Zenuwstelsel HZW

Het zenuwstelsel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kunt belangrijke onderdelen van het zenuwstelsel benoemen en hun functies uitleggen.


Je werkt aan werkproces:
P2-K1-W3: Ondersteunt bij persoonlijke zorg en ADL
Boek: profieldeel Helpende Zorg en Welzijn.
Hoofdstuk 1: Het menselijk lichaam.
Paragraaf 1.4: Zenuwstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat
het zenuwstelsel?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel bestaat uit;
 -Een netwerk van cellen die informatie doorgeven 
tussen de hersenen en andere delen van het 
lichaam.
 - Twee onderdelen: 
  • het centrale zenuwstelsel en 
  • het perifere zenuwstelsel.
    In beide stelsels draait het om 'zenuwen'.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke zintuigen hebben we?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen & 
Zenuwstelsel horen bij elkaar

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie zenuwstelsel
Hierdoor kun je horen, zien, ruiken, voelen, bewegen en denken. Het regelt ook een aantal dingen die automatisch gaan, 
zoals ademhalen, het kloppen van je hart en de bewegingen van je darmen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwen
Een zenuw is een verzameling van zenuwcellen. 
Het zijn de 'elektrische kabels' die de signalen tussen je hersenen en de rest van je lichaam transporteren. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er?
Stel je voor: je raakt een hete pan aan. 
Onmiddellijk trek je je hand terug, maar hoe weten je hersenen nu zo snel dat je vinger pijn doet?
Opdracht: 
Zoek samen met een klasgenoot uit 
wat er gebeurt in je lichaam. 
Schrijf/teken dit uit


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het begint zo..
In je vinger zitten zintuigcellen. Die merken op dat de pan heet is. 








Ze zetten dit om in een elektrische prikkel.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan:
De elektrische prikkel reist als een soort stroom door de zenuw, supersnel naar je ruggenmerg.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan:
De zenuw loopt niet in één stuk door. 
Er zitten kleine onderbrekingen tussen de zenuwcellen. Daarom zitten er aan het einde van een zenuw schakelcellen. Die schakelen speciale stofjes in om de informatie door te gaan geven.
Deze speciale stofjes noem je boodschapperstoffen. 

Deze boodschapperstoffen gaan naar de volgende zenuwcel. Daar geven ze de boodschap weer door aan de schakelcellen.
De volgende zenuwcel geeft dan weer een elektrische prikkel, en zo gaat de boodschap verder naar je ruggenmerg en hersenen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteindelijk:
Je hersenen krijgen de boodschap: 'Heet! Pijn!' Ze sturen meteen een bericht terug: 'Hand wegtrekken, nu!' 

Dat signaal verloopt via de motorische zenuwcellen. Die zorgen onder andere voor beweging.
En dat allemaal in een fractie van een seconde, dankzij de elektrische prikkels en de boodschapperstoffen!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen 
Dit complexe orgaan stuurt alles wat je doet. 

De hersenen verwerken informatie van de zintuigen en sturen reacties terug naar het lichaam. 

Hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen kun je onderverdelen in:
Grote hersenen
Hierin zitten groepen cellen met speciale functies, bijvoorbeeld om te kunnen praten, horen, ruiken, zien, voelen en denken.
Kleine hersenen
Deze spelen een belangrijke rol bij de samenwerking van spieren.
Hersenstam
Dit is het onderste deel van de hersenen. Hierin worden onder andere de ademhaling, temperatuur en bloeddruk geregeld.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de grote hersenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdeel van de hersenen is verantwoordelijk voor het aansturen van oa de ademhaling, bloeddruk en temperatuur?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersensam

Slide 18 - Quizvraag

De hersenen kun je onderverdelen in:
grote hersenen:
Hierin zitten groepen cellen met speciale functies, bijvoorbeeld om te kunnen praten, horen, ruiken, zien, voelen en denken.
kleine hersenen:
Deze spelen een belangrijke rol bij de samenwerking van spieren.
hersenstam
Dit is het onderste deel van de hersenen. Hierin worden onder andere de ademhaling, temperatuur en bloeddruk geregeld.
Welk onderdeel van de hersenen is verantwoordelijk voor de samenwerking van spieren?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 19 - Quizvraag

De hersenen kun je onderverdelen in:
grote hersenen
Hierin zitten groepen cellen met speciale functies, bijvoorbeeld om te kunnen praten, horen, ruiken, zien, voelen en denken.
kleine hersenen
Deze spelen een belangrijke rol bij de samenwerking van spieren.
hersenstam
Dit is het onderste deel van de hersenen. Hierin worden onder andere de ademhaling, temperatuur en bloeddruk geregeld.
Wat is het gemiddelde gewicht van onze hersenen?
A
0,5-1,0 kg
B
1,0-1,5 kg
C
5,0-7,0 kg
D
8,0-10,0 kg

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Links zie je gezonde hersen van een ouder persoon: 1300 gram
Rechts de hersen van iemand met de ziekte van alzheimer: 375 gram

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandoening in de hersenen
Mensen kunnen last krijgen van hun hersenen, omdat cellen afsterven waardoor ze alledaagse dingen minder goed kunnen doen. 

Dat geldt vooral voor oudere cliënten of voor cliënten die heel veel alcohol drinken bijvoorbeeld.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg

Een lange bundel zenuwcellen die van je hersenen naar je onderrug loopt, en signalen van en naar de hersenen zendt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke ruggenmergzenuw bestaat uit twee delen. Een deel vangt de boodschap op die je lichaam aan je hersenen stuurt. 
Een ander deel stuurt een boodschap van je hersenen naar het deel van je lichaam waarvoor de informatie bestemd is.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bevat alle zenuwen die buiten de hersenen en het ruggenmerg liggen. 
Ze lopen door het hele lichaam: van je hoofd tot je tenen. Het perifere zenuwstelsel is verbonden met het centrale zenuwstelsel en werkt daarmee samen.  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijnreceptoren
 Het perifere zenuwstelsel regelt dat prikkels vanuit het centrale zenuwstelsel bij de weefsels, spieren en organen komen. Het perifere zenuwstelsel speelt ook een grote rol bij het voelen van pijn. Veel zenuwen hebben namelijk pijnreceptoren. Dat zijn heel gevoelige zenuwuiteinden die speciaal gemaakt zijn om pijnprikkels op te vangen. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als een cliënt klaagt over pijn, is er meestal iets aan de hand.

Het perifere zenuwstelsel waarschuwt de hersenen wanneer er ergens iets niet in orde is. Pijn is dus ook voor jou een signaal om goed in de gaten te houden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 "30 Seconds – Zenuwstelsel Editie"
Doel van het spel:
Het doel is om binnen 30 seconden zoveel mogelijk termen over het zenuwstelsel te beschrijven zonder ze letterlijk te noemen, zodat het team ze kan raden.

Spelregels:
De studenten worden verdeeld in teams van 4 personen.
Eén teamlid trekt een kaart en heeft 30 seconden om de term op de kaart te beschrijven zonder de term zelf te noemen of delen van de term (zoals het eerste letter) te gebruiken. Het team moet raden wat de term is.

Scoren:
Voor elke correcte term die geraden wordt binnen de tijd, krijgt het team een punt. Het team dat aan het eind van het spel de meeste punten heeft, wint.

Slide 29 - Tekstslide

Benodigdheden:
Kaarten met termen die te maken hebben met het zenuwstelsel (bijvoorbeeld: hersenen, zenuwcel, reflex, centrale zenuwstelsel, enz.). Linda maakt deze. 
Willekeurig en onwillekeurig zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit het willekeurig zenuwstelsel en het onwillekeurig zenuwstelsel. 

Het willekeurig zenuwstelsel kun je sturen. 

Het onwillekeurig zenuwstelsel controleert je organen. Dit gaat buiten je wil om, je hebt er geen invloed op. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex
Het zenuwstelsel stuurt bewegingen aan zonder tussenkomst van je hersenen.

 Het is een snelle reactie van je lichaam op een prikkel. Het zenuwstelsel regelt dit via je ruggenmerg, zonder dat je hier bewust over nadenkt of controle over hebt. Reflexen helpen je lichaam om snel te reageren op gevaarlijke situaties of om je te beschermen.  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoeningen van
het zenuwstelsel ken je?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Profielboek Helpende zorg en welzijn. 

Hoofdstuk 1: Het menselijk lichaam.
Paragraaf 4: Zenuwstelsel

Opdrachten:
1 tot en met 5
en 
6 tot en met 10

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies