 - Tekstslide


Quaeris, quemadmodum in Tuscis diem aestate disponam.

Evigilo, cum libuit, plerumque circa horam primam, saepe ante, tardius raro. 

Clausae fenestrae manent; mire enim silentio et tenebris ab iis, quae avocant, abductus, et liber et 5 mihi relictus, non oculos animo, sed animum oculis sequor, qui eadem quae mens vident, quotiens non vident alia.

 Cogito, si quid in manibus, cogito ad verbum scribenti emendantique similis, nunc pauciora nunc plura, ut vel difficile vel facile componi tenerive potuerunt. Notarium voco et die admisso, 10 quae formaveram, dicto; abit rursusque revocatur rursusque dimittitur.






1 Je vraagt, hoe ik bij de Etrusken/in Etrurië mijn dag in de zomer indeel. Ik word wakker, wanneer ik dat (graag) wilde, meestal rond(om) het eerste uur, dikwijls eerder, zelden later
.
 De vensters blij-ven gesloten; want op wonderbaarlijke wijze volg ik, door de stilte en duisternis verwijderd van de dingen die de aandacht afleiden, en vrij en aan 5 mijzelf overgelaten, met mijn gedachten niet mijn ogen, maar met mijn ogen mijn gedachten, (mijn ogen) die hetzelfde als mijn geest zien, zovaak als ze geen andere dingen zien.

 Ik denk erover na, als ik iets onder handen heb, ik denk erover na net alsof ik woord voor woord schrijf en verbeter, nu eens minder, dan weer meer, al naar gelang ze of moeilijk of makkelijk konden worden uitgewerkt of onthouden. Ik roep mijn secretaris en, nadat het daglicht is toegelaten, 10 dicteer ik wat ik uitgedacht had; hij gaat weg en wordt weer terugge-roepen en wordt weer weggestuurd.

Slide 11 - Tekstslide





Puzzel deel 2 epistula 9.36


Slide 12 - Tekstslide


1 Ubi hora quarta vel quinta 

(neque enim certum dimensumque tempus), 

ut dies suasit, 

in xystum me vel cryptoporticum confero, 

reliqua meditor et dicto. 

Vehiculum ascendo. 





Zodra het het vierde of vijfde uur is 

(want mijn tijd is/ligt niet vast en afgemeten), 

zoals het weer het aanraadde,

 naar het terras of de cryptoporticus  begeef ik mij
 denk na over de rest / overige dingen en dicteer (het/deze).
Ik klim op een wagen.

Slide 13 - Tekstslide



Ibi quoque idem, 

quod ambulans aut iacens; 

durat intentio mutatione ipsa refecta. 

Paulum redormio, 

dein ambulo, 


Ook daar doe ik hetzelfde 

als wat ik doe al wandelend of liggend; 

mijn concentratie blijft,  verfrist juist door de afwisseling. 
Ik ga opnieuw een beetje slapen, 

daarna wandel ik,

Slide 14 - Tekstslide


mox orationem Graecam Latinamve

 clare et intente 

non tam vocis causa, 

quam stomachi, lego; 

pariter tamen et illa firmatur.
 
Iterum ambulo, ungor, exerceor, lavor.



snel daarna een Griekse of Latijnse redevoering, 
[lees ik]  hardop luid en aandachtig 

niet zozeer vanwege mijn stem, 

als vanwege mijn maag, lees ik ;

 evenzeer/tegelijkertijd wordt echter ook die versterkt. 

Opnieuw wandel ik, laat ik me met olie insmeren, doe lichaamsoefeningen, neem een bad.

Slide 15 - Tekstslide

Het diner & de avond

Weer even een stukje zelf vertalen voor de afwisseling of zoiets.
:-)

In groepen!

Slide 16 - Tekstslide


1 Cenanti mihi, 
si cum uxore vel paucis, 
liber legitur; 
post cenam comoedia aut lyristes; 

mox cum meis ambulo, 
quorum in numero sunt eruditi. 
Ita variis sermonibus vespera extenditur, 

et quamquam longissimus dies bene conditur.  












Voor mij wanneer ik dineer, 
als ik met mijn vrouw of met weinige vrienden dineer, wordt een boek voorgelezen; 
na het diner is (er) een blijspel of een lierspeler; 
snel daarna wandel ik met mijn vrienden, 
in wier aantal/onder wie geleerden zijn. 
Zo wordt de avond met afwisselende gesprekken verlengd, 
en hoewel de dag zee lang is wordt de dag goed afgesloten. 

Slide 17 - Tekstslide


Non numquam 5 ex hoc ordine aliqua mutantur; 
nam, si diu iacui vel ambulavi,
post somnum demum lectionemque 
non vehiculo sed, 
quod brevius, quia velocius, 
equo gestor. 
Interveniunt amici ex proximis oppidis, 

partemque diei ad se trahunt interdumque

lasso mihi opportuna interpellatione subveniunt. 












Soms 5 worden van dit programma enkele bezigheden veranderd; 
want, als ik lang heb gelegen of gewandeld, rijd ik pas na mijn siësta en het lezen 
niet op een wagen, maar,  wat korter duurt omdat het sneller is/gaat, 
op een paard [rijd ik]
Vrienden komen langs uit dichtbij (gelegen) steden, 
en zij trekken een deel van de dag naar zich toe 
en soms helpen zij mij moe (als ik ben) met een welkome onderbreking. 

Slide 18 - Tekstslide


Venor 10 aliquando, 
sed non sine pugillaribus, 
ut, quamvis nihil ceperim, 
non nihil referam. 
Datur et colonis, 
ut videtur ipsis, 
non satis temporis, 
quorum mihi agrestes querelae
 litteras nostras et haec urbana opera commendant. 

Vale.

Soms jaag ik, 
10 maar niet zonder mijn aantekenboekje, opdat ik, ook al heb ik niets gevangen, 
niet niets terugbreng. 
Ook wordt aan de pachters, 
zoals het hun zelf toeschijnt, 
niet voldoende tijd gegeven, 
wier plattelandsklachten voor mij 
onze/mijn literaire bezigheden en deze activiteiten van de stad/verfijnde activiteiten aangenaam maken. 
Gegroet.

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdstuk 11!
Nog 2 brieven van Plinius: Griekenbrief en christenvervolging

Slide 20 - Tekstslide



Heb respect voor de Grieken


> wat Plinius zegt is bijzonder relevant in het kader van de oorlog met Oekraïne 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 22 - Woordweb

Salvete omnes!

Slide 23 - Tekstslide

Amor in te meus cogit, 
non ut praecipiam 
(neque enim praeceptore eges), 
admoneam tamen, 
ut, quae scis, teneas
 et observes, 
aut nescire melius. 
Cogita te missum
 in provinciam Achaiam,
 illam veram et meram Graeciam,
 in qua primum 
5 humanitas, litterae, etiam fruges 

inventae esse creduntur;

Mijn liefde/genegenheid voor jou dwingt mij, niet om voor te schrijven 
(want je hebt geen leraar nodig), 
om je echter aan te sporen, 
dat je je aan (dat) wat je weet, houdt 
en in praktijk brengt, 
of anders is het beter (dat) niet te weten. Bedenk dat je gestuurd bent
 naar de provincie Achaea,
 dat ware en zuivere/onvervalste Griekenland, waarin (men gelooft dat) het eerst 
(dat) de beschaving, alfabet/letteren/literatuur, zelfs de landbouw
uitgevonden is men gelooft (dat)

Slide 24 - Tekstslide

[cogita] [te] missum ad ordinandum statum
 liberarum civitatum,
 id est, 
ad homines maxime homines, 
ad liberos maxime liberos, 
qui ius a natura datum
 virtute, meritis, amicitia, foedere denique et
religione tenuerunt. 

Reverere conditores deos 
et nomina deorum,
 reverere gloriam veterem 
et hanc ipsam senectutem,
quae in homine venerabilis,
 in urbibus sacra.

dat je bent gezonden om de staatsinstelling te organiseren van vrije steden, 
dat is/wil zeggen,
 naar mensen in de hoogste graad mensen, naar vrije (mensen) in de hoogste graad vrije 
die het van nature gegeven recht 
door moed, verdiensten, vriendschap, door een verdrag tenslotte en door godsdienst(igheid) hebben behouden. 
Heb respect voor hun goden als stichters 
en voor de namen 10 van de goden, 
heb respect voor hun oude roem 
en voor juist deze ouderdom, 
die bij een mens eerbiedwaardig,
 bij steden heilig is. 

Slide 25 - Tekstslide



Sit apud te honor antiquitati,
 sit ingentibus factis, 
sit fabulis quoque. 

Nihil ex cuiusquam dignitate, 
nihil ex libertate, 
nihil etiam ex iactatione
decerpseris. 




Laat er bij jou eer) zijn voor hun geschiedenis, 
laat er (bij jou eerbetoon) zijn voor hun geweldige daden, 
laat er ook (eerbetoon) zijn voor hun legenden. Niets  aan van iemand de waardigheid, geenszins aan (iemands) vrijheid,
 geenszins ook aan (iemands) trots
moet je afbreuk doen / doe geen afbreuk aan..)

Slide 26 - Tekstslide


Habe ante oculos hanc esse terram, 
quae nobis 15 miserit iura,
quae leges non victis, 

sed petentibus dederit,
Athenas esse quas adeas, 
Lacedaemonem esse quam regas;
quibus reliquam umbram 
et residuum libertatis nomen eripere

durum, ferum, barbarum est.

Houd voor ogen dat dit het land is, 
dat ons de rechtspraak heeft gezonden, 
dat wetten heeft gegeven aan ons, niet als overwonnenen, 
maar op verzoek/toen we het vroegen, 
dat het Athene is waar je naartoe gaat,
 dat het Sparta is dat je bestuurt; 
aan hen het overgebleven schaduwbeeld 
en de resterende naam van vrijheid (te) ontnemen
 is hard, wreed (en) barbaars.

Slide 27 - Tekstslide





Stukje b 
Vul de gaten in de vertaling aan



Klaar met b? 

Stukje c
Andersom.
Wat als jullie de streeptekst gaan maken a.d.h.v. de vertaling?

timer
12:34

Slide 28 - Tekstslide

bespreken b & c

b volgens traditioneel recept
c volgens verbeterde (?) receptuur

inleiding christenvervolging

Slide 29 - Tekstslide

Vides a medicis, 
quamquam in adversa valetudine nihil 
servi ac liberi differant, 
mollius tamen liberos 
clementiusque tractari. 
Recordare, quid quaeque civitas fuerit, 
non ut despicias, 
quod esse desierit; 
absit superbia, asperitas. 


Je ziet dat door artsen, 
hoewel bij een slechte gezondheid 
slaven en vrije mensen niets verschillen, 
toch de vrije mensen zachter
 en vriendelijker worden behandeld. 
Denk eraan, wat iedere stad is geweest, 
niet om erop neer te kijken, 
omdat hij/zij opgehouden is het te zijn; 
laat trots, botheid afwezig zijn. 

Slide 30 - Tekstslide

Nec timueris 5 contemptum. 
An contemnitur, 
qui imperium, 
qui fasces habet,
nisi humilis et sordidus, 
et qui se primus ipse contemnit? 
Male vim suam potestas aliorum contumeliis experitur, 
male terrore veneratio adquiritur, 
longeque valentior amor ad obtinendum, 
quod velis, quam timor. 
Nam timor abit, si 10 recedas, 
manet amor 
ac, sicut ille in odium, 
hic in reverentiam vertitur. 
En wees niet bang 5 voor minachting. 
Wordt hij soms geminacht, 
die de macht, 
die het gezag heeft, 
tenzij (hij) onaanzienlijk en verachtelijk (is), 
en iemand (is) die zichzelf als eerste minacht? Op slechte wijze beproeft gezag zijn krachten door beschimpingen van anderen, 
slecht  wordt door terreur respect verworven, en veel effectiever is liefde om te verkrijgen 
wat je wil, dan vrees.
 Want vrees gaat weg/verdwijnt, als jij weg zou gaan, liefde blijft en, zoals die/eerstgenoemde in haat (verandert), verandert deze/laatstgenoemde in respect/ontzag

Slide 31 - Tekstslide



Te vero etiam atque etiam 
(repetam enim) 
meminisse oportet officii tui titulum 
ac tibi ipsum interpretari, 
quale quantumque sit 
ordinare statum liberarum civitatum.

 Nam quid ordinatione civilius, 

quid libertate pretiosius? 
Porro 15 quam turpe, 
si ordinatio eversione,
 libertas servitute mutetur!

Jij echter behoort steeds weer 
(want ik zal het herhalen)
behoort te herinneren je de titel van je functie  en zelf aan jezelf uit te leggen, 
hoedanig en hoe belangrijk het is
 de staatsinstelling van vrije steden te organiseren. 
Want wat is meer in het belang van de burgers dan orde, 
wat kostbaarder dan de vrijheid? 
Verder 15 hoe schandelijk is het/zou het zijn, 
als orde zou veranderen in ontwrichting, 
vrijheid in slavernij!

Slide 32 - Tekstslide


Stukje c

Iedereen staan;
als je 1 ding hebt genoemd om te laten bestrepen (?), mag je weer gaan zitten
>:-)

Slide 33 - Tekstslide


1 Accedit, 
quod tibi certamen est tecum: 
onerat te quaesturae tuae fama, 
quam ex Bithynia optimam revexisti; 

onerat testimonium principis; 

onerat tribunatus, praetura 
atque haec ipsa legatio 
quasi praemium data. 

Er komt bij,
 dat het voor jou een wedstrijd met jezelf is:
 de reputatie van jouw quaestuur rust zwaar op je, die jij als de beste uit Bithynië mee naar huis hebt genomen; 
de (positieve) getuigenis/erkenning van de keizer rust zwaar op je; 
 (rusten zwaar op je) het tribunaat, de praetuur 
en juist dit legaatschap,
 als beloning gegeven,
 rusten zwaar op je. 

Slide 34 - Tekstslide



 Quo magis nitendum est, 
ne 5 in longinqua provincia quam suburbana, ne inter servientes quam liberos, 
ne sorte quam iudicio missus, 
ne rudis et incognitus quam exploratus probatusque 
humanior, melior, peritior 
fuisse videaris, 
cum sit alioqui, 
ut saepe audisti, 
saepe legisti, 
multo deformius amittere 
quam non adsequi laudem. 



Des te meer moet er (door jou) naar gestreefd worden, 
dat je niet in een afgelegen dan in een dicht bij Rome gelegen provincie
dat je niet tussen hen die onderworpen/slaaf zijn dan tussen vrije mensen
dat je niet door loting uitgezonden dan op voordracht
dat je niet onervaren en onbekend dan goed bevonden en voortreffelijk
menselijker, beter, kundiger 
geweest schijnt te zijn 5, 
 omdat het over het algemeen, 
zoals je dikwijls hebt gehoord, 
dikwijls hebt gelezen, 
veel schandelijker is roem te verliezen 
dan haar niet te verwerven. 

Slide 35 - Tekstslide


. 10 Haec velim credas, 
quod initio dixi 
scripsisse  me admonentem, 

non praecipientem; 
quamquam praecipientem quoque.
 Quippe non vereor,
 in amore ne modum excesserim. 

Neque enim periculum est, 
ne sit nimium, 
quod esse maximum debet. 
Vale.

Ik zou willen dat je gelooft
 dat ik dit wat ik in het begin heb gezegd, 
heb geschreven  omdat ik je aanspoor/wil aansporen, 
niet omdat ik je voorschrijf; 
en toch ook omdat ik je voorschrijf/instrueer. Immers ik ben niet bang, 
dat ik in mijn genegenheid de maat heb overschreden. 
Want er bestaat geen gevaar, 
dat teveel is, 
wat zeer groot moet zijn. 
Gegroet.

Slide 36 - Tekstslide

Plinius - christenvervolging

Slide 37 - Tekstslide

Nog best wat video's, comments, 'artikelen' die deze brief van Plinius Minor gebruiken om te bewijzen, neen, heftige discussies aangaan!, dat Jezus Christus heeft bestaan. Kan dat?!?! One way to find out. PAM PAM PAAAAAAM. (ik probéér het spannend te verpakken, oké ;-;) 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

timer
3:33
Hoofdstuk 12 inleiding
Welke dingen vallen je op?

Slide 40 - Woordweb

Vertalen a

Slide 41 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 43 - Woordweb


1 Accedit, 
quod tibi certamen est tecum: 
onerat te quaesturae tuae fama, 
quam ex Bithynia optimam revexisti; 

onerat testimonium principis; 

onerat tribunatus, praetura 
atque haec ipsa legatio 
quasi praemium data. 

Er komt bij,
 dat het voor jou een wedstrijd met jezelf is:
 de reputatie van jouw quaestuur rust zwaar op je, die jij als de beste uit Bithynië mee naar huis hebt genomen; 
de (positieve) getuigenis/erkenning van de keizer rust zwaar op je; 
 (rusten zwaar op je) het tribunaat, de praetuur 
en juist dit legaatschap,
 als beloning gegeven,
 rusten zwaar op je. 

Slide 44 - Tekstslide



 Quo magis nitendum est, 
ne 5 in longinqua provincia quam suburbana, ne inter servientes quam liberos, 
ne sorte quam iudicio missus, 
ne rudis et incognitus quam exploratus probatusque 
humanior, melior, peritior 
fuisse videaris, 
cum sit alioqui, 
ut saepe audisti, 
saepe legisti, 
multo deformius amittere 
quam non adsequi laudem. 



Des te meer moet er (door jou) naar gestreefd worden, 
dat je niet in een afgelegen dan in een dicht bij Rome gelegen provincie
dat je niet tussen hen die onderworpen/slaaf zijn dan tussen vrije mensen
dat je niet door loting uitgezonden dan op voordracht
dat je niet onervaren en onbekend dan goed bevonden en voortreffelijk
menselijker, beter, kundiger 
geweest schijnt te zijn 5, 
 omdat het over het algemeen, 
zoals je dikwijls hebt gehoord, 
dikwijls hebt gelezen, 
veel schandelijker is roem te verliezen 
dan haar niet te verwerven. 

Slide 45 - Tekstslide


. 10 Haec velim credas, 
quod initio dixi 
scripsisse  me admonentem, 

non praecipientem; 
quamquam praecipientem quoque.
 Quippe non vereor,
 in amore ne modum excesserim. 

Neque enim periculum est, 
ne sit nimium, 
quod esse maximum debet. 
Vale.

Ik zou willen dat je gelooft
 dat ik dit wat ik in het begin heb gezegd, 
heb geschreven  omdat ik je aanspoor/wil aansporen, 
niet omdat ik je voorschrijf; 
en toch ook omdat ik je voorschrijf/instrueer. Immers ik ben niet bang, 
dat ik in mijn genegenheid de maat heb overschreden. 
Want er bestaat geen gevaar, 
dat teveel is, 
wat zeer groot moet zijn. 
Gegroet.

Slide 46 - Tekstslide

Kruiswoordpuzzel HFSTK 12

Slide 47 - Tekstslide

J Het is voor mij een gebruik, heer
B Om alle dingen waarover ik twijfel
C Aan u voor te leggen
D Wie kan immers beter
H Ofwel mijn besluiteloosheid sturen
G Ofwel mijn ontwetendheid onderrichten?
J Ik heb nooit gerechtelijke onderzoeken naar/tegen christenen bijgewoond
N Daarom weet ik niet
R Wat en in hoeverre
en of er gestraft pleegt te worden of onderzocht.


O Ik heb niet weinig getwijfeld
Q Of er een of ander onderscheid in leeftijd moet zijn
A Of dat zij hoe jong ook helemaal niet moeten verschillen van volwassenen
E Of gratie moet worden verleend aan berouw
F Of dat voor hem
K Die eenmaal christen is geweest
P Geen voordeel mag zijn ermee gestopt te zijn
M Of de naam alleen al
I Ook als hij geen misdaden heeft begaan
(Moet worden gestraft)
L Of de misdaden die samenhangen met de naam moeten worden gestraft

Slide 48 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 49 - Tekstslide

J Het is voor mij een gebruik, heer
B Om alle dingen waarover ik twijfel
C Aan u voor te leggen
D Wie kan immers beter
H Ofwel mijn besluiteloosheid sturen
G Ofwel mijn ontwetendheid onderrichten?
J Ik heb nooit gerechtelijke onderzoeken naar/tegen christenen bijgewoond
N Daarom weet ik niet
R Wat en in hoeverre
en of er gestraft pleegt te worden of onderzocht.


O Ik heb niet weinig getwijfeld
Q Of er een of ander onderscheid in leeftijd moet zijn
A Of dat zij hoe jong ook helemaal niet moeten verschillen van volwassenen
E Of gratie moet worden verleend aan berouw
F Of dat voor hem
K Die eenmaal christen is geweest
P Geen voordeel mag zijn ermee gestopt te zijn
M Of de naam alleen al
I Ook als hij geen misdaden heeft begaan
(Moet worden gestraft)
L Of de misdaden die samenhangen met de naam moeten worden gestraft

Slide 50 - Tekstslide

Vragen bij de inhoud van a
timer
15:16

Slide 51 - Tekstslide

Vragen bij b a.d.h.v vertaling

Slide 52 - Tekstslide

C vertalen a.d.h.v. blad
zodadelijk een aantal vragen erover

Slide 53 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 54 - Tekstslide

Zoek in C de volgende stijlfiguren:


1. anafoor
ne... ne... ne... ne...
2. trikolon (3x) 
convenire, dicere, obstringere 
committerent, fallerent, abnegarent
furta, latrocinia, adultertia

Slide 55 - Tekstslide

Zoek in C de volgende grmm. constructies


1. abl abs
2. gerundium
3 (dominant) gerundivum
4. AcI

Slide 56 - Tekstslide

Zoek in C de volgende grmm. constructies


1. abl abs
quibus peractis
2. gerundium
discendendi (& coeundi)
3 (dominant) gerundivum 
ad capiendum cibum
4. AcI
hetaerias esse (afh van vetueram)

Slide 57 - Tekstslide

Aanvullende vragen
1. Is de strafrechtelijke procedure vergelijkbaar met die van ons, denk je?
2. Wat vind je van de procedure en hoe Plinius heeft gehandeld?
3. Doen de christenen 'rare', 'gevaarlijke' dingen die gestraft moeten worden, vind je? 

Slide 58 - Tekstslide

Aanvullende vragen
1. Is de strafrechtelijke procedure vergelijkbaar met die van ons, denk je?

>>> Europees verdrag van de rechten van de mens
Verbod van foltering en onmenselijke en vernederende behandeling. Recht op vrijheid en veiligheid. Recht op een eerlijk proces. Recht op eerbiediging van privé- en familieleven.

Slide 59 - Tekstslide

Schrijf voor jezelf even een korte samenvatting van passage a, passage b en passage c
(3 dingen die niet/wel moeten bijv.; etc) 
timer
5:00

Slide 60 - Tekstslide

d. Het christendom breidt zich uit, maar kan nog worden tegengehouden (9-10)
Ideo, 
dilata cognitione,
 ad consulendum te decucurri. 
Visa est enim mihi
 res digna consultatione, 
maxime propter periclitantium numerum. Multi enim 
omnis aetatis, 
omnis ordinis, 
utriusque sexus etiam, 
vocantur in periculum 
et vocabuntur.



Daarom |||  na het 
gerechtelijk onderzoek te hebben uitgesteld, 
 ben ik ertoe overgegaan om u te raadplegen. Want aan mij scheen 
de zaak advies waard,
vooral wegens het aantal van hen die in gevaar zijn.  ||| Want velen
 van iedere leeftijd, 
van iedere stand, 
ook van beide geslachten, 
worden in gevaar gebracht 
en 5 zullen dat worden (gebracht)

Slide 61 - Tekstslide



Neque civitates tantum, 
sed vicos etiam 
atque agros 
superstitionis istius contagio 

pervagata est; 
quae videtur sisti 

et corrigi posse.



en niet alleen over steden
maar ook zelfs over dorpen 
en over het platteland
van dit bijgeloof de verderfelijke invloed/besmetting 
heeft zich verspreid
 (maar) deze (besmetting) schijnt tot staan gebracht 
en rechtgezet te kunnen worden

Slide 62 - Tekstslide

Certe satis constat 
prope iam desolata templa 
coepisse celebrari, 
et sacra sollemnia diu intermissa 

repeti 
passimque venire <carnem> victimarum,
 
cuius adhuc rarissimus emptor inveniebatur. 

Ex quo facile est opinari, 
quae turba hominum emendari possit, 

si sit paenitentiae locus.


Het staat in ieder geval voldoende vast 
dat de al bijna verlaten tempels 
zijn begonnen vaak bezocht te worden, 
en dat de rituele plechtigheden die lange tijd onderbroken waren, 
worden hervat 
en dat overal vlees van offerdieren wordt verkocht, 
waarvoor tot nu toe zeer zelden een koper werd gevonden. 
Op grond hiervan is het makkelijk te geloven,
 dat een menigte (van) mensen van hun fouten bevrijd zou kunnen worden, 
als er gelegenheid voor berouw zou zijn.

Slide 63 - Tekstslide

Maandag
Ma-andag; Ma-rtialis

Slide 64 - Tekstslide