H7.4 deel 2

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-welke slavernij er was in de Nederlandse koloniën.
- hoe de slavernij werd afgeschaft.


KA: uitbouw van de Europese overheersing ,met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-welke slavernij er was in de Nederlandse koloniën.
- hoe de slavernij werd afgeschaft.


KA: uitbouw van de Europese overheersing ,met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Slide 1 - Tekstslide

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Slavernij op de plantages
In Amerika ging een deel van de slaven meteen naar plantages. De rest werd geveild. ​
De meeste slaven werkten op plantages:​

 - die werden opgezet en geleid door Europeanen​
 - er werd o.a. suiker, cacao, tabak en koffie voor de Europese markt geproduceerd​
 - het slavenwerk was zwaar en werd verricht onder slechte omstandigheden​
 - de slaven deden alleen hun werk omdat ze werden opgejaagd door opzichters, er was veel intimidatie: bangmakerij​
 - Kans op vrijlating was er niet, alleen ont-snappen bood kans op een nieuw bestaan​





Slide 2 - Tekstslide

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Nederland en de slavernij

Ook Nederland deed mee aan de slavenhandel, nadat de WIC gebieden had veroverd:​
- in 1655 kwamen honderden slaven naar Nieuw-Amsterdam​.
- vanaf 1667 werd Suriname de belangrijkste bestemming voor Nederlandse slavenschepen​.
- van de ruim 550 000 slaven die Nederland vervoerden ging de helft naar de plantages in Suriname​.
- het Nederlandse aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel bedroeg zo’n 5%​




“Sideron en Cupido waren twee kinderen die rond hun zevende in dienst traden van stadhouder Willem V. Dat bleven ze tot hun dood, en ze zagen diens zoon, de latere koning Willem I, en kleinzoon, Willem II, voor een deel opgroeien en volwassen worden.” (9,10)

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit waarom het verhaal van Sideron en Cupido aan de ene kant wel past bij het verhaal van de slavernij, maar aan de andere kant ook weer niet.
Lees de tekst op Historiek.

Slide 4 - Open vraag

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Nederland en de slavernij
Nederlanders vervoerden in de VOC-tijd ook honderdduizenden slaven in Azië:​
- er was al eeuwen een uitgebreide inheemse slavenhandel​. 
- de VOC bracht slaven uit India naar plantages op Banda​. 
- slaven deden zwaar werk, o.a. bij de bouw van factorijen​. 
- grote aantallen slaven waren persoonlijk eigendom van VOC-personeel, dat leidde ook tot kinderen, Indo-Europeanen: personen van Europees-Aziatische afkomst in Indonesië​





Slavinnen van het eiland Celebes (Sulawesi) waren populair bij de Europeanen. Ze waren buitengewoon mooi en 'driftig naar fysieke der liefde'

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik de bron. Leg uit wat volgens de schrijver de mythe is
rondom de slavernij in Nederlands-Indië.

timer
3:00

Slide 6 - Open vraag

Lees het artikel over de excuses van Rutte over de slavernij.
Het is een gevoelige discussie in meerdere opzichten.
- Neem een beargumenteerd standpunt in over de noodzaak van deze excuses.
- Neem een beargumenteerd standpunt in over de keuzes die Rutte maakt over
de 'Oost' in zijn toespraak.

Lees het artikel hier.
timer
5:00

Slide 7 - Open vraag

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Afschaffing
In de tijd van pruiken en revoluties ontstond het abolitionisme:​
geïnspireerd door het christendom, maar vooral door de verlichting: 
-slavernij was in strijd met de natuurlijke gelijkheid van mensen​.
- slavernij was ook economisch slecht, volgens Adam Smith prikkelt loon meer om te werken dan dwang​.









Groot Brittannië
Nederland
Het abolitionisme werd vooral sterk in Groot-Brittannië:​
1787 - oprichting van Society for Abolition of the Slave Trade​
1807 – verbod op slavenhandel​
1833 – slavernij in Britse koloniën afgeschaft
Nederland:​
1814 – Nederlandse regering verbood de slavenhandel​
1860 – afschaffing slavernij in Indonesië​
1863 – afschaffing slavernij in Suriname en op de Antillen​

Slide 8 - Tekstslide

VWO 4 
7.4 Kolonialisme en slavernij
Aan de slag!
- Kijk de eindopdrachten 7.4
- Maak de opdrachten in de LessonUp af.


Slide 9 - Tekstslide

Gebruik afbeelding 7.22.
Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 10 - Open vraag

Juist
Onjuist
De VOC handelde in slaven op en rondom de Atlantische oceaan.
De VOC was een handelskapitalitische compagnie die zich bezighield met slavenhandel en plantageslavernij.
De WIC handelde in slaven op en rondom de Indische oceaan.
De WIC was een handelskapitalistische compagnie die zich bezighield met slavenhandel en plantageslavernij.

Slide 11 - Sleepvraag

Geef aan:
- wat de directe oorzaak was van de Nederlandse deelname aan de trans-Atlantische slavenhandel en
- wat de belangrijkste Nederlandse slavenkolonie in Amerika was.

Slide 12 - Open vraag

Noem drie soorten slavenwerk in de VOC-gebieden.

Slide 13 - Open vraag

Geef een verklaring voor het ontstaan van de groep van Indo-Europeanen.

Slide 14 - Open vraag