Financieel 1 les 5

Financieel 1
Les 5
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Financieel 1
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Week 1: 5.7
Week 2: 5.8
Week 3: 6.1 & 6.2
Week 4: 6.3 & 6.4
Week 5: 6.5 & 6.6
Week 6: Oefenen
Week 7: Oefentoets
Week 8: Toets


Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn kosten?

Slide 3 - Open vraag

Kosten
De kosten vertegenwoordigen de geldwaarde van alles wat je inbrengt in een bedrijf om een product of dienst voort te brengen.

Loonkosten
Inkoopwaarde van ingekochte goederen
Reclamekosten
Huur winkelpand

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn soorten kosten die je hebt als ondernemer in de retail?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is lekkage?

Slide 7 - Open vraag

Financieel 1
Vaak wordt gedacht: goede verkoopcijfers zijn hoge verkoopcijfers.. Maar zelfs met heel hoge verkoopaantallen kun je verlies lijden als je de kosten niet in de hand hebt of als de verkoopprijs te laag is.

In deze lessenserie gaan we bezig met Financieel

Slide 8 - Tekstslide

Boek Financieel 1
Opdrachten maken in boek
of digitale leeromgeving

Slide 9 - Tekstslide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet je wat een veiligheidsmarge is.
.. leer je de integrale kostprijs te berekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Financieel beleid
Financieel beleid heeft alles te maken met inzicht in de cijfers van je bedrijf. 
En met het nemen van beslissingen op basis van die cijfers

Hoe hoog zijn de kosten? Kan ik de kosten verlagen? Wanneer maak ik nog winst?

Slide 11 - Tekstslide

Planning
Periode 1: H1&2
Periode 2: H3
Periode 3: H4&5
Periode 4: H5&6

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Break-evenpunt berekenen
Als je een bepaalde hoeveelheid vaste kosten maakt, is het nuttig om te weten hoeveel producten je moet verkopen om die vaste kosten terug te verdienen. En hoeveel je moet verkopen om een veilige marge aan te houden en te zorgen voor voldoende winst

Hoe je dat doet? Dat gaan we leren in hoofdstuk 6

Slide 14 - Tekstslide

Kosten
De kosten vertegenwoordigen de geldwaarde van alles wat je inbrengt in een bedrijf om een product of dienst voort te brengen.

Loonkosten
Inkoopwaarde van ingekochte goederen
Reclamekosten
Huur winkelpand

Slide 15 - Tekstslide

Winst..??
De opbrengst van een onderneming bestaat uit de omzet vanuit de verkoop. Om het bedrijfsresultaat te berekenen, moet je daar de inkoopwaarde van de omzet en de exploitatiekosten nog van aftrekken. 

Om zoveel mogelijk winst te maken moet je de 
exploitatiekosten zo laag mogelijk houden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

6.1 Constante en variabele kosten
De indeling in constante en variabele kosten is gebaseerd op het karakter van de kosten:

Hangen ze af van hoeveel je maakt of verkoopt, of niet?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

6.2 Verloop van de variabele kosten
Variabele kosten lopen op wanneer je meer gaat verkopen. 

Meestal zijn de variabele kosten per stuk gelijk. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Les 4: 6.3 Break-evenafzet
Break-evenafzet is het punt waarbij je precies genoeg producten verkoopt om je kosten terug te verdienen. 

Break-evenpunt (BEP)
Je maakt dan geen winst 
en ook geen verlies.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 7

Slide 30 - Tekstslide

6.4 Break-evenomzet
Er zijn twee manieren om de break-evenomzet uit te rekenen:

1. Break-evenomzet met de constante exploitatiekosten
2. Break-evenomzet met de constante en variabele exploitatiekosten 

Slide 31 - Tekstslide

1. Break-evenomzet met de constante exploitatiekosten

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

2. Break-evenomzet met de constante en variabele exploitatiekosten 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 11 en 12

Slide 36 - Tekstslide

Les 5: 6.5 Veiligheidsmarge
De veiligheidsmarge is het verschil tussen de werkelijke omzet en de break-evenomzet. 

Dit is meestal een percentage. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

De veiligheidsmarge
De veiligheidsmarge geeft het percentage aan waarmee de omzet maximaal mag afnemen, zodat er nog net geen verlies wordt geleden

Of de veiligheidsmarge geeft aan met hoeveel procent de werkelijke winst moet stijgen of quitte te spelen. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

6.6 Integrale kostprijs
De exacte kosten van een product per stuk uitrekenen kan je doen via de integrale kostprijs. 

Je berekent alle kosten, zowel de constante en variabele kosten. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 13 t/m 16

Slide 45 - Tekstslide

Doel behaald van deze les?
Aan het einde van de les..



.. weet je wat een break-evenpunt is.
.. leer je de integrale kostprijs te berekenen.

Slide 46 - Tekstslide

Challenge 5

Maak opdracht 2 t/m 16



Slide 47 - Tekstslide