Leesvaardigheid - argumentatie

Leesvaardigheid - argumentatie

Planning

Woensdag 11 juni - Start leesvaardigheid - theorie argumentatie

Maandag 16 jun - Zelfstandig werken: bestudeer theorie in je reader over Argumentatie. Maken opdrachten blz. 65, 66, 67, 68, 69, 70 en 71. 

Woensdag 18 juni - Maken tekst 2 en daarna tekst 1

Maandag 23 juni - Maken oefentoets

Woensdag 25 juni- oefentoets bespreken of zomervakantiequiz?

Leesvaardigheid

Deze periode al veel gelezen ... voor speech en beschouwing.

Nog een paar teksten lezen om te oefenen voor de toets.... en Argumentatie behandelen.

Argumentatie - Reader

blz. 52 reader: links naar filmpjes met uitleg 

blz. 53:  10.1 Standpunt, argumenten en argumentatie

blz. 54: 10.2 Feitelijke en waarderende argumenten

blz. 55: 10.3 Soorten argumenten en argumentatieschema's 

blz. 59: 10.4 Aanvaardbaarheid van argumentatie

blz. 60: 10.5 Argumentatiestructuur

blz. 62: 10.6 Drogredenen

10.3 Soorten argumenten (gebaseerd op)

- Feiten (controleerbaar)

- Onderzoek (resultaten)

- Ervaring (empirisch): eigen ervaringen, incidenteel is minder sterk

- Gevoel of emotie

- Geloof (persoonlijke overtuiging)

- Normen en waarden

- Vermoeden

10.3 Argumentatieschema's

Argumentatie op basis van:

- Oorzaak - gevolg (causaliteit)

- Kenmerk of eigenschap

- Voor- en nadelen

- Voorbeeld

- Vergelijking (op basis van analogie / overeenkomst)

- Gezag of autoriteit

10.4 Aanvaardbaarheid van argumentatie

Kijk kritisch naar

- Relevantie van elk argument (drogredenen 10.6 zijn niet relevant)

- Consistentie van de gehele argumentatie

- Toereikendheid van de gehele argumentatie, is het voldoende?

- Betrouwbaarheid van de bron

10.5 Argumentatiestructuur

Twee basisstructuren

1. Enkelvoudige argumentatie

2. Meervoudige argumentatie, deze kun je weer onderverdelen in

a. onderschikkende argumentatie

b. nevenschikkende argumentatie

b1. afhankelijk

b2 onafhankelijk

10.6 Drogredenen

blz. 63-63

Aan de slag

Eerst goed nieuws: formuleren valt niet meer onder de toetsstof. Dus alleen spelling, met veel aandacht voor werkwoordspelling. Oefen dit dus zo nodig.

Maak de opdrachten op blz. 65 - 71 in je reader